Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 18 december 2009, nr. 95104, houdende wijziging van diverse veterinaire regelingen

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Gelet op:

  • Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273);

  • Verordening (EG) nr. 854/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke voorschriften voor de organisatie van de officiële controles van voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong (PbEU L 226);

  • Verordening (EG) nr. 878/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor bepaalde dierlijke bijproducten die als categorie 1- of 2 materiaal zijn ingedeeld en voor technische toepassingen bestemd zijn (PbEU L 162);

  • Verordening (EG) nr. 103/2009 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 3 februari 2009 tot wijziging van de bijlagen VII en IX bij verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathiën (PbEU L 34);

  • Richtlijn 2006/123 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt (PbEU L 376);

  • artikel 81c, eerste en tweede lid, 81i van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

  • artikel 19 van de Landbouwwet;

  • de artikelen 3 en 16, tweede lid van de Kaderwet diervoeders;

  • de artikelen 5 en 6 van het Besluit dierlijke bijproducten;

  • artikel 24 Besluit diervoeders;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling dierlijke bijproducten 2008 wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen g tot en met p worden geletterd h tot en met o.

2. Na onderdeel f wordt een onderdeel g toegevoegd, luidende:

g. verordening (EG) nr. 878/2004:

verordening (EG) nr. 878/2004 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 tot vaststelling van overgangsmaatregelen krachtens Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad voor bepaalde dierlijke bijproducten die als categorie 1- of 2 materiaal zijn ingedeeld en voor technische toepassingen bestemd zijn (PbEU L 162);

B

Artikel 2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Onder vernummering van het derde lid tot tweede lid vervalt in het tweede lid (nieuw) de zinsnede: Het tweede lid is niet van toepassing.

C

Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid vervalt in het tweede en derde lid (nieuw) de zinsnede: Het tweede lid is niet van toepassing.

D

Aan artikel 2.9 wordt na het derde lid een vierde lid toegevoegd, luidende:

  • 4. De invoer, doorvoer, uitvoer en het in de handel brengen van dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 1, tweede lid van verordening (EG) nr. 878/2004 is verboden, tenzij voldaan is aan de voorwaarden in verordening (EG) nr. 878/2004.

E

In artikel 3.1 wordt na onderdeel f een onderdeel g toegevoegd, luidende:

  • g. dierlijke bijproducten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, van verordening (EG) nr. 878/2004, mits voldaan is aan de voorwaarden uit verordening (EG) nr. 878/2004.

F

Na artikel 3.12 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3.12a

  • 1. Voor het ophalen en verwerken van categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderscheidenlijk artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002, wordt ingestemd met de volgende door de ondernemer te hanteren tarieven:

    • a. voor bij de veehouder gestorven dieren, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 1 bij deze regeling;

    • b. voor bloed: € 62,53 exclusief BTW per ton aangevoerd bloed;

    • c. voor broederijafval, zijnde categorie 2-materiaal, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 2 bij deze regeling;

    • d. voor ander categorie 1-materiaal dan als bedoeld in de onderdelen a en b, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 3 bij deze regeling;

    • e. voor ander categorie 2-materiaal dan als bedoeld in de onderdelen a, b en c, de tarieven zoals opgenomen in bijlage 4 bij deze regeling.

  • 2. De in het eerste lid en in bijlage 1 tot en met 4 bedoelde tarieven gelden tot 1 januari 2011.

G

De volgende bijlagen worden aan de regeling toegevoegd:

BIJLAGE 1 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3.12A, EERSTE LID, ONDERDEEL A

Bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 1-materiaal of categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, respectievelijk artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002.

Ophaaltarief:

Per stop: € 20,13 (excl. BTW)

Diersoort

Eenheid

Tarief veehouders

Slachtvarken

Per dier

2,07

Big

Per vat max. 200 l.

6,47

Zeug

Per dier

7,77

Rund > 1 jaar

Per dier

25,89

Kalf

Per dier

3,62

Nuka

Per dier

2,07

Schaap

Per dier

2,07

Geit

Per dier

1,09

Lam

Per vat max. 200 l.

6,47

Paard

Per dier

18,12

Veulen

Per dier

3,62

Pony

Per dier

8,29

Pluimvee

Per vat max. 200 l.

6,47

Overig

Per vat max. 200 l.

6,47

Overig

Per dier

8,14

BIJLAGE 2 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3.12a, EERSTE LID, ONDERDEEL C

Broederijafval van categorie 2.

Transport- en verwerkingstarieven (€ excl. BTW)

Categorie

Kg per stop

Transport

Verwerking

Totaal

Kleine leveranciers:

 

per stop

per stop

per stop

Klasse 1

0–100

31,80

3,57

35,37

Klasse 2

101–200

31,80

10,90

42,70

Klasse 3

201–300

31,80

18,15

49,95

Klasse 4

301–400

31,80

25,26

57,06

Klasse 5

401–500

31,80

31,76

63,56

Grote leveranciers:

 

per ton

per ton

per ton

Klasse 6

501–5.000

30,80

63,52

94,32

Klasse 7

> 5.001

21,80

63,52

85,32

BIJLAGE 3 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3.12A, EERSTE LID, ONDERDEEL D

Ander materiaal dan bloed of bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 1-materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1774/2002.

Transport- en verwerkingstarieven (€ excl. BTW)

Categorie

Kg per stop

Transport

Verwerking

Totaal

Kleine leveranciers:

 

per stop

per stop

per stop

Klasse 1

0–100

31,80

3,40

35,20

Klasse 2

101–200

31,80

7,92

39,72

Klasse 3

201–300

31,80

12,45

44,25

Klasse 4

301–400

31,80

16,98

48,78

Klasse 5

401–500

31,80

21,51

53,31

Grote leveranciers:

 

per ton

per ton

per ton

Klasse 6

501–5.000

30,80

45,27

76,08

Klasse 7

> 5.001

21,80

45,27

67,08

BIJLAGE 4 ALS BEDOELD IN ARTIKEL 3.12A, EERSTE LID, ONDERDEEL E

Ander materiaal dan bloed of bij de veehouder gestorven dieren, voor zover het betreft categorie 2-materiaal als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002.

Transport- en verwerkingstarieven (€ excl. BTW)

Categorie

Kg per stop

Transport

Verwerking

Totaal

Kleine leveranciers:

 

per stop

per stop

per stop

Klasse 1

0–100

31,80

2,61

34,41

Klasse 2

101–200

31,80

7,99

39,79

Klasse 3

201–300

31,80

13,29

45,10

Klasse 4

301–400

31,80

18,50

50,30

Klasse 5

401–500

31,80

23,27

55,07

Grote leveranciers:

 

per ton

per ton

per ton

Klasse 6

501–5.000

30,80

46,53

77,33

Klasse 7

 

> 5.001

21,80

46,53

ARTIKEL II

In de Regeling vleeskeuring wordt aan artikel 3, een zesde lid toegevoegd luidende:

  • 6. Het is verboden in strijd te handelen met de krachtens de artikelen 18 en 19 van verordening (EG) nr. 854/2004 vastgestelde communautaire uitvoeringsmaatregelen.

ARTIKEL III

De Regeling diervoeders wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 68. eerste lid, van de Regeling diervoeders wordt na onderdeel c een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. bijlage VII, hoofdstuk A, punt 2.3, punt b, onder i) en ii), van verordening (EG) nr. 999/2001.

B

In artikel 81, onderdeel c, komt onderdeel 1° te luiden:

  • artikel 7, bijlage IV en bijlage IX, hoofdstuk D, afdeling B, subonderdeel c, van verordening (EG) nr. 999/2001;

ARTIKEL IV

De Aanwijzingsregeling Gezondheidsdienst voor dieren als inrichting ex artikel 13 Destructiewet wordt ingetrokken.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010, met uitzondering van artikel I, onderdelen B en C, die op 28 december 2009 in werking treden.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 december 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Algemeen

Met onderhavige regeling geeft de minister goedkeuring aan de tarieven voor de verwerking van kadavers, slachtafval en bloed. Vanuit het oogpunt van transparantie is er voor gekozen de goedkeuringen op te nemen in de Regeling dierlijke bijproducten 2008. Voorts wordt uitvoering gegeven aan een aantal communautaire verordeningen en richtlijnen.

De wijziging in de tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers is voor consultatie naar de sector vertegenwoordigers gestuurd. LTO Nederland en het Productschap Vee, Vlees en Eieren, mede namens de Nederlandse organisatie van pluimveehouders (NOP), de Nederlandse Vakbond Varkenshouders (NVV) en de Nederlandse Vakbond Pluimveehouders (NVP), hebben daarop gereageerd. Op de commentaren wordt ingegaan onder ‘tarieven kadavers’.

Omdat de tarieven voor het ophalen en verwerken van slachtafvallen en bloed alleen zijn geïndexeerd, zijn die tarieven niet voor consultatie naar belanghebbenden gestuurd.

Tarieven [artikel I, onderdelen F en G]

Inleiding

De tarieven die door de ondernemer in rekening worden gebracht voor het ophalen en verwerken van categorie 1- of categorie 2- materiaal als bedoeld in artikel 4, eerste lid en artikel 5, eerste lid, onderdelen b tot en met f, van verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 3 oktober 2002 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten (PbEG L 273) behoeven overeenkomstig artikel 6, eerste lid, Besluit dierlijke bijproducten de goedkeuring van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. De onderhavige regeling voorziet in deze goedkeuring.

In de tarieven is rekening gehouden met het resultaat van de nacalculatie van de werkelijke kosten in het jaar 2008. Het gaat om een tekort van € 125.000,– dat is verdeeld over de tarieven van 2010 en 2011. De in de regeling genoemde tarieven gelden binnen de gestelde betalingstermijn. Bij overschrijding van de termijn is wettelijke rente verschuldigd.

Tarieven kadavers

Als gevolg van het wegvallen van de overheidsbijdrage zijn de tarieven voor het ophalen en verwerken van kadavers die in rekening worden gebracht bij de aanbieder in eerste instantie vastgesteld op het niveau van de werkelijke kosten. Overigens zijn de totale feitelijke kosten voor de verwerking van kadavers in 2010 lager dan de kosten in 2009. De transportkosten nemen per stop toe, doordat minder stops (690.000 in 2010 in plaats van 725.000 in 2009) geprognosticeerd zijn. Dit in verband met de verlaging van de ophaalfrequentie voor kleine kadavers.

Het commentaar van de sectorvertegenwoordigers naar aanleiding van de consultatie van de tarieven komt er samengevat op neer dat er meer inzicht nodig is in de opbouw en berekening van de tarieven. Daarnaast wordt aangegeven dat het op dit moment niet duidelijk is welke procedure er geldt ten aanzien van de totstandkoming van de tarieven. Voorgesteld wordt daarom om komend jaar te benutten om tot een duidelijke procedure te komen voor de vaststelling van de destructietarieven.

Het hierboven weergegeven commentaar van de sector heeft voor de tarieven voor 2010 niet geleid tot inhoudelijke aanpassingen van de regeling.

Tijdens de begrotingsbehandeling is op 2 december 2009 door het CDA-kamerlid Atsma een amendement ingediend (32123 XIV, nr. 74, na wijziging nr. 127) waarmee beoogd is om binnen de LNV begroting € 15 miljoen vrij te maken voor de verwerking van kadavers. Op 15 december 2009 is over dit amendement gestemd. Het amendement is niet aangenomen. De tarieven, zoals deze ter consultatie zijn voorgelegd aan de sector, blijven ongewijzigd.

Tarief slachtbijproducten categorie 1- en 2-materiaal en broederijafval

Tenslotte worden de door de ondernemer voorgestelde tarieven voor het ophalen en verwerken van overig categorie 1- en 2- materiaal goedgekeurd. In dit tarief is, evenals voorgaande jaren, geen overheidsbijdrage verwerkt. De desbetreffende tarieven zijn opgenomen in de bijlagen 3 en 4 bij deze regeling. Deze tarieven zijn in vergelijking met de tarieven die vanaf 1 juli 2009 gelden lager, door lagere transportkosten en door een lichte daling in de verwerkingskosten.

Tarief bloed

Voorts wordt het door de ondernemer voorgestelde tarief voor het ophalen en verwerken van bloed goedgekeurd. Ook voor dit tarief geldt dat er, net als voorgaande jaren, geen overheidsbijdrage is. De ondernemer brengt thans per ton afgevoerd bloed een tarief in rekening van € 62,53 exclusief BTW (€ 20,87 excl. BTW voor het transport en € 41,66 excl. BTW voor de verwerking). Het tarief voor bloed is ten opzichte van 2009 licht gestegen.

Verordening (EG) nr. 878/2004 [artikel I, onderdelen A, D en E]

Verordening (EG) nr. 878/2004 (PbEU L 162) biedt lidstaten de mogelijkheid om de invoer, uitvoer, doorvoer en het in de handel brengen van bepaalde dierlijke bijproducten van categorie 1- en 2- materiaal toe te staan.

Met deze wijziging van artikel 2.9 van de Regeling dierlijke bijproducten 2008 wordt de invoer, uitvoer, doorvoer en het in de handel brengen van dierlijke bijproducten van categorie 2 die genoemd zijn in artikel 1, tweede lid van verordening (EG) nr. 878/2004 toegestaan. Het gaat hierbij o.a. om bepaalde terrestrische ongewervelde dieren. Omdat het hier gaat om categorie 2 materiaal waarvoor normaal gesproken een aangifteplicht geldt is eveneens artikel 3.1 aangepast.

Richtlijn 123/2006/EG [Artikel I, onderdelen B en C, artikel V]

In de artikelen 4 en 5 van verordening (EG) nr. 1774/2002 wordt voorgeschreven op welke wijze categorie 1 en 2 materiaal verwerkt moet worden. Voor de daarin genoemde verwerkingsmethoden is een erkenning vereist. Een van de genoemde methoden is het verwerken op grond van verwerkingsmethode 1 waarna het gestort wordt op een erkende stortplaats (artikel 4, tweede lid, onderdeel c en artikel 5, tweede lid, onderdeel c van verordening (EG) nr. 1774/2002). Ten aanzien van het storten op een erkende stortplaats is in het tweede lid van de artikelen 2.3 en 2.4 van de regeling, een aparte toestemming vereist. Op grond van de dienstenrichtlijn, Richtlijn 2006/123/EG (PbEU, L 376) mogen lidstaten geen beperkingen stellen aan het vrij verrichten van diensten, zoals dit toestemmingsvereiste. Lidstaten moeten uiterlijk 28 december 2009 de nationale regelgeving in overeenstemming brengen met de Dienstenrichtlijn. Dit is de reden dat deze wijziging reeds op 28 december 2009 in werking treedt.

Overigens blijft het afvalbeleid erop gericht te kiezen voor de meest millieuvriendelijke verwerkingswijze. Oud-kamerlid Lansink heeft daartoe een overzicht opgesteld, de zogenoemde ‘ladder van Lansink’ waarbij de methode die onderaan staat de minste voorkeur heeft. Storten staat onderaan deze ladder. Voor de toekomst wordt overwogen een stortverbod voor dierlijke bijproducten in te voeren.

Verordening (EG) nr. 854/2004 [artikel II]

De strafbaarstelling van communautaire regelingen waarmee uitvoering wordt gegeven aan verordening (EG) nr. 854/2004 (PbEU L 226) behoeft als gevolg van de wijziging van artikel 3 van de Regeling vleeskeuring niet meer afzonderlijk te worden geregeld, maar vindt plaats doordat een verbod is opgenomen op het handelen in strijd met communautaire regelingen die gebaseerd zijn op artikel 18 en 19 van verordening (EG) nr. 854/2004.

Verordening (EG) nr. 103/2009 [artikel III]

Verordening (EG) nr. 103/2009 (PbEU L 34) wijzigt verordening (EG) nr. 999/20011. Met de wijziging van de verordening is beoogd beperkingen op te leggen aan het gebruik van melk van schapen of geiten die met TSE of klassieke scrapie, met name voor wat betreft de vervoedering van die melk. Dit is tenuitvoergelegd in de Regeling diervoeders.

Aanwijzingsregeling Gezondheidsdienst voor Dieren [artikel IV]

De regeling waarbij de Gezondheidsdienst voor Dieren (hierna: GD) wordt aangewezen als inrichting ex artikel 13 Destructiewet wordt ingetrokken.

Onder het huidige stelsel wordt op grond van artikel 3.1, onderdeel f, in samenhang met artikel 2.12 van de Regeling dierlijke bijproducten 2008, door de VWA een toestemming overeenkomstig artikel 23 van verordening (EG) nr. 1774/2002 verleend. Deze toestemming houdt in dat de aanvrager dierlijke bijproducten mag gebruiken voor wetenschappelijk onderzoek en daarvoor mag ontrekken aan de aangifteplicht uit artikel 3.1 van de Regeling dierlijke bijproducten. De GD heeft reeds een toestemming ex artikel 23 van verordening (EG) nr. 1774/2002 aangevraagd bij de VWA en gekregen. Een aparte aanwijzingsregeling is daarom niet meer nodig.

Vaste verandermomenten (VVM)

Voor de inwerkingtreding van LNV-regelgeving gelden sinds medio 2008 in principe twee vaste verandermomenten, te weten 1 januari (publicatie uiterlijk 1 oktober) en 1 juli (publicatie uiterlijk 1 april). Deze regeling treedt op 1 januari 2010 in werking, met uitzondering van artikel I, onderdelen B en C die op 28 december 2009 in werking treden, maar is niet drie maanden daaraan voorafgaand gepubliceerd. De reden van deze afwijking is dat bij deze regeling voor een kalenderjaar tarieven worden vastgesteld die gebaseerd zijn op de kosten die in het voorgaande jaar zijn gemaakt. Deze cijfers zijn pas tegen het eind van het jaar bekend. Publicatie voor 1 oktober is derhalve niet mogelijk.

Administratieve lasten

De wijzigingen van de regelingen hebben geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.


XNoot
1

Verordening (EG) nr. 999/2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën (PbEG L 147).

Naar boven