Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns

17 december 2009

Nr. DV 2009/751

Directoraat-Generaal voor Fiscale ZakenDirectie Douane en Verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling accijns wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

Deze regeling geeft uitvoering aan de artikelen 2, tiende lid, 2d, tweede lid, 2e, zevende lid, 7, zevende, achtste en negende lid, 26, achtste lid, 27, derde en zevende lid, 37, tweede lid, 38, 40, eerste en derde lid, 41, tweede lid, 42, tweede lid, 42a, vierde lid, 50c, derde lid, 50d, vijfde lid, 50f, zevende lid, 53, derde lid, 56, zesde lid, 64, tweede lid, 65, achtste lid, 66, vijfde lid, 66a, tweede lid, 68, tweede lid, 69, 69a, derde lid, 70, zesde lid, 71, tweede lid, 71a, tweede lid, 71b, vierde lid, 71c, vierde lid, 71d, vierde lid, 71e, vierde lid, 71f, vierde lid, 71g, eerste lid, 73, derde lid, 75, derde lid, 76a, derde lid, 78, vierde lid, 79, eerste, tweede en derde lid, 80, derde lid, 82, tweede lid, 83, vierde lid, 84, tweede lid, 84a, zesde lid, 84b, vijfde lid, 90, zevende lid, 91, vijfde lid, 94, tweede lid, 95, vierde lid, van de Wet op de accijns en de artikelen 12 en 21, zevende lid, van het Uitvoeringsbesluit accijns.

B

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3

  • 1. De vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats doet van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, bedoeld in artikel 2, vijfde en zesde lid, van de wet, in zijn accijnsgoederenplaats onverwijld mededeling aan de inspecteur onder opgaaf van het tijdstip en de oorzaak van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies.

  • 2. De vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats, de geregistreerde afzender of de geregistreerde geadresseerde doet van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, bedoeld in artikel 2, vijfde en zesde lid, van de wet, tijdens het overbrengen van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen onverwijld mededeling aan de inspecteur onder opgaaf van het tijdstip en de oorzaak van het verloren gaan.

  • 3. Van een voorgenomen vernietiging van in een accijnsgoederenplaats voorhanden zijnde accijnsgoederen die onbruikbaar of onverkoopbaar zijn geworden, wordt uiterlijk twee werkdagen voor de voorgenomen vernietiging door de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats mededeling gedaan aan de inspecteur, onder vermelding van het tijdstip waarop de vernietiging zal plaatsvinden.

  • 4. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing op de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, bedoeld in artikel 3 van de wet.

C

Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘artikel 2c, derde lid, van de wet’ vervangen door: artikel 2d, tweede lid, van de wet.

2. In onderdeel c wordt ‘tussenprodukten’ vervangen door: tussenproducten.

3. In onderdeel d wordt ‘produkten’ vervangen door: producten.

4. In onderdeel e wordt ‘tabaksprodukten’ vervangen door: tabaksproducten.

D

In artikel 3c wordt ‘artikel 2b, vijfde lid, van de wet’ telkens vervangen door: artikel 2e, zesde lid, van de wet.

E

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Onverminderd de bepalingen van de in artikel 1a, onderdelen b en l, van het besluit genoemde verordeningen, moet het van toepassing zijn van het tarief van de accijns, bedoeld in artikel 7, derde lid, van de wet, bij de uitslag tot verbruik worden aangetoond door degene die het bier uitslaat tot verbruik.

2. In het tweede lid wordt ‘uitslag dan wel invoer’ vervangen door ‘uitslag tot verbruik’. Voorts wordt ‘produktie’ telkens vervangen door: productie.

F

Artikel 17 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel c, wordt ‘tussenprodukten’ vervangen door: tussenproducten.

2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘produkten’ vervangen door: producten.

3. In het tweede lid wordt ‘naar een in een andere lid-staat gevestigd geregistreerd bedrijf, naar een in een andere lid-staat gevestigd niet-geregistreerd bedrijf of naar een derde land’ vervangen door: naar een in een andere lidstaat gevestigde geregistreerde geadresseerde of naar een plaats waar de accijnsgoederen het grondgebied van de Gemeenschap verlaten.

G

In artikel 18, onderdeel e, wordt ‘naar een derde land’ vervangen door: naar een derdelandsgebied of een derde land.

H

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel d, wordt ‘produkten’ vervangen door: producten.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 2, vijfde lid, van het besluit' vervangen door: artikel 2a van het besluit.

