Regeling tot wijziging van de Regeling tarieven Scheepvaart 2005 en de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995

15 december 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1326 sector SCH

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op artikel 51, tweede lid, van de Binnenvaartwet en artikel 14a, tweede lid van de Scheepvaartverkeerswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling tarieven Scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.19 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 40,90’ vervangen door: € 41,95.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 20,45’ vervangen door: € 21,00.

B

In artikel 1.20, eerste lid worden ‘€ 66,55’ respectievelijk ‘€ 93,75’ vervangen door: € 68,25 respectievelijk € 96,20.

C

Artikel 1.21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 20,77’ vervangen door: € 25,95.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 7,82’ vervangen door: € 9,77.

D

Artikel 1.22 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 23,37’ vervangen door: € 29,21.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 7,82’ vervangen door: € 9,77.

E

Artikel 1.25 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 40,90’ vervangen door: € 41,95.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 20,45’ vervangen door: € 21,00.

F

In artikel 1.26, eerste lid, worden ‘€ 66,55’ respectievelijk ‘€ 93,75’ vervangen door: € 68,25 respectievelijk € 96,20.

G

In artikel 1.27d wordt ‘€ 40,90’ vervangen door: € 41,95.

H

Artikel 1.27e wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 40,90’ vervangen door: € 41,95.

2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 20,45’ vervangen door: € 21,00.

3. In het vierde lid wordt ‘€ 66,55’ vervangen door: € 68,25.

I

Na artikel 1.27f wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.27g. Tarief internationaal certificaat van competentie

Voor de kosten van de behandeling van een aanvraag van een internationaal certificaat van competentie als bedoeld in artikel 7.25 van de Binnenvaartregeling is een tarief verschuldigd van € 25.

J

Artikel 1.28 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 237,20’ vervangen door: € 243,30.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 66,20’ vervangen door: € 67,90.

3. In het derde lid wordt ‘€ 171,00’ vervangen door: € 175,40.

K

Artikel 1.29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 40,90’ vervangen door: € 41,95.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 20,45’ vervangen door: € 21,00.

L

In artikel 1.30 wordt ‘€ 20,45’ vervangen door: € 21,00.

ARTIKEL II

Artikel 2 van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 21,80’ vervangen door: € 27,25.

2. In het tweede lid wordt ‘€ 14,33’ vervangen door: € 17,91.

3. In het derde lid wordt ‘€ 6,57’ vervangen door: € 8,21.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Algemeen

Voor de afgifte van bijvoorbeeld vaarbewijzen, vaartijdenboeken en olie-afgifteboekjes en het afleggen van examens voor binnenvaartschippers worden tarieven in rekening gebracht. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel als mogelijk kostendekkende tarieven in rekening worden gebracht. Met de onderhavige wijzigingsregeling worden de tarieven gewijzigd die door de Stichting Afvalstoffen Binnenvaart (SAB), het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) en de Stichting VAMEX in rekening worden gebracht. De tarieven die door de Inspectie Verkeer en Waterstaat in rekening worden gebracht zijn ten opzichte van 2009 niet gewijzigd.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A, B, E, F, G, H, J, K en L

De divisie CCV van het CBR brengt tarieven in rekening voor het afleggen van examens en de afgifte van vaarbewijzen voor de binnenvaartsector. Deze tarieven stijgen gemiddeld met 2,6%. Dit percentage is vastgesteld op basis van een door het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het CBR overeengekomen berekening voor prijs- en loonindexatie die is vastgelegd in de Regeling goedkeuring tarieven CBR.

Artikel I, onderdelen C en D

De tarieven voor de afgifte en het jaarlijks afstempelen van een dienstboekje en de tarieven voor de afgifte van van een vaartijdenboek, de afgifte van een verklaring bij het vaartijdenboek en het verrichten van wijzigingen in het vaartijdenboek of in een verklaring worden in rekening gebracht door de SAB. Deze tarieven stijgen met 25%. Enerzijds om de gestegen kosten te compenseren, anderzijds om deze diensten op termijn kostenneutraal te verrichten.

Artikel I, onderdeel I

Met ingang van 1 januari 2010 is het internationaal certificaat van competentie, dat dient als bewijsstuk voor het bezit van een klein vaarbewijs, geïntegreerd met het klein vaarbewijs, onderscheidenlijk met het groot pleziervaartbewijs. Daartoe zijn de modellen van deze documenten in de Binnenvaartregeling gewijzigd in geïntegreerde modellen, waarop de tarieven voor het klein vaarbewijs (artikel 1.27), onderscheidenlijk voor het groot pleziervaartbewijs (artikel 1.27c) van toepassing zijn. Aan personen die niet in het bezit zijn van een van deze twee bewijzen wordt het internationaal certificaat van competentie als afzonderlijk document uitgegeven. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een, al dan niet geïntegreerd, internationaal certificaat van competentie wordt een tarief in rekening gebracht door de Stichting VAMEX.

Artikel II

De tarieven zoals vermeld in artikel 2 van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995 zijn verschuldigd aan de SAB. De tarieven voor de afgifte van het olieboekje, voor de autorisatie en registratie van een buiten Nederland verkregen olie-afgifteboekje en voor het wijzigen van een olie-afgifteboekje stijgen met 25% om de gestegen kosten te compenseren en om op termijn deze diensten kostenneutraal te kunnen verrichten.

Administratieve lasten

De onderhavige wijzigingsregeling bevat enkel wijzigingen ten aanzien van de tarieven die door de SAB, het CBR en de Stichting VAMEX in rekening worden gebracht voor het verlenen van diensten. Aan deze wijzigingen zijn geen administratieve lasten voor burgers of het bedrijfsleven verbonden. Deze wijzigingsregeling heeft echter wel andere bedrijfseffecten, namelijk een verhoging van de financiële lasten. Hiervoor wordt verwezen naar de artikelsgewijze toelichting. Een concept van deze wijzigingsregeling is aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) voorgelegd. Op 26 november 2009 heeft het College besloten deze wijzigingsregeling niet te selecteren voor een advies vanwege de door Actal gehanteerde selectiecriteria.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven