Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 16 december 2009, nr. IVV/FB/2009/26897, tot regels ter uitvoering van de Wet participatiebudget (Regeling participatiebudget)

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

in overeenstemming met de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op artikel 5, vierde lid, van de Wet participatiebudget en artikel 2, derde lid, van het Besluit participatiebudget;

Besluit:

Artikel 1. Beeld van de uitvoering

  • 1. Het beeld van de uitvoering, bedoeld in artikel 5, vierde lid, van de Wet participatiebudget, wordt uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het beeld van de uitvoering betrekking heeft door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontvangen.

  • 2. Het beeld van de uitvoering wordt ingediend onder gebruikmaking van een formulier dat door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid elektronisch beschikbaar wordt gesteld met het Digitaal Verantwoordingssysteem.

Artikel 2. Peiljaren en gewichten voor verdeelmaatstaven

Voor de verdeelmaatstaven, bedoeld in bijlage 1 bij het Besluit participatiebudget, gelden de volgende peiljaren en gewichten:

Verdeelmaatstaf

Peiljaar

Gewicht

Aantal bijstandsontvangers

2007

1,62

Aantal WW-ontvangers

2007

-0,20

Omvang beroepsbevolking

2006-2008

-0,01

Kwalitatieve discrepantie laaggeschoolde arbeid

2006-2008

0,31

Artikel 3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling participatiebudget.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 16 december 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Toelichting

In deze ministeriële regeling worden regels gesteld inzake het beeld van de uitvoering van de Wet participatiebudget. Voor het deel van het participatiebudget dat door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) beschikbaar wordt gesteld, worden verder de gewichten van de verdeelmaatstaven en de peiljaren met betrekking tot de budgetverdeling voor uitvoeringsjaar 2010 vastgelegd.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In artikel 5, vierde lid, van de Wet participatiebudget is in verband met financieel beheer geregeld dat gemeenten jaarlijks een beeld van de uitvoering moeten indienen bij de minister van SZW. In artikel 1 van deze regeling wordt geregeld dat het beeld van de uitvoering uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het beeld van de uitvoering betrekking heeft door de minister van SZW moet zijn ontvangen en dat gemeenten het beeld van de uitvoering moeten indienen onder gebruikmaking van een formulier dat door de minister van SZW elektronisch beschikbaar wordt gesteld met het Digitaal Verantwoordingssysteem (DVS).

Hiermee wordt aangesloten bij overeenkomstige bepalingen op grond van de Wet werk en bijstand en aanverwante wetten.

De datum van 28 februari is gekozen omdat de Minister van SZW financiële informatie van gemeenten nodig heeft ten behoeve van de jaarlijkse verantwoording aan het parlement in mei alsmede voor in de Voorjaarsnota op te nemen raming van terugontvangsten van niet bestede middelen.

Indien de inzending van het beeld van de uitvoering niet binnen de wettelijke termijn via DVS plaatsvindt, wordt op grond van artikel 13, vierde lid, van het Besluit participatiebudget door de Minister van SZW de betaling van het participatiebudget aan de gemeente opgeschort zolang die gemeente haar verantwoordingsverplichting tegenover de Minister van SZW niet juist en tijdig nakomt. Zodra de gemeente haar verplichting alsnog nakomt, zal de Minister van SZW de betalingen hervatten en de aangehouden bedragen nabetalen.

Uit de verplichte toepassing van DVS vloeit voort dat andere vormen van indiening (bijv. op papier of via email) niet rechtsgeldig zijn.

Artikel 2

In het Besluit participatiebudget is geregeld dat peiljaren en gewichten voor de verdeelmaatstaven bij ministeriële regeling worden bepaald. Met deze regeling wordt hieraan uitvoering gegeven.

De gewichten van het verdeelmodel voor de SZW-middelen zijn herschat. Het betreffende onderzoeksrapport is op 9 april 2009 aan de Tweede Kamer gezonden (Kamerstuk 2008/09, 30 545, nr. 72). Op basis van dit onderzoek zijn de gewichten voor de verdeelmaatstaven aantal bijstandsontvangers (van 1,20 naar 1,62) en kwalitatieve discrepantie laaggeschoolde arbeid (van 0,45 naar 0,31) gewijzigd. De gewichten voor de verdeelmaatstaven aantal WW-ontvangers en omvang beroepsbevolking zijn niet veranderd.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven