Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 29 januari 2009, nr. VGP/VV 2907700, houdende de Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling Cassiagom als levensmiddelenadditief

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op artikel 5, eerste lid, van richtlijn nr. 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (PbEG L 40), alsmede op artikel 16, eerste lid, van de Warenwet;

Besluit:

Artikel 1

Vrijstelling wordt verleend van artikel 2, eerste lid, van de Warenwetregeling Gebruik van additieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen in levensmiddelen, voor wat betreft het gebruik van Cassiagom in de volgende levensmiddelen tot de daarbij vermelde maximumconcentraties:

Levensmiddel

Maximumconcentratie (mg/kg)

Producten op basis van gefermenteerde melk, met uitzondering van niet-gearomatiseerde met levende fermenten gefermenteerde melkproducten

2500

Roomijs

2500

Desserts op basis van zuivel

2500

Vullingen, versieringen en oppervlaktelagen

2500

Smeltkaas

2500

Sauzen

2500

Soep in poedervorm

2500

Thermisch behandelde vleesproducten

1500.

Artikel 2

Cassiagom, bedoeld in artikel 1, voldoet aan de volgende zuiverheidseisen:

  • a. Isopropylalcohol: maximaal 750 mg/kg;

  • b. Anthraquinonen: maximaal 0,5 mg/kg voor elk anthraquinon;

  • c. Arseen: maximaal 3 mg/kg;

  • d. Kwik: maximaal 1 mg/kg;

  • e. Cadmium: maximaal 1 mg/kg;

  • f. Lood: maximaal 1 mg/kg.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en vervalt met ingang van twee jaar na dat tijdstip.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling tijdelijke vrijstelling Cassiagom als levensmiddelenadditief.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

Het gebruik van additieven in levensmiddelen, niet zijnde kleurstoffen en zoetstoffen, is voor de gehele Europese Unie geharmoniseerd in richtlijn 95/2/EG1. Richtlijn 95/2/EG is krachtens het Warenwetbesluit Levensmiddelenadditieven geïmplementeerd in de Warenwetregeling Gebruik van additieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen in levensmiddelen.

Cassiagom is een additief dat als verdikkingsmiddel, emulgeermiddel, geleermiddel of stabilisator kan worden gebruikt in levensmiddelen. De toepassing van deze stof is relatief goedkoop en gunstig aangezien de stof effectief is met significant verlaagde hoeveelheden hydrocolloïden ten opzichte van vergelijkbare additieven. Deze stof is echter nog niet opgenomen in richtlijn 95/2/EG en mag daarom – aldus het Warenwetbesluit Levensmiddelenadditieven en de Warenwetregeling Gebruik van additieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen in levensmiddelen – niet worden gebruikt als additief in levensmiddelen.

Een fabrikant van Cassiagom heeft te kennen gegeven deze stof te willen gebruiken in bepaalde levensmiddelen. Uit oogpunt van de volksgezondheid bestaat daartegen volgens de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) geen bezwaar. Deze regeling beoogt dit gebruik mogelijk te maken. Hierbij is aangesloten bij bestaande wetgeving in België.

Richtlijn 95/2/EG is gebaseerd op richtlijn nr. 89/107/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake levensmiddelenadditieven die in voor menselijke voeding bestemde waren mogen worden gebruikt (PbEG L 40), verder te noemen: richtlijn 89/107/EEG. In artikel 5, eerste lid, van richtlijn 89/107/EEG is bepaald dat een lidstaat, ten einde rekening te houden met wetenschappelijke of technische ontwikkelingen, de handel in en het gebruik van een additief dat nog niet is opgenomen in de lijst met toegelaten levensmiddelenadditieven, onder bepaalde voorwaarden voor een periode van ten hoogste twee jaar tijdelijk kan toestaan. Een dergelijke tijdelijke toelating dient dan wel te worden gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen, die vervolgens binnen twee jaar desgevraagd een beslissing dient te nemen over de vraag of dat levensmiddelenadditief kan worden toegevoegd aan de desbetreffende communautaire lijst. Deze toelating zal daarom direct na de inwerkingtreding van deze regeling worden gemeld bij de Commissie.

Deze regeling heeft geen gevolg voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Regulier Overleg Warenwet

Het ontwerp van deze regeling is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2. Deze consultatie heeft geleid tot het toevoegen van zuiverheidseisen voor Cassiagom voor zover die van belang zijn voor de veiligheid daarvan (artikel 2 van deze regeling).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.


XNoot
1

Richtlijn nr. 95/2/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 februari 1995 betreffende levensmiddelenadditieven met uitzondering van kleurstoffen en zoetstoffen (PbEG L 61).

XNoot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren Autoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

Naar boven