I

Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘voor een geregistreerd bedrijf of een niet-geregistreerd bedrijf dienen met betrekking tot hetgeen in artikel 50c van de wet is bepaald, in ieder geval te worden vermeld’ vervangen door: voor een geregistreerde geadresseerde moeten met betrekking tot hetgeen in artikel 50c van de wet is bepaald, in ieder geval worden vermeld.

2. In onderdeel b wordt ‘het geregistreerde bedrijf of het niet-geregistreerde bedrijf’ vervangen door: de geregistreerde geadresseerde.

J

Artikel 20b komt te luiden:

Artikel 20b

In een verzoek om een vergunning als geregistreerde afzender moeten met betrekking tot hetgeen in artikel 50d van de wet is bepaald, in ieder geval worden vermeld:

  • a. een omschrijving van de aard van het bedrijf en het btw-identificatienummer van het bedrijf;

  • b. het adres waar de geregistreerde afzender wordt gevestigd;

  • c. een omschrijving van de administratie van de geregistreerde afzender, alsmede het adres waar deze administratie wordt gehouden.

K

In artikel 22, tweede lid, wordt ‘artikel 2, vijfde lid, van het besluit' vervangen door: artikel 2a van het besluit.

L

Artikel 22a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘De vergunninghouder van een geregistreerd bedrijf of van een niet-geregistreerd bedrijf, de fiscaal vertegenwoordiger van een belastingentrepot dan wel de fiscaal vertegenwoordiger van een verkoper op afstand’ vervangen door: De geregistreerde geadresseerde, de geregistreerde afzender dan wel de fiscaal vertegenwoordiger van een verkoper op afstand.

2. In het tweede lid wordt ‘de vergunninghouder van een geregistreerd bedrijf’ vervangen door ‘de geregistreerde geadresseerde’. Voorts wordt ‘het geregistreerde bedrijf’ vervangen door: de geregistreerde geadresseerde.

3. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Met betrekking tot de geregistreerde afzender geldt als accijnsbelang het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de hoeveelheid accijnsgoederen die gemiddeld per maand door de geregistreerde afzender wordt overgebracht.

4. Het vierde lid vervalt onder vernummering van het vijfde en zesde lid tot vierde en vijfde lid.

5. Het vierde lid (nieuw) komt te luiden:

4. Met betrekking tot de fiscaal vertegenwoordiger van een verkoper op afstand geldt als accijnsbelang het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de accijnsgoederen die gemiddeld per maand door de in een andere lidstaat gevestigde verkoper op afstand of voor diens rekening direct of indirect naar Nederland worden verzonden of vervoerd.

M

Artikel 22b wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De vervoerder of de eigenaar, bedoeld in artikel 56, derde lid, van de wet, stelt zekerheid in plaats van de vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats en de geregistreerde afzender, bedoeld in artikel 56, eerste lid, van de wet, voor de accijns die hij verschuldigd is of kan worden. De zekerheid wordt bepaald op basis van het accijnsbelang.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het accijnsbelang, bedoeld in het eerste lid, is het bedrag aan accijns dat wordt vertegenwoordigd door de hoeveelheid accijnsgoederen die door of namens de vervoerder of de eigenaar wordt vervoerd naar de in artikel 2a, eerste en derde lid, van de wet bedoelde bestemmingen.

N

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘in het geval van uitslag’ vervangen door: in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats.

2. In onderdeel c wordt ‘in het geval van invoer’ vervangen door: in geval van invoer.

O

Artikel 30a wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘in het geval van uitslag’ vervangen door: in geval van uitslag uit de accijnsgoederenplaats.

2. In onderdeel c wordt ‘in het geval van invoer’ vervangen door: in geval van invoer.

P

Na artikel 35i wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 35j

  • 1. Het verzoek om teruggaaf als bedoeld in artikel 71a van de wet bevat de volgende gegevens:

    • a. naam en adres van degene die het verzoek om teruggaaf doet;

    • b. de soort en de hoeveelheid van de accijnsgoederen waarop het verzoek betrekking heeft.

  • 2. Bij het verzoek om teruggaaf worden de bescheiden gevoegd waarmee wordt aangetoond dat de accijns door de andere lidstaat is geheven.

  • 3. Het verzoek om teruggaaf wordt binnen drie maanden na het tijdstip waarop de accijns door de andere lidstaat is geheven ingediend bij de inspecteur.

Q

Artikel 36 komt te luiden:

Artikel 36

Tabaksproducten die door reizigers voor eigen behoeften als bagage worden meegenomen vanuit het buitenland, behoeven niet te zijn voorzien van accijnszegels.

R

Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Onder vervanging van de punt aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, door een puntkomma, wordt aan dat lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d. buiten Nederland zijn aangebracht op tabaksproducten en met betrekking tot deze tabaksproducten wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 76a, eerste lid, van de wet.

  • 2. Aan het slot van het derde lid, onderdeel b, vervalt ‘of’.

  • 3. Onder vervanging van de punt aan het slot van het derde lid, onderdeel c, door ‘; of’, wordt aan dat lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

    • d. binnen een maand na het tijdstip waarop de accijns, overeenkomstig artikel 76a, eerste lid, van de wet, in een andere lidstaat is geïnd.

S

Afdeling 3 van Hoofdstuk V vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling voorziet in een wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns in verband met de implementatie van Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 (PbEU L 9 van 14 januari 2009) (hierna: de Accijnsrichtlijn 2008).

De Accijnsrichtlijn 2008 is de nieuwe zogenoemde horizontale richtlijn accijns. De Accijnsrichtlijn 2008 vervangt Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 februari 1992 betreffende de algemene regeling voor accijnsproducten, het voorhanden hebben en het verkeer daarvan en de controles daarop (PbEG L 76). Implementatie van de richtlijn maakt wijziging noodzakelijk van de Wet op de accijns, de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten en de Wet belastingen op milieugrondslag. Vorenbedoelde wetswijzigingen zijn opgenomen in het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op de accijns in verband met Richtlijn nr. 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 (PbEU L 9) (Implementatie horizontale richtlijn accijns) (Kamerstukken II 2008/09, 32 031). Artikel V van dit wetsvoorstel bepaalt dat de wet in werking treedt met ingang van 1 april 2010. Op grond van artikel 48 van de Accijnsrichtlijn moeten de wettelijke en bestuursrechtelijke maatregelen, die nodig zijn ter implementatie van de richtlijn, vóór 1 januari 2010 zijn aanvaard en gepubliceerd.

EU-aspecten, budgettaire aspecten, administratieve lasten en uitvoeringskosten

Aan de wijzigingen in de uitvoeringsbesluiten zijn geen EU-aspecten, budgettaire gevolgen, administratieve lasten of uitvoeringskosten verbonden.

TOELICHTING OP DE ARTIKELEN

Artikel I (Uitvoeringsregeling accijns)

Onderdeel A (artikel 1)

Dit artikel is in overeenstemming gebracht met de wijzigingen in de delegatiebepalingen van de Wet op de accijns en het Uitvoeringsbesluit accijns.

Onderdeel B (artikel 3)

Het huidige artikel 3 bevat nadere regels met betrekking tot het geleidedocument dat wordt gebruikt bij het overbrengen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns en met betrekking tot het zogenoemde vereenvoudigde geleidedocument dat wordt gebruikt bij het overbrengen van veraccijnsde accijnsgoederen. Aangezien de bepalingen met betrekking tot deze geleidedocumenten met ingang van 1 april 2010 in het Uitvoeringsbesluit accijns worden opgenomen, kan deze bepaling vervallen.

Het gewijzigde artikel 3 van de Uitvoeringsregeling accijns geeft regels voor de situatie waarin sprake is van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht als bedoeld in artikel 2, vijfde en zesde lid, van de wet.

Artikel 2, zesde lid, van de wet bepaalt dat de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies moet worden aangetoond ten genoegen van de inspecteur. Verliezen tijdens de vervaardiging of tijdens de opslag van accijnsgoederen die door de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats niet kunnen worden aangetoond, worden aangemerkt als te zijn uitgeslagen. Aantoonbare verliezen zijn in beginsel de normale productie- en opslagverliezen ten gevolge van verdamping, bottelverliezen, flessenbreuk en dergelijke. Deze verliezen zijn inherent aan het productieproces of de opslag en zijn een verklaarbaar gevolg van de productie of de opslag van de desbetreffende accijnsgoederen. Controle op deze verliezen zal achteraf aan de hand van de bedrijfsadministratie kunnen gebeuren.

Vernietiging of verlies van accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht, bij voorbeeld door bederf of door een calamiteit als een breuk in een transportleiding, zal door de vergunninghouder afzonderlijk van de normale verliezen in de bedrijfsadministratie moeten worden vastgelegd. Voor de controle op de juistheid van die vastlegging is het gewenst dat de inspecteur de mogelijkheid heeft ter plaatse dergelijke verliezen op te nemen. Uit dien hoofde moet de vergunninghouder van dergelijke verliezen onverwijld mededeling doen aan de inspecteur (eerste lid).

Dit geldt ook voor dergelijke verliezen tijdens het overbrengen van onder een accijnsschorsingsregeling geplaatste accijnsgoederen (tweede lid).

Indien accijnsgoederen omdat zij onbruikbaar of onverkoopbaar zijn geworden door de vergunninghouder zullen worden vernietigd, moet deze daarvan twee werkdagen voor de vernietiging zal plaatsvinden mededeling doen aan de inspecteur, zodat de inspecteur de mogelijkheid heeft zich van de vernietiging te vergewissen (derde lid).

Artikel 3 van de wet geeft regels voor de situatie waarin sprake is van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen, die in een andere lidstaat zijn uitgeslagen tot verbruik en die worden overgebracht naar Nederland. Deze regels komen overeen met de in artikel 2, vijfde en zesde lid, van de wet opgenomen regels. Op grond van artikel 3, vierde lid, van de wet bepaalt artikel 3, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling dat ook in de in artikel 3, eerste lid, van de wet bedoelde situaties onverwijld mededeling moet worden gedaan aan de inspecteur van de algehele vernietiging of het onherstelbare verlies van accijnsgoederen door niet te voorziene omstandigheden of overmacht.

Onderdeel C (artikel 3a)

Het huidige artikel 3a, aanhef, van de Uitvoeringsregeling accijns verwijst naar artikel 2c, derde lid, van de wet. De in artikel 2c, derde lid, opgenomen bepaling is verplaatst naar artikel 2d, tweede lid, van de wet. In verband hiermee is vorenbedoelde verwijzing aangepast. De overige wijzigingen zijn van redactionele aard.

Onderdeel D (artikel 3c)

Het huidige artikel 3c, eerste en tweede lid, van de Uitvoeringsregeling accijns verwijst naar artikel 2b, vijfde lid, van de wet. De in artikel 2b, vijfde lid, opgenomen bepaling is verplaatst naar artikel 2e, zesde lid, van de wet. In verband hiermee is vorenbedoelde verwijzing aangepast.

Onderdeel E (artikel 4)

Het huidige artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling accijns verwijst naar de bepalingen van de in artikel 3, eerste en tweede lid, genoemde verordeningen. Zoals in de toelichting op het gewijzigde artikel 3 is aangegeven (zie de toelichting op onderdeel B), zijn deze bepalingen met ingang van 1 april 2010 in het Uitvoeringsbesluit accijns opgenomen. Artikel 4, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling verwijst daarom naar de in artikel 1a van het Uitvoeringsbesluit genoemde verordeningen. De overige wijzigingen zijn deels van redactionele aard en deels noodzakelijk om deze bepalingen in overeenstemming te brengen met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Onderdeel F (artikel 17)

De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen zijn deels van redactionele aard en deels noodzakelijk om deze bepalingen in overeenstemming te brengen met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Onderdeel G (artikel 18)

De in dit onderdeel opgenomen wijziging is noodzakelijk om deze bepaling in overeenstemming te brengen met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Onderdeel H (artikel 20)

De in dit onderdeel opgenomen wijziging van artikel 20, eerste lid, is van redactionele aard.

Het huidige artikel 20, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling accijns verwijst naar artikel 2, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit. De in artikel 2, vijfde lid, opgenomen bepaling is verplaatst naar artikel 2a van het Uitvoeringsbesluit. In verband hiermee is vorenbedoelde verwijzing aangepast.

Onderdeel I (artikel 20a)

De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen zijn noodzakelijk om deze bepaling in overeenstemming te brengen met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Onderdeel J (artikel 20b)

Het huidige artikel 20b van de Uitvoeringsregeling geeft nadere regels over het verzoek om een vergunning als fiscaal vertegenwoordiger van de vergunninghouder van een belastingentrepot, bedoeld in artikel 50d van de wet. De tekst van artikel 50d is vervangen door bepalingen, die betrekking hebben op de zogenoemde geregistreerde afzender. Op grond van artikel 50d, vijfde lid, van de wet bepaalt artikel 20b welke gegevens in ieder geval moeten worden vermeld in het verzoek om een vergunning als geregistreerde afzender.

Onderdeel K (artikel 22)

Het huidige artikel 22, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling accijns verwijst naar artikel 2, vijfde lid, van het Uitvoeringsbesluit. De in artikel 2, vijfde lid, opgenomen bepaling is verplaatst naar artikel 2a van het Uitvoeringsbesluit. In verband hiermee is vorenbedoelde verwijzing aangepast.

Onderdeel L (artikel 22a)

De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen zijn noodzakelijk om deze bepaling in overeenstemming te brengen met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Het huidige artikel 22a, derde lid, van de Uitvoeringsregeling heeft betrekking op de fiscaal vertegenwoordiger van de vergunninghouder van een belastingentrepot. De Accijnsrichtlijn 2008 kent deze figuur niet meer. Op grond van artikel 56, eerste lid, van de wet bepaalt artikel 22a, derde lid, van de Uitvoeringsregeling hoe voor de geregistreerde afzender het accijnsbelang wordt vastgesteld.

Het huidige artikel 22a, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling heeft betrekking op de vergunninghouder van een niet-geregistreerd bedrijf. De Accijnsrichtlijn 2008 kent ook deze figuur niet meer. Om die reden vervalt het vierde lid en wordt het vijfde lid, na enige redactionele aanpassingen, vernummerd tot vierde lid.

Onderdeel M (artikel 22b)

De in dit onderdeel opgenomen wijzigingen zijn noodzakelijk om deze bepaling in overeenstemming te brengen met de Accijnsrichtlijn 2008. In artikel 22b, eerste lid, wordt naast de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats ook de geregistreerde afzender genoemd. In artikel 22b, tweede lid, wordt voor de daar bedoelde bestemmingen verwezen naar artikel 2a, eerste en derde lid, van de wet.

Onderdelen N en O (artikelen 29 en 30a)

Artikel 7, eerste lid, van de Accijnsrichtlijn 2008 hanteert het begrip ‘uitslag tot verbruik’. In verband daarmee zijn in artikel 1, tweede lid, van de wet de belastbare feiten 'uitslag' en 'invoer' vervangen door het begrip ‘uitslag tot verbruik’. Met de in deze onderdelen opgenomen wijzigingen wordt gepreciseerd dat het in geval van uitslag gaat om uitslag uit de accijnsgoederenplaats. De overige wijzigingen zijn van redactionele aard.

Onderdeel P (artikel 35j)

Op grond van het nieuwe artikel 71a van de wet wordt teruggaaf van accijns verleend, indien bij toepassing van artikel 2c, vijfde lid, en van artikel 4, derde lid, van de wet is aangetoond dat de accijns door de andere lidstaat is geheven.

De artikelen 2c en 4 van de wet zien op de gevallen waarin tijdens een overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling onderscheidenlijk van veraccijnsde goederen een onregelmatigheid heeft plaatsgevonden, die resulteert in uitslag tot verbruik van deze goederen. Indien de accijns aanvankelijk in Nederland is geheven, terwijl achteraf maar binnen drie jaar na verzending wordt vastgesteld dat de onregelmatigheid niet in Nederland maar in een andere lidstaat heeft plaatsgevonden, wordt de accijns in die andere lidstaat verschuldigd. Het nieuwe artikel 71a van de wet voorziet in een teruggaaf van de achteraf ten onrechte in Nederland geheven accijns.

Artikel 35j van de Uitvoeringsregeling bepaalt welke gegevens het verzoek om teruggaaf moet bevatten (eerste lid), welke bescheiden bij het verzoek moeten worden gevoegd (tweede lid) en binnen welke termijn het verzoek moet worden ingediend (derde lid).

Onderdeel Q (artikel 36)

In het huidige artikel 36 wordt verwezen naar artikel 2b, derde lid, van de wet. Deze bepaling is vervallen. Voorts is de terminologie in overeenstemming gebracht met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008.

Onderdeel R (artikel 52)

Op grond van artikel 76a, derde lid, van de wet worden in artikel 52, eerste en derde lid, nadere regels opgenomen ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 76a opgenomen teruggaafregeling.

Onderdeel S (artikel 57)

De in artikel 57 opgenomen bepalingen zijn in overeenstemming gebracht met de terminologie van de Accijnsrichtlijn 2008 en verplaatst naar artikel 3. Die verplaatsing houdt verband met de in artikel 2, vijfde en zesde lid, van de wet opgenomen bepalingen en het in verband daarmee vervallen van artikel 88 van de wet. Afdeling 3 van Hoofdstuk V, waarin artikel 57 is opgenomen, kan in verband daarmee vervallen.

Artikel II (inwerkingtreding)

De wijzigingen van de Uitvoeringsregeling accijns treden ingevolge artikel II in werking met ingang van 1 april 2010.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven