Besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat tot aanpassing van ministeriële besluiten met het oog op de invoering van de Waterwet

11 december 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1494 sector WAT

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 8, zevende lid, van de Politiewet 1993, 7.10, vierde lid, 7.12 en 8.3 van de Waterwet, 17, eerste lid, aanhef en onderdeel 2, van de Wet op de economische delicten, 3.35, eerste tot en met derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening, 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit aanwijzing toezichthouders waterbeheer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘Wet beheer rijkswaterstaatswerken, met uitzondering van de rijkswegen, de Ontgrondingenwet, voor zover die de rijkswateren betreft, de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater en de Wet op de waterhuishouding’ vervangen door: de Ontgrondingenwet, voor zover die de rijkswateren betreft, en de Waterwet.

2. In het tweede lid wordt ‘de Wet verontreiniging oppervlaktewateren en de Wet verontreiniging zeewater’ vervangen door: de Waterwet.

3. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 3. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Waterwet en de Ontgrondingenwet zijn belast de ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, werkzaam bij het Domein Waterbeheer.

  • 4. Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de hoofdstukken 5 en 6 van de Waterwet of krachtens artikel 10.1 van de Waterwet belast de ambtenaren van de gemeente Amsterdam werkzaam bij de Nautische Sector van Haven Amsterdam, met uitzondering van hen die meer in het bijzonder administratieve werkzaamheden uitoefenen.

B

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Dit besluit berust mede op artikel 8.3 van de Waterwet.

ARTIKEL II

In de bijlage van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar AID 2005 wordt ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: Waterwet.

ARTIKEL III

In artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Dienst Binnenwaterbeheer Amsterdam 2006 wordt ‘de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: de Waterwet.

ARTIKEL IV

In artikel 3, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar dienst Stadstoezicht Rotterdam 2008 wordt ‘de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: de artikelen 6.2 en 6.6 van de Waterwet.

ARTIKEL V

In artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Directie Subsidies, Handhaving en Vergunningen van de provincie Noord-Holland 2007 wordt ‘de Grondwaterwet; de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: de artikelen 6.2, 6.4, 6.5, onderdeel b, en 6.6 van de Waterwet.

ARTIKEL VI

Artikel 1, onderdeel j, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Duinwaterbedrijf Zuid-Holland 2006 komt te luiden:

  • j. artikel 6.4 of artikel 6.5, onderdeel b, van de Waterwet;

ARTIKEL VII

In de bijlage van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar IVW 2006 vervalt ‘Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ en wordt ‘Wet verontreiniging zeewater’ vervangen door: Waterwet.

ARTIKEL VIII

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaren Rijkswaterstaat 2005 wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1a

Dit besluit berust mede op artikel 8.3 van de Waterwet.

B

In artikel 3, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘de Waterstaatswet 1900’ vervangen door ‘de Waterwet’ en vervalt ‘de Wet op de waterhuishouding’.

ARTIKEL IX

In artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waterschappen 2009 wordt ‘Wet op de Waterhuishouding’ vervangen door: Waterwet.

ARTIKEL X

In artikel 11, eerste lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Inspectie Verkeer en Waterstaat 2005 wordt ‘de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, de Wet verontreiniging zeewater, de Wet op de waterhuishouding’ vervangen door: de hoofdstukken 5 en 6 van de Waterwet.

ARTIKEL XI

Het Besluit van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 16 februari 2009, nr. Wvo/BVR/EG/RW 2009/0001, houdende aanwijzing ambtenaar rijksbelastingdienst verontreinigingsheffing rijkswateren (Stcrt. 2009, 38) wordt als volgt gewijzigd:

A

In de eerste volzin wordt ‘artikel 25, vijfde lid, onderdeel b, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren’ vervangen door: artikel 7.10, vierde lid, van de Waterwet.

B

Na de tabel wordt een volzin ingevoegd, luidende:

Dit besluit berust op artikel 7.10, vierde lid, van de Waterwet.

ARTIKEL XVI

Dit besluit treedt in werking met ingang van 22 december 2009.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat, ter attentie van de Hoofddirectie Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.

Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:

  • a. naam en adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum, nummer of kenmerk);

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

TOELICHTING

Dit besluit bevat wijzigingen in een aantal ministeriële besluiten die nodig zijn met het oog op de inwerkingtreding van de Waterwet. Het betreffen technische wijzigingen, zoals de aanpassing van verwijzingen naar wetten die met de inwerkingtreding van de Waterwet zijn ingetrokken. Er is getracht zo dicht mogelijk bij bestaande regelgeving aan te sluiten. Daarbij is voor een aantal ministeriële besluiten die waren gebaseerd op ingetrokken wetten of de vervallen bepalingen, in dit besluit voorzien in het benoemen van de nieuwe grondslag in de Waterwet.

Artikel I

Naast de technische wijzigingen zijn in artikel I, onderdeel a, derde lid, met betrekking tot het Besluit aanwijzing toezichthouders waterbeheer de Inspectie Verkeer en Waterstaat en de Nautische Sector van Haven Amsterdam aangewezen als toezichthouders.

De ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat, werkzaam bij het Domein Waterbeheer, worden aangewezen in het kader van de scheiding van de functies beleid, uitvoering en toezicht binnen het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Naar aanleiding hiervan zijn delen van de uitvoering- en toezichtfuncties ontvlochten uit de Rijkswaterstaatorganisatie en ondergebracht bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat.

De Nautische Sector is het bedrijfsonderdeel van Haven Amsterdam dat zich bezig houdt met de afwikkeling, ordening en de veiligheid van de scheepvaart in de haven van Amsterdam. Een van de onderdelen van die Nautische Sector ‘de afdeling Toezicht, Veiligheid en Milieu’ (TMV) is mede belast met het toezicht en de opsporing in de haven en het gebied van openbaar lichaam het Centraal Nautische Beheer Noordzeekanaal. Hiertoe zijn de medewerkers van deze afdeling aangewezen als toezichthouder en buitengewoon opsporingsambtenaar voor diverse wetten en verordeningen.

Onder andere verrichten de medewerkers van de afdeling TMV ten behoeve van het toezicht op de naleving van het Scheepsafvalstoffenbesluit Rijn- en binnenvaart controles uit aan boord van binnenvaartschepen in het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied. Deze controles richten zich mede op het voorkomen van ongewenste emissies in oppervlaktewaterlichamen. Dit deel van de controles valt onder de werking van de Waterwet.

Artikel XV

Met het vervallen van artikel 25, vijfde lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren zal opnieuw het bureau verontreinigingsheffing rijkswateren aangewezen worden als het bestuur van ’s Rijksbelastingen en de inspecteur voor de verontreinigingsheffing. De nieuwe grondslag voor deze aanwijzing is artikel 7.10, vierde lid, van de Waterwet.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven