Regeling van de Minister voor Jeugd en Gezin van 14 december 2009, nr. JZ/GJ-2968917, houdende wijziging van de Regeling pleegzorg in verband met verhoging en indexering van de pleegvergoeding 2010

De Minister voor Jeugd en Gezin,

Gelet op artikel 23 van de Wet op de jeugdzorg;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 4 bij de Regeling pleegzorg komt te luiden:

Bijlage 4. Basisbedragen en maximale toeslag van de pleegvergoeding per jeugdige 2010

Basisbedrag ex artikel 4 per leeftijdscategorie

Leeftijdscategorie

Bedrag per maand/per dag (in euro)

0 t/m 8 jaar

€ 484/15,90

9 t/m 11 jaar

€ 490/16,10

12 t/m 15 jaar

€ 533/17,51

16 t/m 17 jaar

€ 589/19,36

18 jaar en ouder

€ 595/19,56

De toeslag, bedoeld in artikel 5, bedraagt € 3,17.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

In de brief aan de Tweede Kamer van 9 juli 20091 is een serie concrete besluiten opgenomen om de financiële positie van pleegouders te verbeteren, met als doel om de aantrekkelijkheid van het pleegouderschap te vergroten en te bewerkstelligen dat de dagelijkse kosten voor opvoeding en verzorging vergoed worden. Uitgangspunt is dat er een vergoeding moet zijn van de gemiddelde kosten voor de verzorging en de opvoeding van een pleegkind. Hieraan wordt invulling gegeven door het voornemen de ouderbijdrage op grond van de Wet op de jeugdzorg af te schaffen in samenhang met het vervallen van de kinderbijslag en het kindgeboden budget, het voor alle pleegouders inzetten van het budget voor incidentele kosten in het gedwongen kader en de compensatie algemene heffingskorting, alsmede het verstrekken van pleegvergoeding aan tweeouder-voogden.

De dekking uit de bestaande begroting wordt geregeld door het systeem van vergoedingen (kinderbijslag, pleegvergoeding) en kosten (ouderbijdrage) te veranderen. Hiervoor zijn wijzigingen in de Wet op de jeugdzorg, de Algemene kinderbijslagwet en de Regeling pleegzorg vereist die tijd vergen. Daarom wordt gekozen voor een gefaseerde invoering van het verbeteren van de pleegvergoeding. De pleegvergoeding wordt met ingang van 1 januari 2010 structureel verhoogd met een bedrag van € 200,– op jaarbasis.

Naast bovengenoemde structurele verhoging van de pleegvergoeding vindt jaarlijks een indexering plaats, omdat het wenselijk is dat pleegouders een waardevaste pleegvergoeding ontvangen. Dat maakt het pleegouderschap aantrekkelijker en gemakkelijker te dragen. Om die reden worden de basisbedragen en de toeslag ieder jaar vooraf verhoogd met het procentuele verschil tussen de consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ over de julimaanden van de twee direct aan het betreffende jaar voorafgaande jaren, zoals deze gepubliceerd zijn in het Statistisch bulletin van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Voor 2010 bedraagt dat verschil 0,2%. (Consumentenprijsindex ‘Alle huishoudens’ juli 2009:104,7; juli 2008: 104,5;). Dat betekent dat de basisbedragen voor de pleeggezinnen over het jaar 2010, naast de verhoging van maximaal € 200,– op jaarbasis, worden verhoogd met een percentage van 0,2.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

Naar boven