Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 14 december 2009, nr. PLW/2009/26455, tot wijziging van de Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 3, eerste lid, en 5 van de Kaderwet SZW-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Tijdelijke subsidieregeling omscholing werknemers bij dreigende werkloosheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef wordt ‘die onmiddellijk voorafgaande aan zijn huidige dienstbetrekking’ vervangen door: die in de periode van vier weken onmiddellijk voorafgaande aan zijn huidige dienstbetrekking.

2. Onderdeel b komt te luiden:

• b. werkzaam was op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, waarvan de overeengekomen duur geëindigd is in de periode van vier weken onmiddellijk voorafgaande aan zijn huidige dienstbetrekking, dan wel zou eindigen op het tijdstip waarop zijn huidige dienstbetrekking is ingegaan, dan wel zou eindigen in de periode van vier maanden onmiddellijk na aanvang van zijn huidige dienstbetrekking:

B

Aan artikel 3 wordt een lid toegevoegd, luidende:

• 3. Het aanvraagtijdvak voor het kalenderjaar 2010 loopt van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010.

C

Aan artikel 8 worden twee leden toegevoegd, luidende:

• 3. Het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2010 bedraagt € 41 miljoen.

• 4. Subsidieaanvragen die in het kalenderjaar 2010 worden ingediend komen ten laste van het subsidieplafond voor het kalenderjaar 2010.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

TOELICHTING

Met de omscholingssubsidie wil het kabinet bevorderen dat werknemers die door de economische crisis hun baan dreigen te verliezen door middel van omscholing snel weer aan de slag kunnen bij een andere werkgever. Daarmee wordt (langdurige) werkloosheid voorkomen.

Uit een tussentijdse evaluatie blijkt dat de voorwaarde dat de nieuwe dienstbetrekking onmiddellijk aansluit op de oude dienstbetrekking ertoe leidt dat de beoogde doelgroepen van de regeling, vooral de flexwerkers, onvoldoende worden bereikt. In deze periode van economische recessie blijkt het niet altijd mogelijk om bij dreigend ontslag direct een nieuwe dienstbetrekking te vinden.

De contracten van flexwerkers lopen vaak automatisch af. Daarom kan voor flexwerkers sneller de situatie ontstaan dat er sprake is van een korte periode WW voordat er een nieuwe werkgever is gevonden. Om te voorkomen dat de nieuwe werkgevers van deze flexwerkers om die reden niet in aanmerking kunnen komen voor de subsidieregeling wordt de regeling gewijzigd zodat een maximale periode van vier weken tussen de nieuwe dienstbetrekking en de voorafgaande dienstbetrekking is toegestaan.

Met deze wijziging wordt tevens het aanvraagtijdvak en het subsidieplafond vastgesteld voor 2010.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.