Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2009, 20504 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | Staatscourant 2009, 20504 | Besluiten van algemene strekking |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
In overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;
Besluit:
Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Mundial (toelatingsnummer 12802 N) ter bescherming van uien en sjalotten tegen de uienvlieg.
De vrijstelling is slechts van toepassing indien de voorschriften en beperkingen die zijn opgenomen in de bijlage bij dit besluit, worden nageleefd.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 18 december 2009
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
Directeur-Generaal,
A.M. Burger.
voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Mundial met toelatingsnummer 12802 N voor de behandeling van zaden van uien en sjalotten.
Bij de behandeling van het zaad van uien en sjalotten dient het volgende in acht te worden genomen:
Algemeen:
○ Mundial is een vloeibaar middel voor de behandeling van zaden ter voorkoming van schade door insecten, in dit geval de maden van de uienvlieg.
○ Het middel dient te worden toegepast als coating met de daarvoor gebruikelijke ontsmettingsmachines, of dient tijdens het zaaien door middel van een precisie druppelbehandeling op de zaden te worden gebracht, bijvoorbeeld Phyto drip.
Toepassingen:
Uien en sjalotten, ter bestrijding van de uienvlieg (Delia antiqua). Met de behandeling wordt plantuitval, veroorzaakt door vraat van de made van de uienvlieg tegengegaan.
Dosering:
50 ml middel per 250.000 zaden
A. Vóór of tijdens het uitzaaien:
• Bij de toepassing van het gewasbeschermingsmiddel op het zaad dient een afwerende stof op het zaad te worden aangebracht.
B. Tijdens het uitzaaien
• Bij het uitzaaien het zaad zo diep mogelijk onderwerken in de grond, waarbij de kopakker bijzondere aandacht verdient.
C. Na het uitzaaien
• Plantum NL en LTO Nederland, de aanvragers, zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van een monitoringsprogramma tijdens en na de uitzaaiperiode.
Behandeling van overjarig zaad of partijen met slechte kiemkracht wordt ontraden door de toelatingshouder van het gewasbeschermingsmiddel Mundial.
Artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden maakt het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken. Vrijstelling kan worden verleend als de plantaardige productie door onvoorziene gevaren wordt bedreigd, terwijl het gevaar niet op andere wijze kan worden bestreden.
De uiensector is van mening dat zonder een geschikt gewasbeschermingsmiddel dat wordt aangebracht op het uienzaad ter bestrijding van de uienvlieg, een rendabele teelt van ui niet meer mogelijk is in Nederland. LTO Nederland en Plantum NL hebben daarom op 27 november 2009 gezamenlijk verzocht om een vrijstelling van het middel Mundial ter bescherming van uien tegen de uienvlieg. Besloten is dit verzoek in te willigen, zij het met bijkomende voorwaarden. Hierna zullen de beweegredenen worden toegelicht.
De uienvlieg komt jaarlijks in heel Nederland voor, maar is met name te vinden in de intensieve uienteeltgebieden. In een jaar kunnen twee tot drie generaties uienvlieg voorkomen. De uienvlieg overwintert als pop in de grond. Uit een advies van de Plantenziektenkundige Dienst volgt dat er sprake is van een bedreiging van de uienteelt als de ui niet kan worden beschermd tegen de uienvlieg. De grootste bedreiging vormen de maden van de eerste generatie uienvlieg. Door vraat aangetaste uien vallen in een lagere kwaliteitsklasse en worden niet door de industrie afgenomen.
Tot 1 september 2009 werd elders in de Europese Unie behandeld uienzaad, vaak op basis van de werkzame stof benfuracarb, geïmporteerd in Nederland, omdat de behandeling van uienzaad met gewasbeschermingsmiddelen op basis van de werkzame stof benfuracarb in Nederland niet is toegelaten. Vanaf 1 september 2009 is ook de invoer en het gebruik in Nederland van elders behandeld zaaizaad verder gereguleerd en slechts onder voorwaarden toegestaan, gelet op artikel 20, derde lid van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
Echter, reeds in juni 2007 is bij het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden een aanvraag ingediend voor de toelating van het middel Mundial (werkzame stof fipronil) als zaadbehandelingsmiddel voor uien. Mundial heeft thans reeds een toelating voor de behandeling van zaad van diverse koolsoorten. De reguliere aanvraag zal echter niet tijdig voor het teeltseizoen 2010 zijn afgerond, omdat het College nog onvoldoende gegevens heeft over het risico voor vogels en zoogdieren om de toelaatbaarheid te kunnen beoordelen. Om dezelfde reden is negatief besloten op aanvraag voor een dringend vereiste toelating. Een beslissing op bezwaar daarop zal eerst in 2010 volgen. Hoewel er dus 2 aanvragen aanhangig zijn, is er nog geen definitief besluit omtrent toelating, ondanks dat de aanvraag reeds in 2007 is ingediend. Dat is aan te merken als een onvoorziene omstandigheid.
Uit een advies van de Plantenziektenkundige Dienst blijkt dat er onvoldoende werkzame alternatieven zijn voor zaadbehandeling. Het gewasbehandelingsmiddel Perfecthion zou uienvlieg tijdens de teelt kunnen bestrijden, maar de toelating voor uien is inmiddels ingetrokken in verband met het risico voor vogels. Er geldt nog een opgebruiktermijn tot 14 juni 2010. Dat betekent dat niet het volledige seizoen kan worden afgedekt met dit middel. Een ander alternatief, de steriele mannetjestechniek, biedt vooralsnog slechts een deeloplossing. Andere alternatieven zijn niet voorhanden.
Het College heeft negatief geadviseerd vanwege een in de lopende aanvraagprocedures gebleken risico voor vogels en zoogdieren. De aanvragers hebben geargumenteerd dat uienzaad in de praktijk niet of nauwelijks door vogels wordt gegeten. Zij hebben daartoe een begin van een recent begonnen studie overgelegd.
De conclusie is dat een vrijstelling gewenst is, gelet op het belang van de uienteelt, maar dat er risico’s zijn gesignaleerd voor vogels en zoogdieren. Op de vraag of er sprake is van een daadwerkelijk gevaar voor vogels en zoogdieren is nog geen afgewogen antwoord beschikbaar, vanwege onvoldoende gegevens ter zake.
Zonder vrijstelling komt de uienteelt in Nederland in gevaar. Met een vrijstelling ontstaat er wellicht een risico op vogelsterfte. Daartoe zal de vrijstelling gepaard moeten gaan met een monitoringsprogramma tijdens en na de uitzaaiperiode, zodat bij een gebleken verband tussen behandeld uienzaad en vogelsterfte onmiddellijk de zaadbehandeling alsmede het uitzaaien van reeds behandeld zaad kan worden beëindigd.
Tevens dient het behandelde zaad dieper dan normaal te worden ondergewerkt om het risico op zoogdieren- of vogelsterfte verder te verkleinen.
Getoetst aan voornoemde criteria van artikel 38 van de Wet heeft de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tezamen met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu, in dit bijzondere geval besloten vrijstelling te verlenen.
Gelet op de verlangde spoed en gelet op artikel 38, vijfde lid, van de wet, treedt deze vrijstelling in werking met ingang van de dag dat het besluit zal zijn bekendgemaakt op de website van het ministerie van LNV. Het besluit zal tevens in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze vrijstelling wordt in beginsel eenmalig verleend. De vrijstelling zal onverwijld worden ingetrokken indien de monitoringsresultaten wijzen op aantoonbare sterfte van vogels of zoogdieren door het behandelde zaad. In geval van een eventueel verzoek om een tweede vrijstelling of verlenging van de onderhavige vrijstelling zullen de uit de monitoring verkregen resultaten en aanvullende gegevens uit de literatuur een rol spelen bij de risicobeoordeling, uit te voeren door de experts van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Verder dient de uiensector te kunnen aantonen dat alternatieve methoden, zoals de steriele mannetjestechniek, worden benut. Tot slot is van belang dat de uiensector uiterlijk juni 2010 met een plan komt om het knelpunt binnen afzienbare tijd op te lossen.
Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie op de website van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, tegen dit besluit een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, EK Den Haag.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
voor deze:
Directeur-Generaal,
A.M. Burger.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2009-20504.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.