TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling wordt gebruikt gemaakt van de delegatiebevoegdheid, bedoeld in artikel 63a, zevende lid, van de Ziektewet
(ZW). De in deze regeling opgenomen bepalingen zijn eerder door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) opgenomen
in het Besluit werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen ZW. Met ingang van 1 januari 2007
is genoemde delegatiebevoegdheid overgegaan van het UWV naar de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, hetgeen reden
is regels opnieuw vast te stellen.
In deze regeling wordt de inhoud van het Besluit werkzaamheden, administratieve voorschriften en kosten eigenrisicodragen
ZW van het UWV overgenomen. Enig verschil betreft artikel 6, eerste lid, waarin nieuwe tarieven, die het UWV in rekening brengt
voor de werkzaamheden die zij op verzoek van de eigenrisicodrager ZW, zijn opgenomen. Deze tarieven kunnen jaarlijks worden
aangepast. Sinds 2003 is dat echter niet gebeurd en heeft geen indexering plaatsgevonden. Daarom zijn in artikel 6 deze bedragen
geactualiseerd. De nieuwe bedragen zijn door het UWV berekend op basis van een geactualiseerde normering van de bewerkingstijd
per werkzaamheid en een door het UWV gehanteerd systeem voor kostprijsberekening.
Artikelsgewijs
Artikel 2. Toetsing voorstellen voor beslissingen
Dit artikel heeft betrekking op beschikkingen die door de eigenrisicodrager worden voorbereid en die door het UWV worden genomen
en bekendgemaakt.
Artikel 63a, eerste lid, ZW regelt dat de eigenrisicodrager ZW werkzaamheden verricht ter voorbereiding van een beslissing
inzake uitkeringen op grond van de ZW met uitzondering van boetebesluiten en besluiten op grond van bezwaar en beroep. Boetebesluiten
en besluiten op grond van bezwaar en beroep worden door het UWV voorbereid en bekend gemaakt.
Rekening houdend met artikel 52c ZW behoeft niet in alle gevallen een beslissing die door de eigenrisicodrager wordt voorbereid
door het UWV via een beschikking bekend gemaakt te worden. Dit geldt met name voor toekenning van ziekengeld en beëindiging
van ziekengeld vanwege spontane werkhervatting. Voor de eigenrisicodrager betekent dit dat hij voor deze situaties geen voorstel
voor een beslissing aan het UWV hoeft te doen. Hij kan in dat geval zelfstandig een beslissing op grond van de ZW nemen en
hier ook uitvoering aan geven. Dit zijn de zogenaamde ‘gladde gevallen'.
In alle andere situaties, evenals wanneer de betrokkene daarom verzoekt, moet het UWV een beslissing via een beschikking bekendmaken
en moet de eigenrisicodrager dus een voorstel voor een beslissing aan het UWV doen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de volgende
situaties: weigering van ziekengeld, het toepassen van een maatregel op de uitkering, de (gewezen) werknemer is niet arbeidsongeschikt
bevonden, de maximale Ziektewetduur is reeds bereikt, en op verzoek. Ingeval de werknemer op grond van artikel 52c, derde
lid, ZW vraagt om bekendmaking gaat het om een heroverweging door het UWV van een reeds door de werkgever genomen beslissing.
Het vorenstaande is geen limitatieve opsomming.
Het voorbereiden van beslissingen impliceert dat de eigenrisicodrager gegevens vergaart en beoordeelt die relevant zijn voor
de uiteindelijk te nemen beslissing. Voor het voorstel voor een beslissing maakt de eigenrisicodrager gebruik van een door
het UWV beschikbaar gesteld formulier. Het voorstel dient onderbouwd en vergezeld te zijn door op de zaak betrekking hebbende
stukken. De eigenrisicodrager legt zijn voorstel voor een beslissing zo spoedig mogelijk nadat hij redelijkerwijs had kunnen
weten dat het UWV een beslissing moet nemen en via een beschikking bekend maken voor aan het UWV. Hierbij wordt in het
algemeen gedacht aan een termijn van uiterlijk drie werkdagen. In bijzondere gevallen, zoals voor de vaststelling van het
dagloon, kan een langere periode noodzakelijk zijn.
Het bekendmaken van een beslissing door middel van een beschikking is geen taak van de eigenrisicodrager. Deze taak mag alleen
door het UWV uitgevoerd worden. De eigenrisicodrager moet daarom na zijn voorbereidende werkzaamheden een voorstel voor een
beslissing aan het UWV doen. Na toetsing van dit voorstel, maakt het UWV zijn beslissing via een beschikking bekend, ook indien
de beslissing van het UWV afwijkt van het voorstel voor een beslissing van de eigenrisicodrager. De eigenrisicodrager mag
pas na het bekendmaken van de beschikking daaraan uitvoering geven.
Het UWV voert slechts een marginale toets uit op het voorstel van de eigenrisicodrager. Marginale toetsing wil zeggen dat
beoordeeld wordt of het voorstel op zorgvuldige wijze tot stand is gekomen en of het voorstel gedragen kan worden door de
feiten en omstandigheden die de eigenrisicodrager heeft aangedragen. Het UWV toetst alleen dát aspect op grond waarvan een
beslissing via een beschikking bekend gemaakt moet worden. Bijvoorbeeld: de eigenrisicodrager doet een voorstel voor het opleggen
van een maatregel. Het UWV betrekt in haar toetsing uitsluitend de voor die maatregel van belang zijnde aspecten. Alle overige
aspecten die te maken hebben met recht/hoogte/duur van de uitkering, worden hierbij niet betrokken. Dergelijke aspecten komen
in een periodieke toetsing van het functioneren van de eigenrisicodrager aan de orde (artikel 3).
Indien de eigenrisicodrager het voorstel voor een beslissing niet of niet voldoende zorgvuldig heeft voorbereid, zal het UWV
hem eenmaal een termijn geven om een en ander te herstellen. Bij uitblijven hiervan verricht het UWV (een deel van) de werkzaamheden
(conform artikel 63a, vijfde lid, ZW).
Voor het bekendmaken van de beschikking hanteert het UWV de wettelijke beslistermijnen.
Artikel 3. Inrichting ziekteverzuimadministratie van eigenrisicodrager; controle op de uitvoering ZW door eigenrisicodrager
Om op een verantwoorde wijze invulling te kunnen geven aan zijn verantwoordelijkheid, voert het UWV een periodieke controle
uit op de uitvoering ZW door de eigenrisicodrager. Alle ziektegevallen van werknemers die onder het eigen risico vallen, dus
ook de `gladde' gevallen en de gevallen waarin reeds een marginale toets is uitgevoerd, kunnen in deze controle worden betrokken.
Het betreft een volledige controle op de uitvoering van de ZW door de eigenrisicodrager. De frequentie waarin en het aantal
gevallen waarnaar onderzoek zal worden verricht is afhankelijk van de individuele eigenrisicodrager.
Teneinde het UWV de mogelijkheid te geven om ziektegevallen te kunnen controleren dient de eigenrisicodrager zijn ziekteverzuimadministratie
zodanig in te richten dat het UWV hieruit per werknemer en per periode van ongeschiktheid kan afleiden wat het recht, de hoogte
en de duur van het ziekengeld is. Geregistreerd dient onder meer te zijn het volledige recht, de hoogte en de duur. Binnen
deze registratie dient de geldstroom duidelijk herleidbaar te zijn. Met het oog op dit laatste moet uit de administratie o.a.
per periode van ongeschiktheid blijken: het dagloon, de bruto daguitkering, over welke periode betaald is. Verder dient van
een werknemer het hele ziekteverloop vermeld te worden (dus ook eerdere perioden van ongeschiktheid). De eigenrisicodrager
heeft een zorgplicht dat hij of de arbodienst de medische dossiers goed administreert.
De hiervoor genoemde registratie mag elektronisch zijn.
Wel dient de eigenrisicodrager de door het UWV vastgestelde bewaartermijnen in acht te nemen.
Het UWV voert de periodieke controle uit aan de hand van een checklist.
Indien controle daartoe aanleiding geeft, kan het UWV de eigenrisicodrager instructies geven met betrekking tot de door hem
te verrichten werkzaamheden. Als hij zich niet of niet voldoende aan de instructies houdt, kan het UWV bepalen dat de eigenrisicodrager
naar gelang de aard van het verzuim, gedurende een door het UWV vastgestelde periode, voorstellen voor beslissingen ingevolge
de ZW aan het UWV moet voorleggen. Naar gelang de aard van het verzuim kan het gaan om een of meerdere specifieke onderdelen
van de te nemen beslissingen ingevolge de ZW of gehele beslissingen. Voor het voorstel voor een beslissing maakt de eigenrisicodrager
gebruik van een door het UWV beschikbaar gesteld formulier. De eigenrisicodrager stuurt dit voorstel aan het UWV zo spoedig
mogelijk nadat hem is gebleken dat een beslissing genomen moet worden.
Met het voorstel voor een beslissing worden alle stukken meegezonden die relevant zijn voor de beoordeling van het aspect
dan wel de aspecten op grond waarvan de eigenrisicodrager het voorstel voor een beslissing aan het UWV moet voorleggen.
Evenals bij de regeling in artikel 2 geldt dat de eigenrisicodrager eenmaal een periode krijgt om een eventueel verzuim te
herstellen. Is na deze termijn het verzuim niet of niet voldoende hersteld, dan verricht het UWV de bedoelde werkzaamheden.
Voor de gevallen waarin op grond van artikel 52c ZW het UWV een beslissing niet via een beschikking bekend hoeft te maken,
deelt het UWV de beslissing zo spoedig mogelijk mee aan de eigenrisicodrager. In de overige gevallen maakt het UWV zijn beslissing
zo spoedig mogelijk via een beschikking bekend.
Artikel 4. Informatieverstrekking door eigenrisicodrager en UWV met betrekking tot te verrichten werkzaamheden
In het eerste lid is geregeld dat de eigenrisicodrager de gegevens die het UWV nodig heeft voor het verrichten van zijn werkzaamheden
voor de eigenrisicodrager aan het UWV verstrekt.
Op grond van artikel 31, eerste lid, ZW moet de (gewezen) werknemer aan het UWV melden dat hij loon, inkomsten uit arbeid
anders dan in dienstbetrekking, of ouderdomspensioen ontvangt. Artikel 49 ZW bevat de algemene mededelingsplicht voor de werknemer
aan het UWV.
Het kan voorkomen dat de werknemer deze informatie niet aan de eigenrisicodrager verstrekt heeft, maar wel aan het UWV. In
het tweede lid is daarom geregeld dat het UWV deze informatie onverwijld aan de eigenrisicodrager verstrekt. Het UWV neemt
hierbij de derde afdeling, paragraaf 2 van de ZW in acht.
Artikel 5. Informatieverstrekking door eigenrisicodrager aan het UWV
In dit artikel is een regeling opgenomen voor de situatie dat er sprake is van een vermoeden van een overtreding van de mededelingsverplichting
zoals bedoeld in artikel 31, eerste lid, en artikel 49 ZW en er dientengevolge mogelijk een boetebesluit o.g.v. artikel 45a
ZW aan de orde is. Het UWV bereidt het boetebesluit voor en zal het ook moeten nemen. Op grond van artikel 31, eerste lid,
ZW moet de (gewezen) werknemer aan het UWV melden dat hij loon, inkomsten uit arbeid anders dan in dienstbetrekking of ouderdomspensioen
ontvangt. Artikel 49 ZW bevat de algemene mededelingsplicht voor de werknemer aan het UWV.
Voor het geval dat de (gewezen) werknemer deze verplichting niet nakomt is hier voorzien in een bepaling waarin is geregeld
dat de eigenrisicodrager het UWV zo snel mogelijk moet informeren als hij een vermoeden van een overtreding van de eerder
genoemde mededelingsplicht door de werknemer heeft.
Artikel 6. Kosten werkzaamheden verricht door het UWV
Dit artikel bepaalt de kosten die de eigenrisicodrager in rekening worden gebracht.
De werkzaamheden bedoeld in het eerste lid hebben betrekking op de gevalsbehandeling en kunnen per onderdeel per (gewezen)
werknemer door het UWV verricht worden. Dit geldt ook voor de situatie dat het UWV de werkzaamheden verricht, omdat de eigenrisicodrager
deze werkzaamheden niet, niet voldoende of niet juist heeft verricht, zowel met betrekking tot artikel 2, zevende lid als
artikel 3, tiende lid.
Het kan gaan om één specifiek onderdeel (bijvoorbeeld de dagloonvaststelling) maar ook om het totaal aan werkzaamheden. Het
kan bovendien om een (gewezen) werknemer, meerdere (gewezen) werknemers of alle betreffende (gewezen) werknemers van de eigenrisicodrager
gaan.
Het UWV brengt de eigenrisicodrager daarvoor de kosten in rekening. Het bedrag dat in rekening wordt gebracht is per (gewezen)
werknemer en per onderdeel op basis van voorcalculatie.
Bij het onderdeel Beoordeling Recht Ziektewet moet met name gedacht worden aan het vaststellen van de verzekeringsplicht.
Beoordeling Hoogte Ziektewet omvat de berekening van het dagloon en van de bruto daguitkering ZW, waarbij o.a. rekening wordt
gehouden met samenloop en voorschotbepalingen. Bij Beoordeling Duur Ziektewet gaat het om de vaststelling van de duur van
de ZW-uitkering. Informatieverzoek Ziektewet omvat het leveren van aanvullende informatie die van belang is bij de vaststelling
van recht, hoogte en duur van de ZW-uitkering. Het gaat hierbij om gegevens waarover de eigenrisicodrager niet kan beschikken
en die UWV al dan niet zelf ter beschikking heeft.
‘Informatieverzoek Ziektewet inclusief gegevens eigenrisicodrager’ betreft een aanvulling op het ‘Informatieverzoek Ziektewet’.
Dit nieuwe informatieverzoek omvat dezelfde gegevens als het ‘Informatieverzoek Ziektewet’, maar bevat bovendien ook de loongegevens
van de laatste werkgever, dus de gegevens van de eigenrisicodrager.
Alle onderdelen Beoordeling bevatten ook de voorbereidende werkzaamheden met betrekking tot de beoordeling.
Bij Beoordeling Maatregel Ziektewet gaat het om toetsen door het UWV van bepalingen m.b.t. het al dan niet opleggen van een
maatregel.
De genoemde bedragen zijn berekend op basis van ingeschatte bewerkingstijden per onderdeel. Deze zijn ingeschat met behulp
van interviews met uitvoeringsdeskundigen.
Bij het eigenrisicodragen hoort de verplichting dat de eigenrisicodrager zelf de ZW-uitkeringen betaalt. Indien hij dit niet
doet, betaalt het UWV deze uitkering en verhaalt hij de uitkering conform artikel 63a, derde lid, ZW op de eigenrisicodrager.
Het UWV brengt ook de feitelijk gemaakte kosten die voortvloeien uit het overnemen van de betaling van het ziekengeld bij
de eigenrisicodrager in rekening op grond van artikel 63a, derde en vijfde lid, ZW.
Tot de kosten van buitengerechtelijke invordering behoren het door het UWV al dan niet periodiek betalen van het ziekengeld
aan de werknemer en het verhalen daarvan op de eigenrisicodrager. Tevens vallen hieronder de kosten van bijvoorbeeld het inschakelen
van een incassobureau.
Onder de gerechtelijke kosten vallen met name proceskosten, zoals de kosten van dagvaarding, betekenen en deurwaarder.
Tot de in rekening te brengen kosten behoort ook wettelijke rente, indien het UWV deze aan de werknemer heeft betaald.
Artikel 7. Schadevergoeding, griffierecht en proceskosten na onrechtmatig gebleken beschikking
Indien in bezwaar of (hoger) beroep blijkt dat de door het UWV genomen beschikking onrechtmatig is, is in het eerste lid geregeld
dat het UWV de schadevergoeding betaalt.
De bepaling in het tweede lid houdt in dat het UWV altijd de in dit lid genoemde proceskosten en het griffierecht betaalt.
De genoemde kosten zijn dus niet voor rekening van de eigenrisicodrager.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.P.H. Donner.