Besluit mandaat uitvoering Beleidsregel nadeelcompensatie Spoorzone Delft

18 december 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1574 sector I&O

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 10:3, 10:4, eerste lid, en 10:5, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de projectmanager Spoorzone Delft en de directeur Projecten van Prorail B.V.;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Verkeer en Waterstaat;

b. ProRail:

ProRail B.V., gevestigd te Utrecht.

Artikel 2

Aan de projectmanager Spoorzone Delft van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding in het kader van de Beleidsregel nadeelcompensatie Spoorzone Delft, met uitzondering van het beslissen op bezwaarschriften tegen voornoemde besluiten.

Artikel 3

Aan de projectmanager Spoorzone Delft van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op verzoeken als bedoeld in artikel 2, met uitzondering van het beslissen op bezwaar tegen voornoemde besluiten.

Artikel 4

  • 1. De projectmanager Spoorzone Delft van ProRail kan van het in de artikelen 2 en 3 aan hem verleende mandaat schriftelijk ondermandaat verlenen en de in die artikelen bedoelde machtiging doorgeven aan een plaatsvervanger.

  • 2. Van de verlening van ondermandaat en van het doorgeven van de machtiging als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk kennis gegeven aan de minister.

Artikel 5

Bij de uitoefening van het mandaat en de machtiging neemt de projectmanager Spoorzone Delft van ProRail of de in artikel 4, eerste lid, bedoelde personen de in de bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie in acht.

Artikel 6

Aan de Directeur Projecten van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister te beslissen op bezwaar tegen de met toepassing van artikel 2 en artikel 3 genomen besluiten.

Artikel 7

Aan de Directeur Projecten van ProRail wordt mandaat en machtiging verleend om namens de minister besluiten te nemen inzake de verschuldigdheid en hoogte van de dwangsom bij niet tijdig beslissen op bezwaar tegen de met toepassing van artikel 2 genomen besluiten.

Artikel 8

  • 1. De Directeur Projecten van ProRail kan van het aan hem in artikel 6 en 7 verleende mandaat schriftelijk ondermandaat verlenen en de in die artikelen bedoelde machtiging doorgeven aan een plaatsvervanger.

  • 2. Van de verlening van ondermandaat en van het doorgeven van de machtiging als bedoeld in het eerste lid wordt schriftelijk kennis gegeven aan de minister.

Artikel 9

Bij de uitoefening van zijn mandaat en machtiging neemt de Directeur Projecten van ProRail of de in artikel 8, eerste lid, bedoelde persoon de in de bijlage bij dit besluit opgenomen algemene instructie in acht.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift worden ingediend. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

Bijlage. Algemene Instructie uitoefening mandaat

  • 1. Besluiten in eerste aanleg worden ondertekend met :

    DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    Namens deze,

    De projectmanager Spoorzone Delft van ProRail B.V.

    (naam)

  • 2. Besluiten op bezwaar worden ondertekend met :

    DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

    Namens deze,

    De Directeur Projecten van ProRail B.V.

    (naam)

  • 3. Gemandateerden houden een archief met ten minste afschriften van ieder door hen genomen besluit en de verslagen van hoorzittingen van de bezwaarcommissie.

  • 4. Gemandateerde beslist niet op bezwaar dan nadat ter zake advies is uitgebracht door een commissie bestaande uit:

    • a. twee vertegenwoordigers van ProRail B.V., waarvan één tevens handelend als voorzitter;

    • b. twee vertegenwoordigers van Rijkswaterstaat.

  • 5. Gemandateerden verstrekken ondergetekende desgevraagd alle inlichtingen omtrent de behandeling van de verzoeken en de behandeling van de bezwaarschriften.

  • 6. Gemandateerden informeren ondergetekende over beslissingen van principiële aard dan wel met buitengewone consequenties of een grote precedentwerking.

