stcrt-2009-20382-001.png Vaststelling paraplubestemmingsplan ‘ontheffingsregeling, kernen gemeente Dinkelland’

Burgemeester en wethouders van Dinkelland maken bekend dat in overeenstemming met artikel 3.8, lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening de gemeenteraad in zijn vergadering van 15 december 2009 het paraplubestemmingsplan ‘ontheffingsregeling, kernen gemeente Dinkelland’ gewijzigd heeft vastgesteld.

De ambtshalve wijzigingen ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan betreffen:

  • In de toelichting op paragraaf 3.1.2 (overschrijding voorgevelrooilijn) is bij voorbeeld 3 toegevoegd dat hoekerkers uitsluitend worden toegestaan bij een op een hoek van 2 straten dan wel openbare ruimte gelegen woning. Voor hoekerkers geldt dat de afstand tot de perceelsgrens tenminste 2 meter bedraagt en de diepte maximaal 1 meter.

  • In de toelichting op paragraaf 3.1.3 (aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen) is ter verduidelijking ook een verbeelding van een uitbouw toegevoegd.

  • In de toelichting zijn de paragrafen 3.1.4 (Overkappingen) en 3.1.5 (Carports) samengevoegd.

  • In de toelichting op paragraaf 3.1.10 (het wijzigen van het gebruik van bouwwerken, al dan niet in samenhang met inpandige bouwactiviteiten) is de volgende tekst verwijderd In artikel 13 van dit plan wordt een onderscheid gemaakt in het wijzigen van het gebruik in het kernwinkelgebied (centrumplannen) en overige gebieden. Dit om te voorkomen dat het woon-leefklimaat en de uitstraling van het kernwinkelgebied onevenredig wordt aangetast.

  • In de planregels is in artikel 4.2 lid 6 de volgende zin is verwijderd met uitzondering van een woning welke op een hoek van twee straten is gelegen waarbij sprake is van twee voorgevelrooilijnen mag voor beide voorgevelrooilijnen een (hoek)erker worden gebouwd van de betreffende gevel.

  • In de planregels is artikel 5 (aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen) de volgende zin verwijderd In afwijking van het voorgaande mag het gezamenlijk oppervlakte meer bedragen dan 50% mits de gezamenlijke oppervlakte van de aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet meer bedraagt dan 20 m2.

  • In de planregels zijn de artikelen 6 Overkappingen en 7 Carports samengevoegd; hierdoor is ook de vernummering van de opvolgende artikelen aangepast.

  • In de planregels is aan artikel 11 (Inwoning) toegevoegd dat de woning met inwoning de verschijningsvorm van één woning dient te hebben.

  • De kern Deurningen met vigerende bestemmingsplannen is toegevoegd aan bijlage 1 ‘overzicht geldende bestemmingsplannen’.

Bovenstaande wijzigingen zijn in het ontwerp-paraplubestemmingsplan ‘Ontheffingsregeling, kernen gemeente Dinkelland’ doorgevoerd ter verduidelijking en ter bevordering van goede stedenbouwkundige uitgangspunten. De artikelen 6 Overkappingen en 7 Carports zijn samengevoegd om te voorkomen dat boven op de 55 m2 aan uit-, aan- en bijgebouwen er nog 60 m2 aan overkappingen en carports gerealiseerd kan worden i.p.v. de bedoelde 30 m2.

Het vastgestelde plan met de daarbij behorende stukken ligt met ingang van 28 december 2009 voor de periode van 6 weken tijdens de openingsuren bij de receptie in het gemeentehuis te Denekamp ter inzage.

Ook is het plan te raadplegen via www.dinkelland.nl, onder Bestuur, Beleid en Organisatie (klikken op Beleidsnota’s > ter inzage).

Gedurende bovengenoemde termijn van 6 weken kunt u een schriftelijk beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag, wanneer u:

  • Tijdig een zienswijze bij de gemeenteraad hebt ingediend;

  • Belanghebbende bent en aantoont dat u redelijkerwijs niet in staat bent geweest tijdig zienswijzen bij de gemeenteraad in te dienen;

  • Bedenkingen hebt tegen de wijzigingen die zijn aangebracht ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan.

Voor het behandelen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd.

De Raad van State geeft bericht over de hoogte van het griffierecht en de wijze waarop dit moet worden betaald.

Het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beroepstermijn afloopt.

Er wordt op gewezen dat het beroep geen schorsende werking heeft.

Indien gedurende de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt ingediend bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State dan wordt de werking van het besluit opgeschort totdat op dat verzoek is beslist.

Ook voor het behandelen van een verzoek om voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Naar boven