Besluit van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2008, directie Arbeidsomstandigheden, nr. ARBO/P&G/2008/34040, houdende aanwijzing van Chex Liftkeuringen B.V. als certificerende instelling voor liften in het kader van het Warenwetbesluit liften

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelezen het verzoekschrift van Chex Liftkeuringen B.V. te Amsterdam d.d. 15 september 2008;

Overwegende dat de aanwijzing van Chex Liftkeuringen B.V. als certificerende instelling voor het Warenwetbesluit liften van 4 januari 2007 nr. ARBO/P&G/06/101619 (Stcrt. 2007, nr. 8) per 1 januari 2009 zal vervallen:

Overwegende dat een aangewezen instelling moet voldoen aan de criteria voor aanwijzing, die krachtens artikel 7a van de Warenwet in hoofdstuk V van het Warenwetbesluit liften zijn vermeld;

Overwegende dat Chex Liftkeuringen B.V. sinds 1 januari 2006 de bevoegdheid heeft liften te keuren en te certificeren als aangewezen instelling;

Overwegende dat de toezichtgegevens, brief IWI kenmerk 2008/2466 d.d. 27 oktober 2008, geen aanleiding geven Chex Liftkeuringen B.V. een heraanwijzing te onthouden;

Overwegende dat Chex Liftkeuringen B.V. een overeenkomst heeft gesloten met de Stichting Beheer Certificatie Liften (SBCL), die het beheer voert van de specifieke accreditatieschema’s betreffende de richtlijn 95/16/EG en het Warenwetbesluit liften;

Gelet op artikel 7a, eerste lid, van de Warenwet en hoofdstuk V van het Warenwetbesluit liften,

Besluit:

Artikel 1

In deze beschikking wordt verstaan onder:

a. wet:

de Warenwet;

b. besluit:

het Warenwetbesluit liften;

c. lift, aangewezen instelling, richtlijn:

hetgeen het besluit daaronder verstaat;

d. regeling:

de Warenwetregeling liften.

Artikel 2

  • 1. Chex Liftkeuringen B.V., Osdorperweg 126, 1066 EN Amsterdam, wordt aangewezen als aangewezen instelling, die bevoegd is tot:

    • a) het verrichten van keuringen van liften overeenkomstig artikel 17, eerste, tweede en vierde lid van het besluit;

    • b) het afgeven van certificaten van goedkeuring overeenkomstig artikel 17, zevende lid van het besluit;

    • c) het aanbrengen van kenmerken overeenkomstig artikel 17, achtste lid van het besluit.

  • 2. Deze aanwijzing kan worden ingetrokken, indien de instelling niet meer voldoet aan de aanwijzingscriteria die zijn vermeld in artikel 3 van deze aanwijzingsbeschikking of haar taken beëindigt. Het voornemen tot intrekking wordt tijdig kenbaar gemaakt.

Artikel 3

Chex Liftkeuringen B.V., verder instelling genoemd, voldoet aan de eisen gesteld in de wet, het besluit en de regeling die op aangewezen instellingen van toepassing zijn en neemt daarbij het volgende in acht:

  • a. De instelling deelt haar beslissingen met betrekking tot de afgifte, weigering, schorsing of intrekking van een certificaat van goedkeuring bedoeld in artikel 2, eerste lid onder b) zo spoedig mogelijk mede aan de aanvrager. Daarbij wordt de in de Algemene wet bestuursrecht vermelde termijn, waarbinnen bezwaar of beroep moet worden ingesteld, in acht genomen.

  • b. De instelling bewaart de gegevens met betrekking tot de afgifte van certificaten van goedkeuring tenminste tienjaar in haar administratie, als bedoeld in artikel 23, eerste lid onder e van het besluit. Zij neemt met betrekking tot haar administratie beheersregels in acht, die tenminste voldoen aan de bij of krachtens de Archiefwet en het Archiefbesluit terzake gestelde regels.

  • c. De instelling zal de afgifte van certificaten en de daaraan voorafgaande beoordeling van onderzoeksresultaten niet uitbesteden aan anderen. De instelling zorgt ervoor dat anderen, bedoeld in artikel 7a, tweede lid, van de wet, die de in dat artikellid bedoelde beproevingen verrichten, daarbij de wet, het besluit, de regeling en indien van toepassing de richtlijn in acht nemen. Zij legt de daarvoor noodzakelijke afspraken schriftelijk vast en houdt tevens een register bij, aan de hand waarvan bedoelde anderen en de door deze uit te voeren beproevingen per soort afdoende kunnen worden geïdentificeerd.

  • d. De instelling informeert de Directeur Inspectieondersteuning bij het Hoofdkantoor van de Arbeidsinspectie in Den Haag onmiddellijk indien bij een keuring als bedoeld in artikel 17 van het besluit tekortkomingen worden geconstateerd, die een bedreiging vormen voor leven of gezondheid van personen.

  • e. De instelling verleent de personen, die met het toezicht op de naleving van de wet, het besluit, de regeling en het bepaalde in deze beschikking zijn belast, toegang tot alle plaatsen waarvan de betreding voor de vervulling van hun taak nodig is en verschaft hen op hun verzoek alle voor dit toezicht van belang zijnde informatie.

  • f. De instelling informeert het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid onmiddellijk zodra zij een aanvraag indient voor aanvullende accreditatie op basis van de specifieke accreditatie schema’s voor liften.

  • g. De instelling stelt het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid terstond in het bezit van de beoordelingsrapportages van de accreditatie-instelling betreffende de op haar naam gestelde accreditaties, alsmede van de daaromtrent gevoerde correspondentie, voor zover de accreditaties werkzaamheden betreffen als bedoeld in artikel 2 van deze beschikking. Tevens informeert zij genoemd ministerie onmiddellijk indien deze accreditaties hun geldigheid verliezen of dreigen te verliezen.

  • h. De instelling pleegt bij haar taakuitoefening overleg met de andere aangewezen instellingen over een juiste en zo veel mogelijk uniforme toepassing van relevante (certificatie)procedures, onderzoeksmaatstaven en normen. Daarnaast blijft de instelling zich aantoonbaar vertegenwoordigen in het georganiseerd nationaal overleg van de aangewezen certificerende instellingen voor liften.

  • i. De instelling verstrekt op een met redenen omkleed verzoek afschriften van dossiers en andere benodigde informatie aan een andere instelling, voor zover dit in verband met een goede uitvoering van keuringen als bedoeld in artikel 17 van het besluit, noodzakelijk is.

  • j. De instelling zendt het verslag van werkzaamheden over het afgelopen jaar, als bedoeld in artikel 7c, tweede lid van de wet en artikel 4 van de regeling, jaarlijks vòòr 1 maart aan het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2009 en vervalt met ingang van 1 januari 2011.

Deze aanwijzingsbeschikking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 17 december 2008

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de directeur Arbeidsomstandigheden,

M.P. Flier.

Overeenkomstig de Algemene wet bestuursrecht kan tegen deze beschikking door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt. Daartoe moet binnen zes weken na de datum van verzending van deze beschikking een bezwaarschrift worden ingediend bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Postbus 90801, 2509 LV Den Haag.

In het bezwaarschrift moet worden aangegeven waarom de beschikking niet juist gevonden wordt. Bij het bezwaarschrift dient een kopie van deze beschikking en van eventuele andere op de zaak betrekking hebbende stukken te worden gevoegd.

Naar boven