Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Jeugd en Gezin van 1 december 2009, nr. IZ 2971712, houdende verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan de gezant voor de BES-eilanden, Bonaire, St. Eustatius en Saba

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Jeugd en Gezin,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten:

Artikel 1 Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. minister:

Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of de Minister voor Jeugd en Gezin;

b. Centrum:

Regionaal Service Centrum als bedoeld in artikel 2 van het Instellingsbesluit Regionaal Service Centrum BES-eilanden;

c. BES-gezant:

functionaris die ten behoeve van de minister werkzaamheden verricht op het terrein van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Jeugd en Gezin op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

d. kwartiermaker:

functionaris die ten behoeve van de minister werkzaam is bij het Centrum;

e. mandaat:

de bevoegdheid om in naam van de minister die het aangaat besluiten te nemen;

f. volmacht:

de bevoegdheid om in naam van de minister die het aangaat privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

g. machtiging:

bevoegdheid om in naam van de minister die het aangaat handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2 Machtiging

Hetgeen is bepaald met betrekking tot mandaat, is van overeenkomstige toepassing op machtiging.

Artikel 3 Mandaat

  • 1. De BES-gezant heeft mandaat ten aanzien van alle stukken die tot zijn werkterrein als BES-gezant behoren, met uitsluiting van de stukken, als bedoeld in artikel 5.

  • 2. De BES-gezant is bevoegd om aan functionarissen die onder hem ressorteren een ondermachtiging te verlenen ten behoeve van het vertegenwoordigen van de ministers in bestuursrechtelijke procedures.

Artikel 4 Vervanging

Bij afwezigheid of verhindering van de BES-afgezant wordt, voor de duur van de afwezigheid of verhindering, diens bevoegdheid uitgeoefend door een kwartiermaker.

Artikel 5 Uitzonderingen

Van het mandaat, bedoeld in artikel 3, zijn uitgesloten:

  • a. stukken die ingevolge de Mandaatregeling VWS en de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Jeugd en Gezin zijn voorbehouden aan de minister;

  • b. stukken bestemd voor de Nationale ombudsman;

  • c. geheel of gedeeltelijk afwijzende besluiten op grond van de Wet openbaarheid van bestuur;

  • d. beleidsregels of circulaires;

  • e. beslissingen in bezwaar- en beroepsprocedures.

Artikel 6 Volmacht

  • 1. De BES-gezant heeft volmacht ten aanzien van alle stukken die tot zijn werkterrein als BES-gezant behoren.

  • 2. Op de verleende volmacht zijn de beperkingen, bedoeld in hoofdstuk 4 van de Volmachtregeling VWS, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 7 Mandaat personele aangelegenheden

  • 1. De BES-gezant heeft als hoofd van dienst voor zijn werkterrein als BES-gezant mandaat voor besluiten ten aanzien van medewerkers die onder hem ressorteren.

  • 2. De Mandaatregeling personele aangelegenheden VWS 2007 en de daaruit voortvloeiende beperkingen zijn, met uitzondering van hoofdstuk 5, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9 Citeertitel

Deze regeling zal worden aangehaald als: Regeling mandaat, volmacht en machtiging BES-gezant VWS en J&G.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

TOELICHTING

Binnen het staatkundig proces waarin het Koninkrijk der Nederlanden zich bevindt hebben de BES-eilanden (Bonaire, Sint Eustatius en Saba) er voor gekozen als openbare lichamen in de zin van de Nederlandse Grondwet onderdeel te worden van Nederland. Op het werkterrein van VWS en J&G worden thans voorbereidingen getroffen (BES-project) voor het moment waarop Nederland formeel verantwoordelijk wordt voor de BES-eilanden in de nieuwe constellatie.

De datum van overgang – de transitiedatum – is vastgesteld op 10 oktober 2010. Vanaf die datum zijn de Minister van VWS en de Minister voor Jeugd en Gezin politiek verantwoordelijk voor de uitvoering van Nederlandse rijkstaken op de drie BES-eilanden. Tegelijkertijd wordt de uitvoering van een aantal Antilliaanse landstaken al overgedragen aan VWS per 1 januari 2010.

In de aanloop naar de transitiedatum hebben de Minister voor Jeugd en Gezin en de de Minister van VWS met de BES-bestuurders afspraken gemaakt over de veranderingen die in gang moeten worden gezet om het niveau van voorzieningen structureel te verhogen op de BES-eilanden. Zo heeft J&G afgesproken om te investeren in vrije tijdsvoorzieningen, in de jeugdbescherming, de jeugdzorg, in het Centrum voor Jeugd en Gezin en in bijscholing. VWS heeft vergelijkbare afspraken gemaakt voor hervorming van de ziekenhuizen, de openbare gezondheidszorg en de invoering van een BES-zorgverzekering op de drie eilanden.

Voor de uitvoering hiervan is een BES-gezant aangewezen. De BES-gezant dient besluiten te nemen en of contractuele verplichtingen aan te gaan namens de Minister van VWS of de Minister voor Jeugd en Gezin. Hiertoe is verlening van mandaat, machtiging en volmacht nodig. Het onderhavige besluit strekt hiertoe.

De bevoegdheden van de BES-gezant blijven beperkt tot de werkzaamheden die ten behoeve van het BES-project nodig zijn. Gelet op het feit dat de BES-gezant zowel voor de Minister van VWS als de Minister voor Jeugd en Gezin werkzaamheden verricht, dient de BES-gezant in de ondertekening tot uiting te brengen namens welke minister hij optreedt. Er is een aantal specifieke beperkingen opgenomen in de artikelen 5, 6 en 7 van dit besluit. Het betreft bevoegdheden die op grond van de algemene mandaat- en volmachtregelingen zijn voorbehouden aan de ministers. Om zoveel mogelijk aan te sluiten bij de organisatorische en bestuurlijke indeling bij VWS en J&G blijven de bevoegdheden op het terrein van bijvoorbeeld de Wet openbaarheid van bestuur, de Nationale Ombudsman en beslissingen op bezwaar/beroep op grond van artikel 5 voorbehouden aan de functionarissen als omschreven in de algemene mandaatregelingen van VWS en J&G.

Om het BES-project zorgvuldig en gecoördineerd te laten verlopen, kan de BES-gezant in afwijking van de algemene mandaat- en volmachtregelingen geen ondermandaat of ondervolmacht verlenen aan een onder hem ressorterende functionaris, behoudens het verlenen van een machtiging om de ministers in bestuursrechtelijke geschillen te vertegenwoordigen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

De Minister voor Jeugd en Gezin,

A. Rouvoet.

Naar boven