Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2009, 29 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Dienst voor het kadaster en de openbare registers | Staatscourant 2009, 29 | Interne regelingen |
3 februari 2009
Nr. 09.006022
De directeur Strategie en Beleid, de directeur Rechtszekerheid, de directeur GEO, de directeur Services, de directeur Financiën, Planning en Control en de secretaris Raad van Bestuur, zijnde allen functionarissen van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers,
Gelet op artikel 6, eerste en tweede lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008 en de artikelen 10:9, tweede lid, 10:3 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;
Besluiten:
1. In dit besluit wordt verstaan onder:
de Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Organisatiewet Kadaster;
het bestuur van de Dienst;
1°. directeur Strategie en Beleid;
2°. directeur Rechtszekerheid;
3°. directeur GEO;
4°. directeur Services;
5°. directeur Financiën, Planning en Control;
6°. secretaris Raad van Bestuur;
het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008;
Algemeen Kadaster Ambtenarenreglement Nieuw (Akarn).
2. De in de artikelen 2 en 3 omschreven ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen worden verleend met inachtneming van de artikelen 4 en 5.
1. De directeur Rechtszekerheid verleent aan elk lid van zijn managementteam dat hoofd van een afdeling is, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur Rechtszekerheid zijn verleend op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit, met dien verstande dat van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd:
a. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake de verhoging van salarissen, bedoeld in artikel 3:7 Akarn;
b. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen inzake de toekenning van toelagen als bedoeld in de artikelen 3:21 en 3:22 Akarn;
c. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen inzake de toekenning van buitengewoon verlof, bedoeld in artikel 5:10 Akarn;
d. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 6:3 Akarn;
e. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 6:4, tweede lid, tweede zin, Akarn;
f. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 8:14 Akarn, voor zover het bedrag der vergoeding gelijk is aan of hoger is dan vijfduizend euro;
g. de bevoegdheid tot vaststelling van het bestaan van een schorsing van rechtswege, bedoeld in artikel 9:1 Akarn;
h. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 9:1 tot en met 9:6 Akarn;
i. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 10:17 en 10:18 Akarn;
j. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 12:1, tweede lid, Akarn, voor zover het gaat om beslissingen inzake het aanstellen, benoemen, verplaatsen in dan wel naar een hogere dan formele schaal.
2. De directeur GEO verleent aan elk lid van zijn managementteam dat hoofd van een afdeling is, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur GEO zijn verleend op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit, met dien verstande dat van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd de bevoegdheden omschreven in het eerste lid, onder a tot en met j.
3. De directeur Services verleent aan elk lid van zijn managementteam dat hoofd van een afdeling is, uitsluitend voor zover het gaat om personeelsleden van zijn eigen afdeling, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur Services zijn verleend op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit, met dien verstande dat van het ondermandaat, de ondervolmacht en de ondermachtiging worden uitgezonderd de bevoegdheden omschreven in het eerste lid, onder a tot en met j.
4. De directeur Services verleent aan het hoofd van de afdeling Interne Services, lid van zijn managementteam, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur Services zijn verleend op grond van artikel 2, zesde lid, van het besluit, met uitzondering van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, zesde lid, tweede zin, onder b, van het besluit.
5. De directeur Services verleent aan het hoofd van de afdeling ICT-Services, lid van zijn managementteam, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging ten aanzien van de bevoegdheden die aan de directeur Services zijn verleend op grond van artikel 2, zesde lid, tweede zin, onder b, van het besluit.
1. De directeur Strategie en Beleid verleent ten aanzien van de bevoegdheden die op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit aan hem zijn verleend, aan het hoofd Kadaster International, voor zover het gaat om personeelsleden van de eenheid Kadaster International, een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging, voor zover betreffend:
a. de bevoegdheid tot het nemen van beslissingen, bedoeld in artikel 3:27 Akarn;
b. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 4:1 tot en met 4:8, 4:10 tot en met 4:14 en 4:16 tot en met 4:21 Akarn;
c. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 5:1, 5:2, 5:6, 5:8, 5:9 en 5:11 tot en met 5:19b Akarn;
d. de bevoegdheden tot het nemen beslissingen, bedoeld in de artikelen 6:1, 6:2 en 6:4 Akarn;
e. de bevoegdheden tot het nemen van beslissingen, bedoeld in de artikelen 7:10, 7:26, 7:27, 7:38, 7:45, 7:51 tot en met 7:54, 7:57, 7:58, 7:60, 7:62, 7:63, 7:65, 7:66, 7:68 en 7:69 Akarn;
f. de bevoegdheden tot het nemen beslissingen, bedoeld in de artikelen 8:23 en 8:25 Akarn;
g. de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder a, sub 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, en onder b, van het besluit.
2. De directeur Strategie en Beleid verleent, uitsluitend voor de gevallen waarin hij afwezig is, ten aanzien van de bevoegdheden die op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit aan hem zijn verleend, aan de senior adviseur strategie en beleid dr. ir. M.A. Salzmann een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging, voor zover betreffend de bevoegdheden omschreven in het eerste lid, onder a tot en met g, en voor zover het niet gaat om personeelsleden behorend tot de eenheid Kadaster International.
3. De directeur Financiën, Planning en Control verleent, uitsluitend voor de gevallen waarin hij afwezig is, ten aanzien van de bevoegdheden die op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit aan hem zijn verleend, aan de senior adviseur FPC een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging, voor zover betreffend de bevoegdheden omschreven in het eerste lid, onder a tot en met g.
4. De secretaris Raad van Bestuur verleent, uitsluitend voor de gevallen waarin hij afwezig is, ten aanzien van de bevoegdheden die op grond van artikel 2, eerste en tweede lid, van het besluit aan hem zijn verleend, aan de adviseur public affairs drs. M.P.J. Deelen een algemeen ondermandaat, algemene ondervolmacht en algemene ondermachtiging, voor zover betreffend de bevoegdheden omschreven in het eerste lid, onder a tot en met g.
1. Aan het bestuur blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels.
2. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een besluit te nemen, noch om een privaatrechtelijke rechtshandeling of een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling te verrichten met betrekking tot hemzelf.
3. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is niet bevoegd een besluit met een mogelijke precedentwerking te nemen. Een functionaris als bedoeld in de eerste zin legt een besluit als bedoeld in die zin steeds aan het bestuur ter beslissing voor. De eerste en tweede zin zijn van overeenkomstige toepassing op een privaatrechtelijke rechtshandeling en een andere handeling dan een besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling.
1. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend op grond van artikel 2 dan wel artikel 3, eerste lid, oefent zijn ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging uit binnen de grenzen van de voor zijn eenheid vastgestelde taken en zijn functieomschrijving, alsmede met inachtneming van het ter zake geldende recht, de door het bestuur vastgestelde kaders zoals beleids- en uitvoeringsregels, en de bepalingen vermeld in dit besluit.
2. Het nemen van beslissingen of het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen met (mogelijke) financiële gevolgen geschiedt overigens met inachtneming van de aan hem toegekende budgetten op basis van het geldende jaarplan.
3. Een functionaris aan wie ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging is verleend, is gehouden de algemene en bijzondere aanwijzingen als bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, en 6, derde lid, van het besluit op te volgen.
4. Bij de uitoefening van de in artikel 3, tweede, derde en vierde lid, bedoelde ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen is de betrokken adviseur gehouden tot hetgeen waartoe de directeur Strategie en Beleid onderscheidenlijk de directeur Financiën, Planning en Control onderscheidenlijk de secretaris Raad van Bestuur gehouden is op grond van het eerste en tweede lid.
Dit besluit zal met de toelichting worden bekendgemaakt in de Staatscourant.
Apeldoorn, 3 februari 2009
De directeur Strategie en Beleid,
P. Laarakker.
De directeur Rechtszekerheid,
F.L.V.P.L. Tierolff.
De directeur GEO,
P. Hoogwerf.
De directeur Services,
T. Dijkstra.
De directeur Financiën, Planning en Control,
J.M. Ester.
De secretaris Raad van Bestuur,
H. Westerbeek.
Bezwaarclausule
Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, een bezwaarschrift indienen bij de Raad van Bestuur van het Kadaster door tussenkomst van mr. J.G. Brouwer, senior juridisch adviseur bij Juridische Services, postbus 9046, 7300 GH Apeldoorn. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam en adres zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom en tegen welk besluit u bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van het besluit meezenden. Op het bezwaar zal een besluit worden genomen door de Raad van Bestuur van het Kadaster.
1. Op 1 maart 2008 was de inrichting van de vijf nieuwe directies van de Dienst met de inrichting van de directies Rechtszekerheid en GEO voltooid. De voltooiing van deze fase van de organisatie-ontwikkeling van het Kadaster heeft, in de eerste plaats, geleid tot het Reglement inrichting organisatie Kadaster 2008 dat op 20 juni 2008 in werking is getreden en terugwerkte tot en met 1 maart 2008.
Die voltooiing en de bij die organisatie-ontwikkeling behorende besturingsvisie noopten ook tot een nieuw besluit inzake de verlening van mandaat, volmacht en machtiging voor P-zaken en om in dat besluit de mogelijkheid te openen tot verlening van ondermandaat enz. voor P-zaken door directeuren aan de tweede managementlaag. In een en ander wordt voorzien door het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008, hetgeen nader is uiteengezet in de toelichting bij dat besluit onder Algemeen.
2. In het onderhavige besluit, zijnde een gezamenlijk besluit van de betrokken directeuren en de secretaris Raad van Bestuur, is de verlening van het hiervoor onder 1 bedoelde ondermandaten, enz. opgenomen. Het onderhavige besluit haakt aan bij en bouwt voort op de opzet van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008.
De artikelen van dat besluit en de toelichting daarbij zijn dan ook van belang bij de toepassing en uitleg van de bepalingen van dit besluit.
3. In artikel 6, eerste lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008 wordt aan de directeuren bevoegdheid gegeven om een algemeen ondermandaat enz. te verlenen. Dit brengt mee dat directeuren niet bevoegd zijn om in voorkomende gevallen aan een onder hen ressorterende functionaris ondermandaat enz. voor een bepaald geval (incidenteel mandaat enz.) te verlenen. Dat wordt namelijk in beginsel niet gewenst geacht waar het gaat om de behartiging van individuele personele aangelegenheden. In de artikelen 2 en 3 van het besluit is dan ook, in navolging van voornoemd artikel 6, eerste lid, expliciet vermeld, dat aan de betrokken functionarissen een algemeen ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging wordt verleend.
In het eerste tot en met derde lid van dit artikel is de omvang van de door de directeuren Rechtszekerheid, GEO en Services verleende ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen voor personele aangelegenheden omschreven. Het pakket is grotendeels gelijk aan het pakket van bevoegdheden dat aan die directeuren is gemandateerd enz. In deze leden wordt dan ook daarbij aangehaakt door bij vorenbedoelde omschrijving te verwijzen naar artikel 2, eerste en tweede lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008 en vervolgens expliciet de bevoegdheden te noemen ten aanzien waarvan geen ondermandaat enz. plaatsvindt.
Tevens worden in het eerste tot en met derde lid de functionarissen genoemd aan wie ondermandaat enz. is verleend. Daarbij verdient aandacht dat aan de directiesecretaris geen ondermandaat enz. wordt verleend. Hij is weliswaar lid van een managementteam, maar geen hoofd van een afdeling.
In het eerste tot en met derde lid wordt geen ondermandaat enz. verleend van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 2, derde tot en met vijfde lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008.
In deze leden vindt ondermandatering enz. plaats van bevoegdheden die in artikel 2, zesde lid, van het Besluit verlening mandaat, volmacht en machtiging personele aangelegenheden Kadaster 2008 uitsluitend aan de directeur Services zijn verleend. De reden daarvan is uiteengezet in de toelichting bij dat artikellid. In het vierde lid worden die bevoegdheden op één na ondergemandateerd enz. aan het hoofd van de afdeling Interne Services, terwijl in het vijfde lid die ene bevoegdheid die specifiek op de afdeling ICT-Services betrekking heeft, wordt ondergemandateerd aan het hoofd van de afdeling ICT-Services.
Wat betreft de toekenning van de BHV-toelagen zal de praktijk worden gecontinueerd waarbij de besluiten tot een toekenning worden genomen op basis van een voorstel van het hoofd BHV.
In dit artikel is de verlening van ondermandaat enz. geregeld voor de directie Strategie en Beleid, de directie Financiën, Planning en Control en het secretariaat Raad van Bestuur. Deze eenheden hebben gemeen dat zij, gezien hun omvang, geen managementteam hebben en ondermandatering enz. alleen noodzakelijk is voor de gevallen waarin de hoofden van voornoemde eenheden afwezig zijn en ook dan de dagelijkse gang van zaken voortgang moet kunnen blijven vinden. Wat betreft de directie Strategie en Beleid is het verder wenselijk om ook ondermandaat enz. te verlenen aan het hoofd Kadaster International.
Met het oog op een en ander verlenen de in dit artikel genoemde directeuren enz. een – in vergelijking met de in artikel 2 omschreven mandaten enz. – beperkt ondermandaat enz. dat – op hoofdlijnen en kort samengevat – betreft de toekenning van overwerkvergoeding, dienst- en werktijden, vakantie- en verlof, bedrijfsgeneeskundige begeleiding, toekenning van sommige verhuis-, reis- en verblijfskosten en studiefaciliteiten en -kosten.
Bij het voorgaande blijft van belang dat de Raad van Bestuur altijd zelf ook bevoegd is te besluiten, indien tijdens de afwezigheid van bijvoorbeeld de directeur Strategie en Beleid het noodzakelijk is een besluit te nemen waartoe deze bevoegd is op grond van een aan hem gemandateerde enz. bevoegdheid die echter niet is ondergemandateerd enz.
Dit lid verplicht een functionaris aan wie ondermandaat enz. is verleend, steeds na te gaan of een te nemen besluit mogelijk een precedentwerking heeft. Is dat naar zijn oordeel het geval, dan mag hij dat besluit niet zelf nemen maar moet hij het ter beslissing voorleggen aan het bestuur. In de praktijk zal dat in de regel steeds plaatsvinden in overleg met de betrokken directeur enz.
Bij de in het eerste lid bedoelde kaders die een functionaris bij de uitoefening van zijn ondervolmacht in acht dient te nemen, zijn in het eerste lid al als voorbeelden genoemd de geldende beleids- en uitvoeringsregels. Bij ‘kaders’ kan verder gedacht worden aan het Handboek AO/IC Kadaster en het Handboek Bedrijfseconomische Besturing (HBEB) 2002.
In het tweede lid wordt, wat betreft – kort gezegd – het aangaan van financiële verplichtingen, daaraan nog als voorbeeld van kaders toegevoegd het budgettaire kader op basis van het geldende jaarplan.
Het derde lid haakt aan bij artikel 6, derde lid, van het besluit. Dat artikel geeft een directeur de bevoegdheid om de ondergemandateerde enz. per geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van de ondergemandateerde enz. bevoegdheden. Deze instructies kunnen worden gegeven zowel bij algemene aanwijzing voor een hele reeks van gevallen als bij bijzondere aanwijzing per afzonderlijk concreet. Al deze instructies kunnen vormvrij worden gegeven.
Zo kunnen algemene instructies de vorm hebben van (naar buiten werkende) beleidsregels die bekend gemaakt moeten worden door publicatie in de Staatscourant (op grond van artikel 4, eerste lid, mag een ondergemandateerde echter geen beleidsregels vaststellen). Maar deze algemene instructies kunnen ook een volledig intern karakter hebben. Zij hebben dan het karakter van een gedragslijn en gelden dan niet als een Awb-besluit.
Het vierde lid geeft duidelijk aan dat bij de uitoefening van de in artikel 3, tweede, derde en vierde lid, bedoelde ondermandaten, ondervolmachten en ondermachtigingen de betrokken adviseur gehouden is tot hetgeen waartoe de directeur Strategie en Beleid onderscheidenlijk de directeur Financiën, Planning en Control onderscheidenlijk de secretaris Raad van Bestuur gehouden is op grond van het eerste en tweede lid.
Het onderhavige besluit betreft de verlening van algemene mandaten enz. Een zodanig besluit moet worden gezien als een besluit dat volgens de regels van artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht moet worden bekendgemaakt. Publicatie in de Staatscourant is in casu de meest in aanmerking komende wijze van bekendmaking.
De directeur Strategie en Beleid,
P. Laarakker.
De directeur Rechtszekerheid,
F.L.V.P.L. Tierolff.
De directeur GEO,
P. Hoogwerf.
De directeur Services,
T. Dijkstra.
De directeur Financiën, Planning en Control,
J.M. Ester.
De secretaris Raad van Bestuur,
H. Westerbeek.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-2232.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.