Regeling tot wijziging Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer in verband met wijziging van tarieven en vervanging van enkele vervoerbewijzen per 1 januari 2010

8 december 2009

Nr. CEND/HDJZ-2009/1464 S&W

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op de artikelen 42, eerste lid, en 43, eerste lid, onderdeel c, en tweede lid, van het Besluit personenvervoer 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer wordt als volgt gewijzigd:

A

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De modellen voor een 2 strippenkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen a en aa, worden vervangen door de in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen modellen.

2. De modellen voor een 3 strippenkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen b en bb, worden vervangen door de in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen modellen.

3. De modellen voor een 8 strippenkaart en landelijke en stedelijke dagkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen c en cc, worden vervangen door de in bijlage 3 bij deze regeling opgenomen modellen.

4. De modellen voor een 15 strippenkaart 1. voltarief en 2. reductietarief opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen d en dd, worden vervangen door de in bijlage 4 bij deze regeling opgenomen modellen.

5. De modellen voor een 45 strippenkaart opgenomen in onderdeel 1, subonderdelen e en ee, worden vervangen door de in bijlage 5 bij deze regeling opgenomen modellen.

6. De modellen voor een sterabonnement 1. voltarief en 2. reductietarief opgenomen in onderdeel 2 worden vervangen door de in bijlage 6 bij deze regeling opgenomen modellen.

7. De modellen voor een OV-studentenkaart opgenomen in onderdeel 6 worden vervangen door de in bijlage 7 bij deze regeling opgenomen modellen.

B

Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 8 bij deze regeling.

C

In Bijlage 3, onderdeel C. Gebieden als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer, wordt de zinsnede ‘Met uitzondering van de OV-studentenkaart als bedoeld in artikel 43, zijn de nationale vervoerbewijzen als bedoeld in artikel 3 niet geldig in de volgende gebieden’ vervangen door: De nationale vervoerbewijzen als bedoeld in artikel 3 zijn niet geldig in de volgende gebieden:

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

BIJLAGE 1 (2 STRIPPENKAART)

Voorzijde

Achterzijde

stcrt-2009-19200-001.png

stcrt-2009-19200-002.png

BIJLAGE 2 (3 STRIPPENKAART)

Voorzijde

Achterzijde

stcrt-2009-19200-003.png

stcrt-2009-19200-004.png

BIJLAGE 3 (8 STRIPPENKAART)

Voorzijde

Achterzijde

stcrt-2009-19200-005.png

stcrt-2009-19200-006.png

BIJLAGE 4 (15 STRIPPENKAART)

  • 1. Voltarief

    Voorzijde

    Achterzijde

    stcrt-2009-19200-007.png

    stcrt-2009-19200-008.png

  • 2. Reductietarief

    Voorzijde

    Achterzijde

    stcrt-2009-19200-009.png

    stcrt-2009-19200-010.png

BIJLAGE 5 (45 STRIPPENKAART)

Voorzijde

Achterzijde

stcrt-2009-19200-011.png

stcrt-2009-19200-012.png

BIJLAGE 6 (STERABONNEMENTEN)

  • 1. Voltarief

    Voorzijde

    Achterzijde

    stcrt-2009-19200-013.png

    stcrt-2009-19200-014.png

  • 2. Reductietarief

    Voorzijde

    Achterzijde

    stcrt-2009-19200-015.png

    stcrt-2009-19200-016.png

BIJLAGE 7 (OV-STUDENTENKAART)

Voorzijde

stcrt-2009-19200-017.png

Achterzijde

stcrt-2009-19200-018.png

BIJLAGE 8

Bijlage 2, behorende bij artikel 5, tweede lid, van de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer

Tarieven nationale vervoerbewijzen per 1 januari 2010:

  • 1. Voor strippenkaarten is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Kaartsoort

    Vol tarief

    Reductietarief

    a. 2 strippen

    € 1,60

     

    b. 3 strippen

    € 2,40

     

    c. 8 strippen

    € 6,40

     

    d. 15 strippen

    € 7,60

    € 5,00

    e. 45 strippen

    € 22,50

     
  • 2. Het reductietarief genoemd onder 1 is geldig voor kinderen, ouderen en voor houders van een OV-studentenkaart tijdens de periode waarin reizen met reductie is toegestaan.

  • 3. Voor de landelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 12,80.

  • 4. Voor de stedelijke dagkaart is het tarief vastgesteld op € 6,40.

  • 5. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een week is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Kaartsoort

    Vol tarief

    Reductietarief

    a. 1 ster

    € 12,75

    € 8,45

    b. 2 ster

    € 21,20

    € 14,00

    c. 3 ster

    € 31,65

    € 20,90

    d. 4 ster

     

    € 27,70

    e. 5 ster

     

    € 34,70

    f. 6 ster

     

    € 41,65

    g. netabonnement

     

    € 48,90

  • 6. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Kaartsoort

    Vol tarief

    Reductietarief

    a. 1 ster

    € 42,25

    € 27,90

    b. 2 ster

    € 69,40

    € 45,80

    c. 3 ster

    € 103,15

    € 68,10

    d. 4 ster

    € 137,25

    € 90,60

    e. 5 ster

    € 171,00

    € 112,85

    f. 6 ster

    € 204,90

    € 135,25

    g. netabonnement

    € 243,00

    € 160,40

  • 7. Voor abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar bedraagt het verschuldigde tarief tien maal het tarief dat de reizigers verschuldigd is voor een abonnement met de geldigheidsduur van een maand.

  • 8. Het reductietarief voor de abonnementen geldt voor kinderen, jeugdigen en ouderen.

  • 9. Voor een combinatie-netabonnement met een geldigheidsduur van een dag is het tarief vastgesteld op € 5,50.

  • 10. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een maand is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Maandkaart

    Tarief

    a. 1 ster

    € 31,00

    b. 2 ster

    € 45,00

    c. 3 ster

    € 60,50

    d. netabonnement

    € 73,00

  • 11. Voor combinatie-abonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Jaarkaart

    Tarief

    a. 1 ster

    € 324,00

    b. 2 ster

    € 486,00

    c. 3 ster

    € 635,50

  • 12. Voor combinatie-netabonnementen met een geldigheidsduur van een jaar is een tarief verschuldigd als opgenomen in onderstaande tabel:

    Stad/streekdeel OV-jaarkaart

    Tarief

    a. 1 persoon

    € 576,50

    b. 2 personen

    € 660,50

    c. 3 personen

    € 688,50

    d. 4 personen

    € 706,00

    e. 5 personen

    € 720,00

    f. 6 of meer personen

    € 734,00

    g. bedrijven

    € 696,00

  • 13. Voor de OV-studentenkaart is een tarief verschuldigd van € 0,00.

TOELICHTING

Algemeen

Deze wijziging van de Regeling nationale vervoerbewijzen ziet op een wijziging van enkele modellen van de vervoerbewijzen en op een wijziging van de tarieven van de nationale vervoerbewijzen per 1 januari 2010.

Artikelsgewijs

Artikel I onderdeel A (aanpassen modellen vervoerbewijzen)

Er komen nieuwe modellen voor de strippenkaarten. De lay-out van deze strippenkaarten en abonnementen wordt regelmatig gewijzigd om fraude met deze vervoerbewijzen tegen te gaan. Overigens blijven de modellen van de strippenkaarten uit 2009 nog wel geldig tot en met 12 maanden na de eerstvolgende tariefwijziging, dus tot en met 31 december 2010, tenzij in een bepaald gebied de verplichting tot het accepteren van nationale vervoerbewijzen wordt opgeheven in verband met de invoering van de OV-chipkaart.

Zoals elk jaar gebruikelijk is, komen er ook nieuwe modellen voor de OV-studentenkaart. Dit is nodig om de controle op de geldigheid van deze vervoerbewijzen eenvoudig mogelijk te maken.

Artikel I, onderdeel B (verhoging tarieven)

De vernieuwde bijlage betreft een verhoging van de tarieven voor het regionale openbaar vervoer met ingang van 1 januari 2010. Over de vaststelling van de nieuwe tarieven is overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de decentrale overheden met bevoegdheden op het terrein van het openbaar vervoer, de vervoerbedrijven en de consumentenorganisaties. De tariefstijging van de voorverkoopstrippenkaarten en de abonnementen komt gemiddeld uit op 4,3%. De tarieven van de wagenverkoopstrippenkaarten worden niet in prijs verhoogd. Het reductiepercentage van de reductietarieven voor ouderen, kinderen van 4 tot en met 11 jaar en jeugdigen van 12 tot en met 18 jaar blijft gehandhaafd op 34%. Een tariefstijging van 4,3% is nodig om, gegeven de kostenontwikkeling, het bestaande vervoerproduct in stand te kunnen houden.

Artikel I, onderdeel C

Vanaf 1 januari 2010 gaat de OV-studentenkaart geheel over op de OV-chipkaart. De reisrechten staan vanaf dat moment op de OV-chipkaart in plaats van op de OV-studentenkaart. Vanaf dat moment dient de student een studentenreisrecht te laden op zijn Studenten-OV-chipkaart en kan er in geheel Nederland met de Studenten OV-chipkaart worden gereisd. De uitzondering in bijlage 3, onderdeel C voor de OV-studentenkaart is derhalve niet meer nodig.

Het Overlegorgaan Personenvervoer heeft bij brief van 1december 2009 medegedeeld dat het OPV geen bezwaren heeft.

De Regeling is besproken in het Landelijk Consumentenoverleg. De ANBO heeft aangegeven de tariefsverhoging niet aanvaardbaar te vinden omdat die aanzienlijk hoger is dan de stijging van het prijsindexcijfer. De tariefstijging is beperkt tot 4,3% en het verschil in verwachte opbrengsten is gecompenseerd. Een verdere beperking van de tariefstijging zou betekenen dat het rijk eenzijdig afwijkt van de gemaakte afspraken. Rover heeft verzocht er op toe te zien dat voldoende geborgd is dat studenten met een geldig reisrecht in heel Nederland kunnen reizen. Door de met de bedrijven gemaakte afspraken is dat gewaarborgd.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven