Uitwerkingsplannen Mortiere Oeververbinding en Mortiere Fase 3D/5A, 1^e herziening (hernieuwde tervisielegging)

Burgemeester en wethouders van Middelburg maken bekend dat de ontwerpbesluiten tot uitwerking van het bestemmingsplan ‘Mortiere’ ex artikel 3.6, lid 1, sub b van de Wet ruimtelijke ordening ten behoeve van:

• 1. de realisatie van een deel van een weggedeelte met brug ten behoeve van het bedrijventerrein;

• 2. de herziening van het door hen op 2 december 2008 vastgestelde uitwerkingsplan ‘Mortiere fase 3D/5A hetwelk gesitueerd is aan de oostzijde van het woongebied (tegen de golfbaan) en de bestemmingen ‘Woondoeleinden V’ en ‘Verkeersdoeleinden’ omvat, gedurende 6 weken, van 28 december 2009 t/m 8 februari 2010, terinzageliggen bij de vakbalie in het stadskantoor.

De uitwerkingsplannen zijn tevens digitaal in te zien op de gemeentelijke website www.middelburg.nl onder wonen en leven/(ver)bouwen en onderhoud/bestemmingsplannen/actuele plannen/Mortiere Oeververbinding en Mortiere, fase 3D/5A, eerste herziening.

Het uitwerkingsplan onder 1 heeft ten doel het planologisch-juridisch kader te scheppen voor de realisatie ven een tweede autobrug over de Mannezeesche Watergang in het uit te werken gebied voor woondoeleinden, met de aanduiding verkeersdoeleinden.

De onder 2 aangehaalde herziening is noodzakelijk gebleken omdat het aantal vrijstaande woningen in fase 3D/5A met één woning is teruggebracht, hetgeen als gevolg heeft dat verschillende kavelgrenzen verschuiven hetgeen een herziening van het bouwvlak binnen de bestemming ‘Woondoeleinden V’ noodzakelijk maakt.

Gedurende bovengenoemde termijn kan eenieder schriftelijk of mondeling zijn/haar zienswijze omtrent de ontwerpbesluiten kenbaar maken bij de raad van de gemeente Middelburg, Postbus 6000, 4330 LA Middelburg.

Voor het kenbaar maken van een mondelinge zienswijze binnen de genoemde periode is het noodzakelijk vooraf een afspraak te maken via telefoonnummer (0118) 67 52 25.

Belanghebbenden lopen het risico niet-ontvankelijk te worden verklaard in hun beroep bij de administratieve rechter als redelijkerwijs aan hen kan worden verweten dat zij tegen de ontwerpbesluiten geen zienswijzen als bedoeld in artikel 3:15 van de Algemene wet bestuursrecht naar voren hebben gebracht.