Deelregeling subsidiering reiskosten buitenlandse voorstellingen of concerten van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+

7 december 2009

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,

Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifiek cultuurbeleid en artikel 4 van het Algemeen Reglement van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+;

Besluit:

Artikel 1: Doel

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ kan op aanvraag subsidie verstrekken ter dekking van de reis- en transportkosten die samenhangen met het geven of bijwonen van voorstellingen of concerten buiten het Koninkrijk der Nederlanden.

Artikel 2: Aanvrager

  • 1. Subsidie voor het geven van voorstellingen of concerten kan worden aangevraagd door een instelling op het terrein van theater, dans, muziek of muziektheater die:

    • a) in bezit is van rechtspersoonlijkheid;

    • b) de activiteiten zelf zal verrichten; en

    • c) in een periode van 18 maanden voorafgaand aan de aanvraag minimaal 10 voorstellingen of concerten heeft gegeven op podia in het Koninkrijk der Nederlanden die in de disciplines of genres waarbinnen zij opereren een relevante programmering verzorgen.

  • 2. Subsidie voor het bijwonen van een of meer voorstellingen of concerten kan worden aangevraagd door een componist, toneelschrijver, librettist of choreograaf.

  • 3. Subsidie kan eveneens worden aangevraagd door een instelling die in bezit is van rechtspersoonlijkheid en op grond van de statuten of de feitelijke activiteiten kan worden aangemerkt als vertegenwoordiger van een instelling of individu als bedoeld in het eerste of tweede lid.

Artikel 3: Indiening en procedure

  • 1. Een aanvraag wordt ingediend met behulp van een door het bestuur van het fonds opgesteld formulier.

  • 2. Een aanvraag kan niet eerder dan drie maanden en niet later dan een maand voor de eerste voorstelling of het eerste concert worden ingediend.

  • 3. Een aanvraag die te vroeg is ingediend wordt niet in behandeling genomen. Een aanvraag die te laat is ingediend wordt afgewezen.

  • 4. Het bestuur beslist binnen 30 dagen na ontvangst van de aanvraag.

Artikel 4: Vereisten voor subsidie voor het geven van voorstellingen of concerten

Subsidie voor het geven van voorstellingen of concerten kan worden verstrekt als er sprake is een serie van minimaal 3 voorstellingen of concerten die:

  • a) aaneengesloten plaatsvinden;

  • b) zijn bevestigd door de betreffende buitenlandse podia; en

  • c) plaatsvinden op podia die een relevante programmering verzorgen gezien de context waarbinnen zij functioneren.

Artikel 5: Vereisten voor subsidie voor het bijwonen van voorstellingen of concerten

Subsidie voor het bijwonen van voorstellingen of concerten kan worden verstrekt als de componist, toneelschrijver, librettist of choreograaf waarop de aanvraag betrekking heeft:

  • a) door de buitenlandse organisatie is uitgenodigd een uitvoering bij te wonen van een of meer door hem voortgebrachte werken; en

  • b) een lezing of workshop zal geven dan wel er anderszins sprake is van aanvullende activiteiten waarvoor zijn aanwezigheid vereist is.

Artikel 6: Hoogte subsidie

De subsidie bedraagt nooit meer dan het totaal van de redelijkerwijs noodzakelijke reis- en transportkosten met een maximum van € 5.000 voor voorstellingen of concerten binnen Europa en € 7.500 voor voorstellingen of concerten buiten Europa.

Artikel 7: Budget

  • 1. Het bestuur van het fonds kan subsidieplafonds vaststellen.

  • 2. Het bestuur van het fonds kan eerder vastgestelde subsidieplafonds verhogen of verlagen.

  • 3. Voor subsidieverlening op basis van deze regeling is in 2010 € 600.000 beschikbaar.

  • 4. Besluiten als bedoeld in het eerste en tweede lid worden bekendgemaakt via www.nfpk.nl.

Artikel 8: Verdeelsleutel

  • 1. Subsidieverzoeken worden afgehandeld op volgorde van indiening.

  • 2. Als moment van indiening geldt de datum waarop de aanvraag volledig is.

Artikel 9: Meldingsplicht

De ontvanger van de subsidie meldt onverwijld aan het bestuur van het fonds als:

  • a. de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt niet of niet geheel zullen doorgaan;

  • b. niet of niet geheel aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen zal worden voldaan; of

  • c. er aanzienlijke wijzigingen zijn ten opzichte van het plan op basis waarvan subsidie is verstrekt.

Artikel 10: Steeksproefsgewijze controle

  • 1. Het bestuur van het fonds kan na de laatste voorstelling of het laatste concert waarvoor subsidie is verstrekt een aanvrager verzoeken bewijsstukken te overleggen waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten werkelijk hebben plaatsgevonden.

  • 2. Als de aanvrager niet kan aantonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt hebben plaatsgevonden kan het bestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken.

  • 3. Als uit de door de aanvrager ingediende bewijsstukken blijkt dat niet is voldaan aan de meldingsplicht, kan het bestuur de subsidie lager vaststellen of intrekken.

Artikel 11: Vaststelling subsidie

Binnen 22 weken na de laatste voorstelling of het laatste concert waarvoor subsidie is verleend, stelt het bestuur van het fonds de subsidie ambtshalve vast.

Artikel 12: Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 13: Weigeringsgronden

  • 1. Het bestuur van het fonds kan subsidie weigeren:

    • a) als de aanvrager desgevraagd niet aannemelijk kan maken dat er sprake is van een subsidiabel tekort;

    • b) als reeds tweemaal eerder in een kalenderjaar subsidie aan een aanvrager is verstrekt op basis van deze regeling.

  • 2. Als de aanvraag het geven van voorstellingen of concerten betreft, kan subsidie eveneens worden geweigerd:

    • a) als er onvoldoende sprake is van een reeks logisch samenhangende voorstellingen of concerten;

    • b) als er onvoldoende ontwikkeling is ten opzichte van een eerder door het fonds ondersteunde reeks voorstellingen of concerten;

    • c) als de aanvrager reeds een vierjarige subsidie of een tweejarige projectsubsidie van het fonds ontvangt en de buitenlandse voorstellingen of concerten waarop de aanvraag ziet reeds geheel of gedeeltelijk in dat kader door het fonds worden ondersteund.

Artikel 14: Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Deelregeling subsidiering reiskosten buitenlandse voorstellingen of concerten van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+.

Artikel 15: Wijziging

De Deelregeling projectsubsidies voor podiumkunstinstellingen van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel n, vervalt.

B

Artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het eind van onderdeel a wordt de aanduiding ‘of’ geplaatst.

2. Aan het eind van onderdeel b wordt de aanduiding ‘; of’ vervangen door een punt.

3. Onderdeel c vervalt.

C

Artikel 4, tweede lid, onderdeel c, vervalt.

D

Art 7, derde lid, vervalt.

E

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1.’ Voor het eerste lid vervalt.

2. Het tweede en derde lid vervallen.

F

Artikel 11, eerste lid, onderdeel e, vervalt.

Artikel 16: Inwerkingtreding

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

  • 2. Aanvragen die zijn ingediend voor inwerkingtreding van deze regeling worden afgehandeld op basis van de op het moment van indiening geldende regeling.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Het bestuur van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,

namens deze:

directeur/voorzitter raad van bestuur,

G. Lawson.

TOELICHTING

1. Inleiding

De Deelregeling subsidiering reiskosten buitenlandse voorstellingen of concerten van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ beoogt makers en uitvoerders die actief zijn in de podiumkunsten in Nederland de mogelijkheid te bieden hun vleugels uit te slaan naar het buitenland, om ook daar een eigen publiek op te bouwen. En anderzijds draagt deze regeling eraan bij dat men buiten Nederland kennis kan nemen van wat in ons land wordt gemaakt op het gebied van theater, dans, muziek en muziektheater. Daartoe kent deze regeling twee soorten subsidie:

  • subsidie voor gezelschappen, groepen, ensembles en individuen die een serie voorstellingen of concerten geven in het buitenland.

  • subsidie voor componisten, toneelschrijvers, librettisten of choreografen die zijn uitgenodigd om een door hem/haar voortgebrachte voorstelling of concert in het buitenland bij te wonen.

Deze regeling is vooral bedoeld als stimulans voor relatief eenvoudige projecten. Voor grotere projecten met een langere voorbereidingstijd, hogere kosten et cetera kent het fonds aparte subsidies gericht op internationalisering. Voor optredens die plaatsvinden op de Nederlandse Antillen bestaat de mogelijkheid een subsidieaanvraag in te dienen binnen de regeling voor projectsubsidies. Meer informatie kunt u vinden op www.nfpk.nl.

Het fonds hanteert een eenvoudige aanvraagprocedure voor deze aanvragen. Achtergrond is dat het om kleine projecten gaat en er ook een beperkt budget mee gemoeid is. De aanvraag wordt getoetst aan een beperkt aantal, relatief eenvoudige eisen.

2. Subsidie voor het geven van voorstellingen en concerten

Voor alle soorten optredens op het gebied van theater, dans, muziek of muziektheater kan subsidie worden aangevraagd. Het kan dus gaan om voorstellingen of concerten van gezelschappen, ensembles, popgroepen, big bands, maar ook van singer-songwriters of dj’s. De aanvraag moet wel worden gedaan door een instelling die rechtspersoonlijkheid heeft (in dit kader: een stichting, vereniging of bv). Eventueel kan ook worden aangevraagd door een vertegenwoordiger (zie onder ‘het indienen van de aanvraag’).

Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de uitvoerder (de artiest of band, het ensemble, het gezelschap et cetera) in de afgelopen 18 maanden minimaal 10 keer hebben opgetreden op podia die een relevante programmering hebben in het betreffende genre of de betreffende discipline. Het moet dus gaan om podia ‘die ertoe doen’. Voor theater, muziektheater en dans geldt dat het met name gaat om podia die door gemeentes uit cultuurbudget worden gefinancierd (schouwburgen, vlakke vloertheaters, concertgebouwen). In de popmuziek zijn daarnaast in elk geval podia die door het NFPK zijn aangemerkt als groot podium of kernpodium in het kader van het Nederlands Popmuziek Plan aan te merken als podia met een relevante programmering.

Ook optredens op festivals tellen mee. Daar geldt eveneens de eis dat het festival in kwestie een relevante programmering heeft. Voor popfestivals geldt dat ze in elk geval geacht worden aan die eis te voldoen als ze door het NFPK worden gesubsidieerd.

De 10-in-18-eis kan worden gezien als een indirecte toets op de kwaliteit: als een gezelschap, ensemble et cetera met een zekere regelmaat optreedt op een voor het betreffende genre interessant podium, dan gaat het fonds er vanuit dat in het kader van deze regeling de kwaliteit van de activiteiten niet meer afzonderlijk door het fonds getoetst hoeft te worden. Voorts wordt op deze wijze getoetst of de aanvrager ook werkelijk actief is in de Nederlandse podiumkunstenpraktijk.

Subsidie is alleen mogelijk als er minimaal 3  buitenlandse optredens zullen worden gegeven. Deze optredens moeten bevestigd zijn door de buitenlandse podia. Voorts moeten de optredens een logische samenhang vertonen. Dat betekent onder meer dat de optredens aaneengesloten zijn, binnen een beperkte tijdspanne plaatsvinden en er een geografische samenhang is. Achtergrond is dat dit de effectiviteit van een tour vergroot, doordat de mogelijkheden met betrekking tot bijvoorbeeld publiciteit groter zijn. Als de uitvoerenden tussendoor terugreizen naar Nederland wordt de reeks optredens onderbroken en is er dus feitelijk sprake van twee losse series optredens die los dienen te worden aangevraagd.

Het fonds toetst of de buitenlandse podia relevant zijn aan de hand van de programmering die zij verzorgen. Het gaat hierbij dus eigenlijk om de vraag of het om geschikte podia gaat. Het antwoord op deze vraag is afhankelijk van de context waarbinnen het podium functioneert en verschilt dus van land tot land. Duidelijk mag zijn dat die context voor een podium in Europa of Noord Amerika veelal anders is dan voor podia in de meeste andere delen van de wereld.

De regeling is niet bedoeld om herhalingsbezoek te subsidiëren. Als er al eerder ondersteuning is verleend voor een serie optredens in een bepaalde regio wordt daarom gekeken of er ontwikkeling is ten opzichte van de eerder ondersteunde series voorstellingen of concerten. Is geen of onvoldoende sprake van zo’n ontwikkeling, dan wordt de aanvraag afgewezen. Achtergrond is dat de ondersteuning van het fonds ook bedoeld is om contacten en publiek op te bouwen, zodat de optredens uiteindelijk zonder subsidie tot stand komen.

3. Subsidie voor het bijwonen van voorstellingen en concerten

Subsidie voor het bijwonen van een voorstelling of concert kan worden aangevraagd door of ten behoeve van een componist, toneelschrijver, librettist of choreograaf die is uitgenodigd een uitvoering van het eigen werk bij te wonen. De uitnodiging moet worden overgelegd. Verder is subsidie alleen mogelijk als er sprake is van aanvullende activiteiten, waarvoor de aanwezigheid van de betreffende componist, toneelschrijver, librettist of choreograaf vereist is. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan het geven van een lezing of een workshop. Achtergrond van deze eis is dat deze aanvullende activiteiten meerwaarde verlenen aan de aanwezigheid van de scheppende kunstenaar, waardoor het effect groter kan worden (vergroting publieksbereik, bekendheid bij buitenlands publiek et cetera) en er geen sprake is van een reguliere promotionele activiteit.

4. Subsidiebedrag en verdeling budget

Het subsidiebedrag is in principe gelijk aan het totaal van de reiskosten van de betrokkenen en – waar relevant – de transportkosten van instrumenten, materialen en dergelijke tot een maximum van € 5.000 als de optredens binnen Europa plaatsvinden en € 7.500 als de optredens daarbuiten zijn. Onder Europa verstaan we het gebied dat wordt begrensd door de Noordelijke IJszee in het noorden, de Atlantische Oceaan in het westen, de Afrikaanse kust in het zuiden en de Oeral in het oosten (geografisch Europa).

In voorkomende gevallen is ook vergoeding van reiskosten van anderen dan de uitvoerenden mogelijk, mits hun aanwezigheid vereist is voor realisatie van de activiteiten (decorbouwers, roadies et cetera). De aanvraag moet duidelijk maken waarom vergoeding van hun reiskosten nodig is. Het subsidiebedrag wordt vastgesteld op basis van realistische prijsopgaven voor de standaard vervoersvorm (ticket tweede klasse of toeristenklasse, huur eigen vervoer).

Voor subsidiëring op deze regeling is een beperkt budget beschikbaar. Als het budget is uitgeput, worden aanvragen automatisch afgewezen. Vanwege de beperktheid van het budget is ervoor gekozen per aanvrager nooit meer dan twee keer per jaar subsidie te verlenen. Overigens is een uitzondering mogelijk als de aanvrager een vertegenwoordiger is en daardoor in een bepaald geval alleen formeel sprake is van meer dan twee aanvragen. In dat geval kan er maximaal tweemaal per jaar worden aangevraagd voor één gezelschap, groep, ensemble of individu.

5. Het indienen van de aanvraag

Een aanvraag kan worden ingediend met behulp van een speciaal formulier. Als het formulier juist is ingevuld en alle gevraagde bijlagen zijn bijgevoegd, is het besluit binnen 30 dagen bekend. Indienen kan niet eerder dan 3 maanden voor het eerste buitenlandse optreden. Aanvragen die te vroeg zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen. Hiervoor is gekozen omdat er in de praktijk vaak sprake is van aanzienlijke veranderingen in de geplande optredens. Het ver van tevoren honoreren van aanvragen brengt een risico met zich mee dat de subsidie vervolgens moet worden ingetrokken omdat de uiteindelijk gerealiseerde optredens sterk afwijken van wat in de aanvraag opgenomen was. Verder is het door het beperkte budget niet wenselijk dat ver vooruit aanvragen worden ingediend. Indienen is mogelijk tot een maand voor het eerste optreden. Als het eerste optreden bijvoorbeeld op 18 maart plaatsvindt, kan dus vanaf 18 december tot en met 18 februari ingediend worden.

Het indienen van de aanvraag kan ook geschieden door een instelling die optreedt als vertegenwoordiger van degene(n) die naar het buitenland reist of reizen. Deze mogelijkheid is met name opgenomen voor het muziekveld, waar sprake is van professionele intermediairs die voor meerdere ensembles of groepen werken. De instelling moet wel in het bezit zijn van rechtspersoonlijkheid en hij moet ook als vertegenwoordiger aan te merken zijn. Als de vertegenwoordiging niet direct uit de statuten blijkt (professionele vertegenwoordigers), kan nog naar de praktijk worden gekeken. In dat geval moet uit de feitelijke activiteiten overtuigend duidelijk zijn dat de aanvrager als vertegenwoordiger kan worden gezien van degene(n) op wie de aanvraag betrekking heeft. Een voorbeeld hiervan is een dansgezelschap dat subsidie vraagt voor een aan het gezelschap verbonden choreograaf.

6. Verplicht melden van veranderingen

Alle veranderingen die wezenlijk zijn voor de subsidiëring moeten worden gemeld. Daarvan is natuurlijk sprake als de activiteiten in het geheel niet doorgaan en als in het besluit een verplichting is opgenomen. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de verplichting dat het altijd gemeld moet worden als een optreden op een bepaald podium vervalt. Voor andere wijzigingen geldt dat het antwoord op de vraag of zij gemeld moeten worden afhankelijk is van de omstandigheden. Als achteraf blijkt dat er sprake is van een verandering die gemeld had moeten worden, kan het fonds de subsidie lager vaststellen of zelfs helemaal intrekken. Dit is geheel voor risico van de aanvrager. In geval van twijfel kunt u natuurlijk altijd telefonisch contact opnemen over wijzigingen.

7. Verantwoording

Er hoeft niet standaard verantwoord te worden. Het fonds controleert door middel van steekproeven of de activiteiten volgens plan zijn uitgevoerd. De aanvrager moet wel altijd in staat zijn om desgevraagd aan te tonen dat dit het geval is. Dat kan door bijvoorbeeld het overleggen van tickets of betaalbewijzen, publiciteitsmateriaal en dergelijke.

Als niet in het kader van de steekproef gevraagd wordt nadere informatie in te sturen, wordt de subsidie ambtshalve door het fonds vastgesteld. De aanvrager wordt hierover schriftelijk geïnformeerd.

8. Tot slot

Deze toelichting moet worden gelezen in combinatie met de Deelregeling subsidiering reiskosten buitenlandse voorstellingen of concerten van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+. Als u vragen hebt of meer informatie wilt, kunt u contact met ons opnemen.

Naar boven