TOELICHTING
Betekenis
Deze regeling voegt twee nieuwe artikelen toe aan de Uitvoeringsregeling visserij ter uitvoering van de artikelen 9 en 10
van de Verordening (EG) nr. 1100/2007 van de Raad van 18 september 2007 tot vaststelling van maatregelen voor het herstel
van het bestand van Europese aal (Europese aalverordening). Artikel 10a introduceert met ingang van 1 januari 2010 een vangstregistratieplicht
voor vissers die met grote aalvistuigen vissen. Het artikel koppelt de vangstregistratieplicht aan het gebruik van beroepsvistuigen
die dienen voor het vissen op aal. Deze vistuigen staan opgesomd in het artikel 32a, eerste lid. Alleen de peur wordt in artikel
10a uitgezonderd.
De registratieplicht geldt voor alle aal gevangen met de volgende vistuigen:
Met dit laatste onderdeel vallen ook aalvangsten met aalvistuigen die op de kustwateren worden gebruikt en die niet nader
in de regelgeving zijn gedefinieerd onder de verplichting. De verplichting geldt voor elke visser die gebruik gemaakt van
de genoemde vistuigen.
Vissers moeten wekelijks aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Minister van LNV) rapporteren hoeveel kilogram
aal ze gevangen hebben. De rapportage geschiedt op een door de Minister van LNV beschikbaar te stellen format. Op de website
www.hetlnvloket.nl wordt voor 1 januari 2010 een link naar ‘MijnDossier’ geplaatst. Na het inloggen verschijnt hier het format
waarop de benodigde gegevens kunnen worden ingevuld.
In het derde lid van artikel 10a is een bepaling opgenomen die voorkomt dat vissers wekelijks opgave moeten doen van hun vangsten
in een periode waarin zij niet vissen. Hiermee worden de administratieve lasten van de vissers zo veel mogelijk beperkt.
Vissers die op grond van artikel 15, tweede lid, van de Regeling eisen, administratie en registratie inzake uitoefening visserij
alle aalvangsten reeds bijhouden in het logboek, tevens vangstopgaveformulier als bedoeld in die regeling, zijn in lid vier
van de verplichting van artikel 10a vrijgesteld.
Artikel 10b verplicht de vissers om één keer per jaar aan de Minister van LNV te rapporteren hoeveel en welke aalvistuigen
ze gebruiken. Ook voor deze verplichting wordt tijdig een format ter beschikking gesteld in ‘MijnDossier’.
Doelstelling
Het doel van de administratieverplichting is om inzicht te krijgen in de aalvangsten per regio. Dit is nodig om te voldoen
aan de eisen die gelden op grond van de artikelen 9 en 10 van de Europese aalverordening. Op grond van artikel 9, eerste lid,
onderdeel b, van de Europese aalverordening zijn de Lidstaten verplicht om in hun verslagen aan de Europese Commissie de best
beschikbare raming op te nemen van het niveau van de visserij-inspanning waarbij aal gevangen wordt. Hiertoe dient de jaarlijkse
rapportage uit artikel 10b.
Artikel 10, eerste lid, van de Europese aalverordening bepaalt dat de Lidstaten een controle- en vangstmonitoringsregeling
instellen die aansluit bij de omstandigheden en het regelgevingskader van de betreffende Lidstaat. De AID beschikt reeds over
een intern controleplan voor de visserij op aal. Met artikel 10a kan gemonitord worden hoeveel aal er in Nederland gevangen
wordt. Hiermee is aan de verplichting uit artikel 10, eerste lid, van de Europese aalverordening voldaan.
De vangstgegevens hebben tot slot ook nog tot doel om als input te dienen voor wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit
van de maatregelen die in het kader van het Nederlandse aalbeheerplan worden genomen. Beter inzicht in de vangsten per gebied
is ook noodzakelijk voor een eventueel decentraal beheer van de visbestanden.
Administratieve lasten
Een visser is naar schatting tien minuten per week bezig met het invullen van de gegevens. In de maanden september, oktober
en november geldt op grond van artikel 32a van de Uitvoeringsregeling visserij een verbod op het gebruik van aalvistuigen,
zodat vissers in deze maanden geen vangsten te registreren hebben. De administratieve lasten komen daarmee per visser uit
op ongeveer € 200,– per jaar. Er zijn naar schatting ongeveer 350 visser die onder de verplichting vallen, zodat de totale
toename van de administratieve lasten uitkomt op een bedrag van € 70.000 per jaar.
De toename van de uitvoeringslasten is zeer beperkt, omdat de gegevens digitaal binnenkomen in een bestaand registratiesysteem.
De opstartkosten, zoals het aanpassen van de software en het informeren van vissers, bedragen ongeveer € 27.000.
Publicatie en inwerkingtreding
Deze regeling treedt op 1 januari 2010 in werking. Hiermee wordt afgeweken van mijn uitgangspunt van vaste verandermomenten
voor regelgeving die inhouden dat publicatie van nieuwe regels minimaal drie maanden voorafgaand aan de inwerkintreding plaatsvindt.
Het uitstellen van de inwerkingtreding is niet wenselijk, omdat de regeling dient ter nakoming van een Europeesrechtelijke
verplichting.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg.