Besluit van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Financiën van 11 december 2009, nr. FEZ-U-2971124 houdende instelling van de tijdelijke baten-lastendienst Instelling voor gesloten jeugdzorg Almata

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Financiën,

Handelend in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 10, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluiten:

Artikel 1

  • 1. Aan de Instelling voor gesloten jeugdzorg Almata te Den Dolder en Ossendrecht wordt de status van tijdelijke baten-lastendienst verleend.

  • 2. De tijdelijke baten-lastendienst voert een afwijkend beheer als bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001.

  • 3. De tenaamstelling van de tijdelijke baten-lastendienst komt te luiden: Instelling voor gesloten jeugdzorg Almata.

Artikel 2

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2009.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit tijdelijke baten-lastendienst Instelling voor gesloten jeugdzorg Almata.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 11 december 2009

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.

TOELICHTING

Per 1 januari 2008 is de Wet op de jeugdzorg aangepast. De wijziging maakt het mogelijk dat civielrechtelijk geplaatste kinderen voortaan in een niet-justitiële vorm van gesloten jeugdzorg kunnen worden opgenomen. De ministeriële verantwoordelijkheid voor deze jeugdigen is overgeheveld van de minister van Justitie naar de minister voor Jeugd en Gezin (J&G). De plaatsen voor gesloten jeugdzorg worden onder meer gecreëerd door een aantal (delen van) bestaande justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s) om te bouwen tot instellingen voor gesloten jeugdzorg. Een eerste tranche van (particuliere) inrichtingen is per 1 januari 2008 overgeheveld van Justitie naar J&G. De Rijks-JJI’s Den Engh (thans Almata genaamd) en locatie De Lindenhorst (onderdeel van De Heuvelrug) vormen sinds 1 februari 2009 de tweede tranche. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is betrokken omdat het twee rijksinrichtingen betreft en het ministerie van VWS de beheersfuncties uitvoert voor de Minister voor Jeugd en Gezin. Het personeel is dan ook in dienst gekomen bij het ministerie van VWS. Politiek en beleidsinhoudelijk is de gesloten jeugdzorg de verantwoordelijkheid van de Minister voor Jeugd en Gezin.

Als onderdeel van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het ministerie van Justitie voerden beide genoemde inrichtingen een baten-lastenadministratie. De inrichtingen zijn dus gewend om een baten-lastenadministratie te voeren, werden reeds op resultaten aangestuurd, kennen een outputsturing en voor hen wordt een kostprijsmodel gehanteerd op basis van PXQ. Het product is een behandelplaats. Het ministerie van VWS wil beide instellingen laten toegroeien naar de status van zelfstandige baten-lastendienst onder verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. Omdat het eindperspectief van de instellingen nog niet vaststaat wordt beide instellingen per 1 februari 2009 de status van tijdelijke baten-lastendienst verleend.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

De Minister van Financiën,

W.J. Bos.

Naar boven