TOELICHTING

Omdat ProRail B.V. als beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur is belast met de uitvoering van het ‘spoorse deel’ van het project Spoorzone Delft, is aan de betreffende projectmanager van ProRail B.V. mandaat verleend om namens de Minister van Verkeer en Waterstaat besluiten te nemen op verzoeken om schadevergoeding als bedoeld in artikel 2 van de Beleidsregel nadeelcompensatie Spoorzone Delft. Bij de uitoefening van het mandaat zal ProRail handelen op grond van de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999. Het mandaat omvat ook de machtiging tot het verrichten van handelingen die nodig zijn voor het nemen van deze besluiten.

Het project Spoorzone Delft is de in het bij besluit van 23 februari 2006 door de gemeenteraad van Delft vastgestelde bestemmingsplan ‘Spoorzone’ voorziene herontwikkeling van een gebied in het centrum van Delft, dat op hoofdlijnen bestaat uit de bouw van een viersporige spoortunnel, ongeveer 1.500 nieuwe woningen, 50.000 m2 kantoorruimte, waaronder een stadskantoor, en een nieuw station. Een deel van het in dit bestemmingsplan voorziene project − het zogenoemde ‘stadse deel’ – zal worden uitgevoerd door of in opdracht van de gemeente Delft. Een ander deel − het zogenoemde ‘spoorse deel’ − zal worden uitgevoerd door of in opdracht van ProRail B.V., als beheerder van de hoofdspoorweginfrastructuur en als zodanig belast met de aanpassing/aanleg van de spoorweginfrastructuur.

Het ‘spoorse deel’ van het project Spoorzone bestaat uit:

  • A het deelproject Spoorinfrastructuur: de (gefaseerde) aanleg van de in voormeld bestemmingsplan voorziene tunnel ten behoeve van vier sporen, waarbij twee sporen direct worden aangelegd, inclusief toeritten, kruising Prinses Irenetunnel, DSM, overige kunstwerken en tijdelijke maatregelen en terugbrengen functionaliteit Phoenixstraat, geografisch bepaald tussen spoorlijn Den Haag HS−Schiedam centrum, Geocode 112, km 66.6–72,0;

  • B het Spoorse deel OV-knoop: de in dit plan voorziene aanleg van twee 340 meter lange ondergrondse perrons, het ondergrondse deel van het station, stijgpunten, ondergrondse stalling voor circa 5.000 fietsen;

  • C de stationshal: de in dit plan voorziene realisering van een bovengrondse stationshal met circa 1.500 m2 vervangende en bijbehorende bovengrondse commerciële voorzieningen.

Het beslissen op bezwaar tegen voornoemde besluiten wordt gemandateerd aan de Directeur Projecten van ProRail zodat de beslissing op bezwaar niet wordt genomen door degene die het besluit in primo heeft genomen. De algemene instructie schrijft voor dat ten behoeve van beslissingen op bezwaar een adviescommissie wordt ingesteld, waarin, gezien de aanwezige ervaring en expertise, vertegenwoordigers van ProRail en Rijkswaterstaat participeren.

Het is wenselijk het mandaat met betrekking tot nadeelcompensatie bij ProRail neer te leggen vanwege de aanwezige specialistische kennis, o.a. met betrekking tot technische aangelegenheden, externe veiligheid landschappelijke inpassing, geluid, trillingen e.d.

Uit het oogpunt van efficiency is er voor gekozen het nemen van besluiten inzake de verschuldigdheid en de hoogte van de dwangsom met betrekking tot de behandeling van besluiten inzake nadeelcompensatie en de bezwaren hiertegen ook bij de betrokken projectmanager van ProRail respectievelijk de Directeur Projecten van ProRail neer te leggen. De projectmanager en de Directeur Projecten van ProRail zijn bij de uitoefening van deze taken gehouden aan de algemene instructie bij het mandaat en zijn volledige verantwoording verschuldigd aan de Minister van Verkeer en Waterstaat.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C.M.P.S. Eurlings.

Naar boven