Regeling van de Minister van Justitie van 21 december 2009 nr. 5634909/09, houdende wijziging van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (drieënnegentigste wijziging)

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, tweede lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en de artikelen 3.99, derde lid en 3.108, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Voorschrift Vreemdelingen 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 3.33b wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3.33c

  • 1. De aanvraag:

    • a. tot het verlenen of wijzigen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet;

    • b. tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 20 van de Wet, door de vreemdeling die in aanmerking komt voor de terugkeeroptie op grond van de Remigratiewet, of

    • c. om toetsing aan het gemeenschapsrecht,

    wordt door de vreemdeling in persoon ingediend.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, onder a, wordt de aanvraag als bedoeld in artikel 3.33a, derde lid, van deze regeling, de aanvraag verband houdend met verblijf als kennismigrant of de aanvraag verband houdend met verblijf als onderzoeker in de zin van de richtlijn 2005/71/EG ingediend door tussenkomst van de onderwijsinstelling, onderscheidenlijk de werkgever die een verklaring als bedoeld in bijlage 12a heeft ondertekend of de onderzoeksinstelling.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, worden aan artikel 3.34b, eerste lid, vier onderdelen toegevoegd, luidende:

  • j. een aanvraag indient in het kader van dreigend eergerelateerd geweld onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • k. een aanvraag indient in het kader van verblijf als slachtoffer van mensenhandel onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • l. een aanvraag indient in het kader van huiselijk geweld, onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • m. als minderjarig kind een aanvraag indient tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met gezinshereniging, bij een vreemdeling die, in het kader van dreigend eergerelateerd geweld, verblijf als slachtoffer van mensenhandel of huiselijk geweld, een aanvraag heeft ingediend tot het verlenen van een verblijfsvergunning dan wel aan wie in dat kader een verblijfsvergunning is verleend onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’.

C

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, worden aan artikel 3.34e vier onderdelen toegevoegd, luidende:

  • g. de vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning die is verleend in het kader van dreigend eergerelateerd geweld onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • h. de vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning die, in het kader van verblijf als slachtoffer van mensenhandel, is verleend onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • i. de vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning die, het kader van huiselijk geweld is verleend onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’;

  • j. de vreemdeling in aanmerking komt voor verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning als bedoeld in artikel van 14 van de Wet, onder een beperking verband houdend met gezinshereniging voor verblijf bij een vreemdeling aan wie in het kader van dreigend eergerelateerd geweld, verblijf als slachtoffer mensenhandel of huiselijk geweld, een verblijfsvergunning is verleend onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’.

D

In artikel 3.34g wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Ter zake van de afgifte ter uitvoering van artikel 4.22, tweede lid, van het Besluit, van een vervangend document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder b en e, van de Wet blijkt, is de vreemdeling een bedrag van € 41 verschuldigd.

E

In artikel 3.34i, derde lid, wordt ‘de artikelen 3.34d en 3.34g, eerste lid’ vervangen door: de artikelen 3.34d en 3.34g, eerste, derde, vierde en vijfde lid.

F

Na artikel 3.34i worden twee artikelen toegevoegd, luidende:

Artikel 3.34j

  • 1. Ter zake van de afgifte ter uitvoering van artikel 4.22, eerste lid, van het Besluit, van een vervangend document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a en b, van de Wet blijkt, is de vreemdeling een bedrag van € 100 verschuldigd.

  • 2. Ter zake van de afgifte ter uitvoering van artikel 4.22, eerste lid, van het Besluit, van een vervangend document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder e, van de Wet blijkt, is de vreemdeling een bedrag van € 41 verschuldigd.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is de vreemdeling een bedrag van € 41 verschuldigd ter zake van de afgifte van een vervangend document:

    • a. waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a, van de Wet blijkt, voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is en de verblijfsvergunning is verleend onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid als zelfstandige;

    • b. waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder b, van de Wet blijkt voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is en de vreemdeling direct voorafgaande aan de aanvraag houder is van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 14 van de Wet onder een beperking verband houdend met het verrichten van arbeid als zelfstandige;

    • c. waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a, b of l, van de Wet blijkt voor zover de vreemdeling van Turkse nationaliteit is en het verrichten van arbeid is toegestaan;

    • d. waaruit het rechtmatig verblijf bedoeld in artikel 8, onder a, b of l, van de Wet blijkt, voor zover de vreemdeling het gezinslid is van een vreemdeling als bedoeld in de onderdeel c.

Artikel 3.34k

  • 1. Ter zake van de afgifte van een document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder a of b, van de Wet blijkt, aan de minderjarige vreemdeling en voor de eerste keer een zelfstandig verblijfsdocument aanvraagt, is de vreemdeling een bedrag van € 100 verschuldigd.

  • 2. Ter zake van de afgifte van een document waaruit het rechtmatig verblijf, bedoeld in artikel 8, onder e, van de Wet blijkt, is de minderjarige vreemdeling een bedrag van € 41 verschuldigd.

  • 3. In afwijking van het eerste lid is de minderjarige vreemdeling die het gezinslid is van een vreemdeling als bedoeld in onderdeel c van artikel 3.34j een bedrag van € 41 verschuldigd.

G

Bijlage 13k, behorend bij artikel 3.40, komt te luiden als aangegeven in de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 21 december 2009

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

BIJLAGE

Verklaring om een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 tevens geldig te verklaren voor een (de) hier te lande geboren kind(eren)

In te vullen in tweevoud

V-nummer:

De ondergetekende,

Achternaam .....

Voorna(a)m(en) .....

Geboortedatum .....

Geboorteplaats .....

Geboorteland .....

Adres .....

Postcode/Plaats .....

vraagt de voor hem/haar* lopende asielaanvraag tevens geldig te verklaren voor ondergenoemde kind(eren), dat/die in Nederland is/zijn* geboren.

Ondergetekende verklaart ermee bekend te zijn dat de verblijfsrechtelijke gegevens van ondergenoemde kind(eren) worden doorgegeven aan instanties die deze gegevens nodig hebben voor de beoordeling van een verstrekking, voorziening, uitkering, ontheffing of vergunning.

naam

geboortedatum

geslacht *

1. .....

.....

m / v

2. .....

.....

m / v

3. .....

.....

m / v

Plaats .....

Handtekening .....

Indien de aanvrager minderjarig is en onder voogdij staat van Nidos dient dit formulier te worden ondertekend door Nidos:

Plaats .....

Handtekening Nidos .....

Datum .....

 

Onderstaande niet door aanvrager in te vullen.

Ontvangen op .....

Medewerker COA .....

  • * doorhalen wat niet van toepassing is

TOELICHTING

Algemeen

In deze regeling staan wijzigingen ten aanzien van het indienen van aanvragen door de vreemdeling in persoon, de heffing van leges en bijlage 13k, behorend bij artikel 3.40.

Artikelsgewijs

A

Op grond van de delegatiebepaling in artikel 3.99, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 wordt in artikel 3.33c geregeld in welke gevallen de aanvraag door de vreemdeling in persoon wordt ingediend. Het gaat om alle aanvragen tot het verlenen van de verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd of tot het wijzigen van die vergunning, aanvragen van vreemdelingen die in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd in het kader van de terugkeeroptie op grond van artikel 8 van de Remigratiewet en aanvragen om toetsing aan het gemeenschapsrecht.

In het tweede lid is een uitzonderingsbepaling opgenomen voor de vreemdeling die door tussenkomst van de onderwijsinstelling als bedoeld in artikel 18a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000, van een werkgever die een verklaring als bedoeld in bijlage 12a van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 heeft ondertekend of een onderzoeksinstelling, de aanvraag om een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd verband houdend met verblijf als kennismigrant, student of onderzoeker in de zin van richtlijn 2005/71/EG indient.

B, C

Al enige jaren is er aandacht voor eergerelateerd geweld en de bestrijding ervan. Het merendeel van de slachtoffers is in het bezit van de Nederlandse nationaliteit of is in het bezit van een zelfstandige verblijfsvergunning. Het komt ook voor dat een slachtoffer een afhankelijke verblijfsvergunning heeft, of in het geheel niet of niet meer in het bezit is van een verblijfsvergunning. Voor deze laatste groep ontbreekt daarmee veelal de mogelijkheid om gebruik te maken van (gefinancierde) opvang en hulpverlening.

Voor vreemdelingen die dreigen slachtoffer te worden van eergerelateerd geweld en die niet (meer) in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning op grond van het huidige beleid, is een beleidskader voor toelating gecreëerd. Het beleidskader definieert wat onder eergerelateerd geweld wordt verstaan en stelt de voorwaarden waaronder de verblijfsvergunning verleend kan worden. De verblijfsvergunning zal op grond van artikel 3.4, derde lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 worden verleend ‘conform beschikking Staatssecretaris’.

Slachtoffers van eergerelateerd geweld beschikken vaak niet over eigen financiële middelen om de eigen bijdrage voor opvang in de vrouwenopvang te bekostigen, nu zij geen aanspraak hebben op voorzieningen en verstrekkingen van overheidswege. Voorts geldt dat het wenselijk is dat deze slachtoffers kunnen worden opgevangen en beschermd. Tenslotte kan van deze vreemdelingen, gelet op de omstandigheid dat het hier gaat om onvoorziene en onvoorzienbare situaties, niet gevergd worden dat zij vooruitlopend op de betaling van de leges regelmatig een bedrag opzij leggen.

Slachtoffers van huiselijk geweld zonder rechtmatig verblijf (net als slachtoffers van eergerelateerd geweld) beschikken vaak ook niet over eigen financiële middelen om de eigen bijdrage voor opvang in de vrouwenopvang te bekostigen. Hetzelfde geldt voor slachtoffers van mensenhandel die geen medewerking verlenen aan het strafproces.

Het is wenselijk dat deze slachtoffers kunnen worden opgevangen en beschermd. Van deze vreemdelingen kan niet, gelet op de omstandigheid dat het hier gaat om onvoorziene en onvoorzienbare situaties, gevergd worden dat zij vooruitlopend op de betaling van de leges regelmatig een bedrag opzij leggen.

Nu aan slachtoffers van eergerelateerd geweld, mensenhandel of huiselijk geweld onder omstandigheden verblijf zal worden toegestaan, is het waarschijnlijk dat aanvragen van de bij deze ouder verblijvende minderjarige kinderen zullen volgen. Het ligt in de rede deze kinderen verblijf toe te staan en de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van het kind aan te laten sluiten bij de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning van de hoofdpersoon.

Hierbij is tevens van belang dat een slachtoffer van dreigend eergerelateerd geweld, mensenhandel of huiselijk geweld meestal in de opvang verblijft en in een situatie verkeert waarin het niet mogelijk is legaal en duurzaam middelen te verwerven.

Gelet hierop is besloten deze categorieën vreemdelingen en hun minderjarige kinderen, indien het slachtoffer in het kader van dreigend eergerelateerd geweld een aanvraag heeft ingediend voor verlening of verlenging onder de beperking ‘conform beschikking Staatssecretaris’, vrij te stellen van het legesvereiste.

D, E

In het legeshuis wordt een nieuw tarief voor de vijfjaarlijkse vervanging van het document voor houders van een verblijfsvergunning regulier voor onbepaalde tijd en houders van een document duurzaam verblijf voor EU-burgers geïntroduceerd (Kamerstukken II 2009/10, 30 573, nr. 48). Op grond van artikel 4.22, tweede lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 worden deze documenten telkens vijf jaren na afgifte van het document vervangen. Het tarief bedraagt € 41.

F

In het legeshuis wordt in artikel 3.34j een nieuw tarief geïntroduceerd voor de vervanging van het document indien er sprake is van vermissing, verlies of het voor identificatie ondeugdelijk worden van het document. Op grond van artikel 4.22, eerste lid, van het Vreemdelingenbesluit 2000 worden deze documenten, onder voorwaarden, vervangen. Het tarief bedraagt € 100.

In artikel 3.34k wordt een nieuw tarief geïntroduceerd voor de minderjarige vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft en voor de eerste keer een zelfstandig document aanvraagt. Het tarief bedraagt eveneens € 100.

G

De verklaring, behorend bij artikel 3.40, om een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 tevens geldig te verklaren voor een of meer hier te lande geboren kinderen is in verband met de overdracht van asielgerelateerde taken van de Vreemdelingenpolitie aan de ketenpartners gewijzigd.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin.

Naar boven