Regeling van de Minister voor Jeugd en Gezin van 17 december 2009, nr. JZ-2973974, houdende vaststelling van de hoogte van de ouderbijdrage jeugdzorg 2010

De Minister voor Jeugd en Gezin,

Gelet op artikel 71 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg;

Besluit:

Artikel 1

De bedragen, genoemd in artikel 70, onder a, van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg worden als volgt vastgesteld:

  • voor een jeugdige van 0 tot en met 5 jaar: € 68,76 per maand;

  • voor een jeugdige van 6 tot en met 11 jaar: € 94,55 per maand;

  • voor een jeugdige van 12 tot en met 20 jaar: € 120,33 per maand.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2009, treedt zij in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 januari 2010.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling hoogte ouderbijdrage jeugdzorg 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Artikel 71 van het Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg (Stb. 2004, 703) bepaalt dat de bedragen, genoemd in artikel 70, onder a, jaarlijks bij ministeriële regeling met ingang van 1 januari opnieuw worden vastgesteld aan de hand van de prijsindex voor de gezinsconsumptie. De ouderbijdrage voor 2010 wordt verhoogd met het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ van oktober 2009 en oktober 2008, zoals gepubliceerd in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat verschil is 0,7 procentpunt.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

Naar boven