Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2009, nr. IVV/FB/26898, tot nadere regels inzake de berekening van de uitkeringen aan gemeenten, bedoeld in artikel 50 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004, voor het uitvoeringsjaar 2010 (Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2010.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 50, tweede lid, van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. het Bbz 2004:

het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

b. de uitkering Bbz 2004:

de uitkering, bedoeld in artikel 50, eerste lid, van het Bbz 2004.

Artikel 2. Berekening uitkering Bbz 2004 voor gemeenten

  • 1. Voor gemeenten wordt de uitkering Bbz 2004 berekend aan de hand van de volgende formule UGBBZ = (KBBZ : TKBBZ) × TBBBZ

    waarbij:

    • a. UGBBZ de uitkering Bbz 2004 aan de gemeente over het uitvoeringsjaar 2010 is;

    • b. KBBZ de som van 32% van de gemeentelijke uitgaven aan kosten levensonderhoud en 98% van de gemeentelijke uitgaven aan bedrijfskapitaal Bbz 2004 over het uitvoeringsjaar 2008 is;

    • c. TKBBZ het totaal is van de gemeentelijke uitgaven Bbz 2004 als bedoeld in onderdeel b over het uitvoeringsjaar 2008;

    • d. TBBBZ het totale bedrag is dat beschikbaar is voor de uitkeringen Bbz 2004 aan gemeenten over het uitvoeringsjaar 2010.

  • 2. Artikel 8a van het Besluit WWB 2007 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 3. Intrekking regeling voor uitvoeringsjaar 2009

  • 1. De Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2009 wordt ingetrokken.

  • 2. In afwijking van het eerste lid blijft de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2009, zoals die luidt op 31 december 2009, van toepassing op de financiële afwikkeling van de uitkeringen Bbz 2004 aan gemeenten met betrekking tot het uitvoeringsjaar 2009.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt, met uitzondering van artikel 3, in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Artikel 3 treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 5. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

TOELICHTING

Inleiding

Op grond van artikel 78f van de Wet werk en bijstand (WWB) worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels gesteld met betrekking tot de verlening van bijstand en bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal op grond van de WWB aan zelfstandigen. Met het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) is invulling gegeven aan dit artikel.

De financiële middelen voor de kosten van levensonderhoud voor startende zelfstandigen op grond van het Bbz 2004 worden – samenhangend met het Wetsvoorstel bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten (Kamerstukken 31 927) – gebundeld met het WWB-inkomensdeel. De financiële middelen voor de kosten met betrekking tot voorbereiding en begeleiding van startende ondernemers zijn – samenhangend met vorengenoemd wetsvoorstel – toegevoegd aan het Participatiebudget. Voor deze kosten wordt het gecombineerde declaratie- en budgetsysteem vervangen door een systeem van volledige budgetfinanciering.

Ten aanzien van de overige kosten van levensonderhoud en bedrijfskapitaal blijft het huidige gecombineerde declaratie- en budgetsysteem op grond van het Bbz 2004 bestaan. Voor de kosten aan levensonderhoud voor ondernemers in de binnenvaart blijft het declaratiesysteem bestaan.

Voor bovenstaande geldt dat in artikel 50, eerste lid, van het Bbz 2004 is geregeld dat voor de ten laste van de gemeente gebleven kosten, bedoeld in artikel 48 van het Bbz 2004, die op grond van het eerste lid van dat artikel niet voor vergoeding in aanmerking komen, het Rijk jaarlijks een uitkering aan de gemeente verstrekt, met dien verstande dat geen uitkering wordt verstrekt voor op grond van artikel 52 van de WWB verleende voorschotten algemene bijstand. Op grond van artikel 50, tweede lid, van het Bbz 2004 wordt de berekeningswijze van het bedrag van de uitkering vastgelegd in deze ministeriële regeling.

Verdeelsystematiek Bbz 2004

De verdeelsystematiek voor de verdeling van het uitkeringsbedrag Bbz 2004 over gemeenten is voor 2010 in beginsel gelijk aan die voor het uitvoeringsjaar 2009, zoals vastgelegd in de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2009. Het budgetaandeel voor een gemeente wordt berekend op basis van het uitgavenaandeel in het verleden. Anders dan bij de verdeling voor het uitvoeringsjaar 2009, wordt hierbij alleen dat deel van de uitgaven meegenomen dat betrekking heeft op onderdelen uit het Bbz 2004 die niet worden gebundeld met het WWB-inkomensdeel of toegevoegd aan het Participatiebudget.

De gegevens over de uitgaven 2008 die bij de verdeling worden gebruikt zijn afkomstig uit de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekening over 2008. Voor de verdeelmaatstaf (uitgaven Bbz 2004 over het jaar 2008) wordt uitgegaan van de uitgaven Bbz 2004 die over 2008 zijn verantwoord bij de volgende twee indicatoren in de bijlage bij de jaarrekening:

  • totaal uitgaven uitkeringen Bbz 2004 (excl. Bob);

  • totaal uitgaven kapitaalverstrekking Bbz 2004.

Omdat bij deze indicatoren ook respectievelijk de uitgaven aan levensonderhoud voor startende ondernemers (naar WWB-inkomensdeel) en de uitgaven aan voorbereidings- en begeleidingskosten (naar het Participatiebudget) worden verantwoord, worden deze bedragen in afwijking van 2009 niet volledig meegenomen, maar voor respectievelijk 32% en 98%.

Het uitkeringsbedrag Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2010 wordt vervolgens berekend door het aandeel van de gemeente in de landelijke uitgaven te vermenigvuldigen met het macrobudget Bbz 2004 voor 2010.

Te late indiening van verantwoordingsinformatie

Voor de budgetverdeling voor uitvoeringsjaar 2010 dienen de relevante uitgavencijfers over 2008 van alle gemeenten beschikbaar te zijn. In artikel 2, tweede lid, is geregeld hoe te handelen indien van een of meer gemeenten de uitgavencijfers over 2008 ontbreken. Artikel 8a van het Besluit WWB 2007 is van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat voor die gemeenten waarvan de uitgaven 2008 wel beschikbaar zijn, deze ook worden gebruikt. Voor de gemeenten waarvan genoemde uitgaven niet beschikbaar zijn, wordt uitgegaan van de uitgaven 2007. Deze uitgavencijfers worden vervolgens gecorrigeerd voor de ontwikkeling van de gemiddelde prijs van die gemeenten waarvan de cijfers over 2008 beschikbaar zijn en voor de ontwikkeling van het beroep dat op het Bbz 2004 wordt gedaan in de betreffende gemeente. Tot slot zal op deze uitkomst een correctiefactor worden toegepast, om te voorkomen dat de betreffende gemeenten voordeel (en derhalve de overige gemeenten nadeel) zullen hebben van te late indiening van de verantwoordingsinformatie door een of meerdere gemeenten.

Tot slot

Met deze regeling wordt in artikel 3 gelijktijdig de Regeling uitkeringen gemeenten Bbz 2004 voor het uitvoeringsjaar 2009 ingetrokken. Deze regeling heeft na het jaar 2009 geen functie meer.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven