De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Gelet op de artikelen 14, derde lid, en 50, tweede lid, van de Wet inburgering, de artikelen 2.7, zevende lid, 2.8, vijfde
lid, 3.7, zesde lid, 3.9, vijfde lid, 3.11, vierde lid, 4.2, derde lid, 4.5, eerste lid, 4.7, derde lid, 4.10, derde lid,
4.13, eerste lid, 4.17, vierde lid, 4.20, derde lid, en 4.22, tweede lid, van het Besluit inburgering, artikel 17, vijfde
lid, van de Financiële-verhoudingswet, de artikelen 48r en 48s van de Wet Justitie-subsidies en de artikelen 4, derde lid,
7, tweede lid, en 16 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling inburgering wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1.1. wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
B
In de artikelen 4.2, eerste lid, aanhef, en derde lid, 4.7, eerste, tweede, en derde lid, onderdeel b, 4.8, eerste lid, 4.9,
vijfde lid, 4.10, derde lid, 4.17, tweede lid, 4.21, tweede lid, onderdelen a en b, en 6.4, aanhef, wordt ‘de IB-Groep’ telkens
vervangen door: de minister.
C
In artikel 4.2, tweede lid, wordt onder lettering van de onderdelen e tot en met g tot f tot en met h, een onderdeel ingevoegd,
luidende:
D
Artikel 4.3 komt te luiden:
Artikel 4.3
Het rentepercentage, genoemd in artikel 4.5, eerste lid, van het besluit, bedraagt voor het jaar 2010: 3,54 procent.
E
In de artikelen 4.17, eerste lid en 4.24, eerste lid, wordt ‘De IB-Groep’ vervangen door: De minister.
F
In artikel 4.21, derde lid, wordt onder lettering van de onderdelen e tot en met g tot f tot en met h, een onderdeel ingevoegd,
luidende:
G
Artikel 6.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de bestaande tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. Het eerste lid, aanhef, onderdelen a en d, zijn van overeenkomstige toepassing op een vrijwillige inburgeraar.
H
In artikel 9.1, eerste lid, wordt ‘1 januari 2010’ vervangen door: 1 oktober 2010.
J
Bijlage 3 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage A bij deze regeling.
K
Bijlage 4 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage B bij deze regeling.
L
Bijlage 6 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage C bij deze regeling.
M
Bijlage 7 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage D bij deze regeling.
N
Aan bijlage 8 worden twee modellen toegevoegd als opgenomen in bijlage E bij deze regeling.
O
Bijlage 9 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage F bij deze regeling.
P
Bijlage 11 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage G bij deze regeling.
Q
Bijlage 12 wordt vervangen door de bijlage als opgenomen in bijlage H bij deze regeling.
ARTIKEL II
De Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
2. De onderdelen o tot en met v worden geletterd n tot en met u.
B
In artikel 6, tweede lid, wordt ‘de IB-Groep’ vervangen door: de Minister.
C
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt: , de IB-Groep.
2. In het tweede lid wordt ‘De IB-Groep verstrekt aan de Minister, alsmede’ vervangen door: De Minister verstrekt aan.
ARTIKEL III
De Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
2. De onderdelen x tot en met cc worden geletterd w tot en met bb.
B
In artikel 9b, onderdeel a, wordt ‘€ 14.361.498,67’ vervangen door: € 14.818.757,27.
C
In artikel 10, onderdeel ba, wordt ‘onder b’ vervangen door: onder a en b.
D
In artikel 12bb, tweede lid, wordt ‘ met een bedrag van € 251,00.’ vervangen door:
met:
a. een bedrag van € 251,00;
b. een bedrag van € 157,00 in 2009, in aanvulling op het bedrag, bedoeld in onderdeel a.
E
In artikel 13e, tweede lid, wordt ‘de IB-Groep’ vervangen door: de Minister.
F
Artikel 13f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt: , de IB-Groep.
2. In het tweede lid wordt ‘De IB-Groep verstrekt aan de Minister, alsmede’ vervangen door: De Minister verstrekt aan.
ARTIKEL IV
De Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
2. De onderdelen i tot en met n worden geletterd h tot en met m.
B
In de artikelen 3, eerste lid, en 7, eerste lid, aanhef, derde en vijfde lid, wordt ‘de IB-Groep’ vervangen door: de Minister.
C
In de artikelen 4, eerste, tweede en derde lid, en 5, eerste lid, wordt ‘De IB-Groep’ vervangen door: De Minister.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010:
a. met dien verstande dat artikel I, onderdelen M, N, O, P en Q, terugwerkt tot en met 1 juli 2009, en
b. met uitzondering van artikel III, onderdelen B, C en D, dat in werking treedt met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, met dien verstande dat artikel III, onderdeel D, terugwerkt tot
en met 1 augustus 2009.
