Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 januari 2009, nr. VO/FBI-2008/85307, tot wijziging van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009 in verband met wijziging van de bedragen voor 2009

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 84b, tweede lid, 85, derde lid, en 85a, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009, wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet op het voortgezet onderwijs;

b. directie:

rectoren, directeuren, conrectoren en adjunct-directeuren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder a, van de wet;

c. leraren:

leraren als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder b, van de wet;

d. onderwijsondersteunend personeel:

onderwijsondersteunend personeel als bedoeld in artikel 84, eerste lid, onder c, van de wet;

e. schoolsoortgroep 1:

scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, scholen voor praktijkonderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit ten minste twee van deze schoolsoorten, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;

f. schoolsoortgroep 2:

scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholengemeenschappen bestaande uit een combinatie van deze scholen;

g. schoolsoortgroep 3:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs;

h. schoolsoortgroep 4:

scholengemeenschappen bestaande uit scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, scholen voor middelbaar algemeen voortgezet onderwijs en scholen voor voorbereidend beroepsonderwijs, al dan niet in combinatie met scholen voor praktijkonderwijs of scholen voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs, inclusief het leerwegondersteunend onderwijs.

B

Artikel 3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Voor de leraren bedraagt per 1 januari 2009 de gemiddelde personeelslast per formatieplaats:

    • a. € 67.617,08 voor schoolsoortgroep 1;

    • b. € 76.686,98 voor schoolsoortgroep 2;

    • c. € 72.940,54 voor schoolsoortgroep 3; en

    • d. € 69.416,22 voor schoolsoortgroep 4.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

TOELICHTING

In de voorliggende regeling worden de gemiddelde personeelslast (gpl)-bedragen van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009 (Staatscourant, 9 september 2008, nr. 174) per 1 januari 2009 verhoogd. Dat heeft te maken met de maatregelen zoals die zijn opgenomen in het Convenant Leerkracht van Nederland. De afspraken uit het convenant zijn technisch uitgewerkt en door de sociale partners vastgelegd in de CAO VO. In deze regeling gaat het om het inkorten van de carrièrelijnen en het verlenen van een schaal-uitloopbedrag voor de leraar die het maximum van de salarisschaal heeft bereikt. Deze maatregelen zijn gericht op de leraar. Daarom is alleen de gpl van de personeelscategorie leraren verhoogd.

Maatregelen per 1 januari 2009

Specifiek voor de personeelscategorie leraren zijn de volgende maatregelen van invloed op de gpl per 1 januari 2009:

  • tussen 2009 en 2014 worden de carrièrelijnen in stappen ingekort van 18 naar 12 jaar. Per 1 januari 2009 wordt de eerste stap gezet, met een inkorting naar 17 jaar voor de schalen LB, LC, LD en LE;

  • de stappen in de carrièrelijn van de schalen krijgen na de vierde periodiek een progressief verloop;

  • een koppeling wordt aangebracht tussen het toekennen van periodieken en de cyclus van functionerings- en beoordelingsgesprekken; dit moet operationeel zijn op het moment dat de salarislijnen zijn ingekort tot 12 jaar;

  • aan de leraar die het maximum van de salarisschaal heeft bereikt, wordt vanaf 2009, bij goed functioneren, een schaal-uitloopbedrag van € 1000 op jaarbasis toegekend1.

Uitbetaling

In het overzicht financiële beschikkingen (ofb) van de maand maart 2009 wordt de berekening van de bijstelling voor het kalenderjaar 2009 gespecificeerd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de gpl-bedragen zoals die nu in deze regeling vanaf 1 januari 2009 zijn vastgesteld.

Onderstaande tabel bevat een overzicht van de verschillende landelijke gpl-bedragen voor 2009.

Soort bedrag

Bedrag per 1 januari 2009

Schoolsoortgroep 1

 

Directie1:

€ 77.157,41

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 67.617,08

Schoolsoortgroep 2

 

Directie1

€ 92.087,99

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 76.686,98

Schoolsoortgroep 3

 

Directie1:

€ 91.105,04

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 72.940,54

Schoolsoortgroep 4

 

Directie1:

€ 88.496,30

OP gpl (en aanvullende bekostiging):

€ 69.416,22

OOP alle groepen1:

€ 40.457,17

XNoot
1

ongewijzigd

Administratieve lasten

Bij deze regeling wordt de gemiddelde personeelslast, die per schoolsoort kan verschillen en van belang is voor het berekenen van de personele bekostiging, van scholen voor voortgezet onderwijs aangepast en vastgesteld. De scholen hoeven geen aanvraag in te dienen voor de (gewijzigde) bekostiging. Deze wijzigingsregeling veroorzaakt dan ook geen administratieve lasten. De bekostiging wordt ambtshalve verstrekt.

Vaste Verandermomenten

Deze regeling voorziet in het aanpassen van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009. Deze aanpassing betreft het kalenderjaar 2009. Bij het toepassen van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste 3 maanden, volgens het uitgangspunt van het kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten (Kamerstukken II 2006/07, 29 515, nr. 181) zou inwerkingtreding pas op 1 augustus 2009 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling na 1 oktober 2008.

Nu de regeling verandering brengt in de gpl-bedragen voor het kalenderjaar 2009, is het maatschappelijk onwenselijk, van invoering per 1 januari 2009 af te wijken. Eerdere publicatie was niet mogelijk omdat de afspraken uit het Convenant Leerkracht van Nederland vastgelegd moesten worden in de nieuwe CAO VO dan wel in de lopende CAO VO. De afspraken zijn eind november 2008 in de lopende CAO VO 2008-2009 opgenomen. Inmiddels is medio januari 2009 overeenstemming bereikt over de nieuwe CAO VO 2008–2010. Hierin hebben de partijen zich akkoord verklaard met de technische uitwerking van het Convenant Leerkracht zoals vastgelegd in de CAO VO 2008–2009. In verband hiermee treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Artikel I, onderdeel A

De begripsbepalingen van met name de schoolsoortgroepen zijn gewijzigd. Dit heeft te maken met de invoering van de Wet op de voorzieningenplanning. Voor de inzichtelijkheid is het gehele artikel nu in een keer vervangen.

Artikel I, onderdeel B

Per 1 januari 2009 gaan de landelijke gpl-bedragen voor de personeelscategorie leraren met 1,84% omhoog. Deze wijziging is het gevolg van de onder de kop ‘Maatregelen per 1 januari 2009’ vermelde aanpassingen. Hetzelfde geldt voor de aanvullende bekostiging onderwijzend personeel. De wijziging heeft dan ook alleen betrekking op het tweede lid van artikel 3 van de Regeling aanpassing en vaststelling van de bedragen landelijke gemiddelde personeelslast kalenderjaar 2008 en 2009.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.


XNoot
1

Het genoemde bedrag is inclusief de vakantie- en eindejaarsuitkering. Voor deeltijders geldt een bedrag naar rato van de omvang van de dienstbetrekking op die datum. De nadere uitwerking geschiedt conform de voorwaarden van de huidige bindingstoelage met een eenmalig toetsingsmoment.

Naar boven