TOELICHTING
I. Algemeen
Met de inwerkingtreding van de wet van 15 oktober 2009 tot intrekking van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank en
wijziging van diverse wetten in verband met de oprichting van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) (Stb. 492) zijn de taken van de Informatie Beheer Groep (hierna: de IB-Groep) wat betreft het onderdeel inburgering overgegaan naar
de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie (hierna: de Minister voor WWI). Met de onderhavige wijziging zijn de Regeling
inburgering, de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007, de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie
en veiligheid en de Regeling persoonsvolgend budget voor inburgering in de opvang hierop aangepast. Daarnaast voorziet de
wijziging van de Regeling inburgering in aanpassing van een aantal bijlagen onder meer vanwege toevoeging van de domeinen
maatschappelijke participatie en ondernemerschap aan het decentraal praktijkexamen en het elektronisch praktijkexamen. Voorts
zijn in de Regeling inburgering enkele technische wijzigingen aangebracht als gevolg van wijziging van het Besluit inburgering
en ten behoeve van verbetering van de aansluiting op de uitvoeringspraktijk. Tenslotte is met deze wijziging het rentepercentage
van de lening voor 2010 vastgesteld.
II. Artikelsgewijs
Artikel I
Onderdeel A
In verband met het schrappen van de prijsmonitor is de definitie van de inburgeringcursus uit het Besluit inburgering geschrapt.
De definitie van de inburgeringscursus is echter noodzakelijk voor uitvoering van de bepalingen in de Regeling inburgering
inzake de verstrekking van leningen.
Onderdelen B, E, J en L
Met deze wijzigingen zijn de bevoegdheden van de IB-Groep op grond van de Regeling inburgering overgegaan naar de Minister
voor WWI. Tevens is de ondertekening van het model-document KVT (bijlage A bij deze regeling) en het model-inburgeringsdiploma
(bijlage C bij deze regeling) aangepast op grond van het mandaatbesluit waarmee de bevoegdheden van de Minister voor WWI die
voorheen door de IB-Groep werden uitgevoerd, zijn gemandateerd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (hierna: de DUO).
Onderdelen C en F
Sinds medio 2009 kunnen cursusinstellingen kandidaten via het Online Aanmeldsysteem elektronisch aanmelden voor (onderdelen
van) het inburgeringsexamen. Cursusinstellingen die gebruik maken van dit Online Aanmeldsysteem, dienen de code Wi-OA te vermelden
op facturen die worden ingediend bij de DUO ten behoeve van betaalbaarstelling op grond van een inburgeringslening.
Onderdeel D
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie dient jaarlijks het rentepercentage vast te stellen voor leningen die zijn verstrekt
op grond van artikel 16, eerste lid, van de Wet inburgering. Met dit onderdeel is het rentepercentage voor 2010 vastgesteld.
Onderdeel G
Met deze aanpassing kunnen gegevens omtrent het geestelijk bedienaarschap en bijzondere examenomstandigheden van vrijwillige
inburgeraars met passende waarborgen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer worden verwerkt in het Informatiesysteem
Inburgering. Deze gegevens kunnen alleen worden verwerkt voor zover zij noodzakelijk zijn voor het vaststellen van een passende
voorziening en voor de afname van het inburgeringsexamen bij vrijwillige inburgeraars die geestelijk bedienaar zijn, of die
aanpassingen nodig hebben.
Onderdeel H
De periode gedurende welke het Consortium onder leiding van het Bureau ICE de trainingen voor examinatoren kan uitvoeren,
wordt verlengd tot 1 oktober 2010 vanwege spreiding in de tijd van het reeds afgesproken aantal trainingen.
Onderdeel I
Met deze wijziging is de regeling aangepast aan het schrappen van de prijsmonitor uit het Besluit inburgering.
Onderdeel K
Met de wijziging in Bijlage B bij deze regeling is het medisch protocol aangepast op de nieuwe datum van inwerkingtreding
van het inburgeringsvereiste voor het verkrijgen van een verblijfsvergunning onbepaalde tijd of een zelfstandige verblijfsvergunning
voor voortgezet verblijf. Daarnaast is in het protocol aangegeven dat de bijzondere examenomstandigheden van overeenkomstige
toepassing zijn op de korte vrijstellingstoets. Tenslotte is het protocol aangepast vanwege de overdracht van bevoegdheden
van de IB-Groep aan de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie.
Onderdelen M, N, O, P en Q
De volgende bijlagen zijn aangepast vanwege de opname van twee nieuwe domeinen Maatschappelijke Participatie en Ondernemerschap
in het Besluit inburgering:
– Bijlage 7: de eindtermen Nederlandse Taal in artikel 3.4 van de Regeling inburgering (Bijlage D bij deze wijziging)
– Bijlage 8: het model portfolio’s (Bijlage E)
– Bijlage 9: de handleiding assessments (Bijlage F)
– Bijlage 11: de handleiding portfolio’s (Bijlage G)
– Bijlage 12: de handleiding panelgesprekken (Bijlage H)
Artikelen II en IV
Met deze wijzigingen zijn de bevoegdheden van de IB-Groep op grond van de Regeling vrijwillige inburgering niet-G31 2007 en
de Regeling persoonsgebonden budget voor inburgering in de opvang overgegaan naar de Minister voor WWI.
Artikel III
Onderdelen A, E en F
Met deze wijzigingen zijn de bevoegdheden van de IB-Groep op grond van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal,
integratie en veiligheid overgegaan naar de Minister voor WWI.
Onderdeel B
De uitkering voor de gemeente Sittard-Geleen is geactualiseerd. Het betreft het totaal bedrag aan verleende voorschotten tijdens
de GSB-periode, inclusief loon- en prijsbijstelling.
Onderdeel C
Dit betreft een correctie van een onvolledige verwijzing.
Onderdeel D
Onderwijsachterstandenbeleid: extra middelen voor voorschoolse educatie
Vanaf 1 januari 2009 is een extra bedrag beschikbaar om de toegankelijkheid van peuterspeelzalen te verbeteren voor ouders
met een kind dat voorschoolse educatie nodig heeft. Ouders moeten in de meeste gemeenten een financiële bijdrage betalen om
hun kind aan voorschoolse educatie te laten deelnemen. Uit onderzoek is gebleken dat dit juist de belangrijkste reden voor
ouders in de laagste inkomensgroepen is om hun kind niet aan voorschoolse educatie te laten deelnemen. Het kabinet meent dat
de kosten voor deze ouders geen belemmering mogen zijn. Voor een nadere toelichting op de aanleiding en het doel van de maatregel
wordt verwezen naar de Nota van toelichting bij het besluit van 18 juli 2009, houdende wijziging van het Besluit vaststelling
doelstelling en bekostiging onderwijsachterstandenbeleid 2006-2010 (Staatsblad 2009, 349); dit besluit werkt terug tot en met 1 augustus 2009.
Met de extra middelen wordt door de G31 de toegankelijkheid bevorderd van de peuterspeelzaal voor kinderen die voorschoolse
educatie nodig hebben en die nog niet worden bereikt, omdat de ouderbijdrage een belangrijke drempel is. Dat betekent dat
de hoogte van de financiële bijdrage van ouders in het peuterspeelzaalwerk zodanig wordt vastgesteld dat dit voor ouders in
de laagste inkomensgroepen geen financiële belemmering (meer) is om hun kind aan voorschoolse educatie te laten deelnemen.
Ook voor die groep moet de voorschoolse educatie toegankelijk zijn, en wordt zo het doelgroepbereik vergroot. Over deze vergroting
en de kwaliteit van de voorschoolse educatie heeft het Rijk eind 2008 met de G31 herziene resultaatafspraken gemaakt. Deze
afspraken zijn voor de afzonderlijke GSB-gemeenten leidend bij de verantwoording van de BDU SIV aan het Rijk.
Om de overeengekomen prestaties ultimo 2009 te bereiken kan de gemeente met de extra middelen de ouderbijdrage voor ouders
van kinderen die voorschoolse educatie behoeven (maximaal) op het niveau van de kinderopvang vaststellen. De gemeente kan
er echter voor kiezen ook andere maatregelen ter verlaging van de ouderbijdrage in te zetten, die beter aansluiten bij de
lokale situatie om de toegankelijkheid van het peuterspeelzaalwerk te vergroten (en die ook gericht zijn op de ouders in de
laagste inkomensgroepen).
Artikel V
Vanaf 1 juli 2009 kunnen kandidaten het decentraal praktijkexamen en het elektronisch praktijkexamen gericht op de domeinen
Maatschappelijke Participatie en Ondernemerschap afleggen. De bijlagen met concept eindtermen, modelportfolio’s en handleidingen
voor het gebruik van deze domeinen zijn dan ook reeds per 1 juli 2009 beschikbaar gesteld aan het veld. Met deze wijzigingen
worden de betreffende bijlagen met terugwerkende kracht geformaliseerd.
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E.E. van der Laan.