Besluit tot wijziging van de Nadere voorschriften permanente educatie

Het bestuur van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,

Gelet op artikel A-130.7 van de Verordening gedragscode;

Gehoord de leden,

Besluit als volgt:

ARTIKEL I

De Nadere voorschriften permanente educatie worden als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt ‘training-on-the-job-activiteiten’ vervangen door: training on the job-activiteiten.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onder a, komt als volgt te luiden:

  • a. de registeraccountant, niet zijnde een openbaar accountant, intern accountant, overheidsaccountant, of accountant in business.

2. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. De registeraccountant, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b en c, geeft jaarlijks een Verklaring verrichte activiteiten af. De verklaring dient uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop de verklaring betrekking heeft, te zijn ingediend.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. Het model van de Verklaring verrichte activiteiten wordt door het bestuur vastgesteld.

C

Artikel 3 komt als volgt te luiden:

Artikel 3

  • 1. Een eenheid van zestig minuten besteed aan permanente educatie levert één PE-punt op. Eenheden van dertig minuten of meer worden naar boven afgerond op hele punten.

  • 2. De registeraccountant behaalt minimaal 120 PE-punten per driejaarscyclus.

  • 3. De registeraccountant behaalt minimaal 20 PE-punten per kalenderjaar.

  • 4. De registeraccountant verricht PE-activiteiten in het voor hem relevante vakgebied.

  • 5. De registeraccountant is in staat ten aanzien van minimaal 60 PE-punten aan te tonen dat deze zijn behaald in de periode, genoemd in het tweede lid, onverminderd de verplichting opgenomen in artikel 8, derde lid.

  • 6. De in het tweede lid bedoelde driejaarscyclus vangt aan bij de inwerkingtreding van deze nadere voorschriften. De registeraccountant die na dit tijdstip in het accountantsregister wordt ingeschreven behaalt, in afwijking van het tweede lid, met ingang van 1 januari van het jaar volgend op het jaar van inschrijving, minimaal 20 PE-punten per kalenderjaar tot het eerste jaar van een nieuwe driejaarscyclus.

  • 7. Het bestuur kan op een schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de registeraccountant geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het bepaalde in het tweede of derde lid op grond van bijzondere omstandigheden. Het bestuur kan aan deze ontheffing voorwaarden verbinden.

  • 8. De ontheffing kan vanaf 1 oktober van het desbetreffende jaar worden aangevraagd.

D

Er wordt na artikel 3 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3a

  • 1. De registeraccountant kan PE-punten behalen met de volgende PE-activiteiten:

    • a. gestructureerde vormen van educatie;

    • b. overige gestructureerde PE-activiteiten;

    • c. zelfstudie of training on the job-activiteiten.

  • 2. Onder gestructureerde vormen van educatie wordt verstaan:

    • a. het volgen van externe en interne cursussen, congressen, seminars of andere educatieve bijeenkomsten die relevant zijn voor het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is;

    • b. het optreden als inleider, docent, leider, of ontwikkelaar van educatieve bijeenkomsten die relevant zijn voor het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is, tenzij dit optreden een zodanige herhaling betreft dat het educatieve aspect vervalt;

    • c. het optreden als examinator bij de vakken van het accountantsexamen of bij andere vakken die relevant zijn voor het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is, tenzij dit optreden een zodanige herhaling betreft dat het educatieve aspect vervalt;

    • d. het verrichten van activiteiten in vaktechnische commissies of het deelnemen aan vaktechnische bijeenkomsten op het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is;

    • e. het publiceren in vakbladen op het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is.

  • 3. Onder overige gestructureerde PE-activiteiten wordt verstaan:

    • a. het verrichten van vaktechnische research;

    • b. het deelnemen aan ledenbijeenkomsten met een vaktechnisch karakter;

    • c. het uitvoeren van kwaliteitstoetsingen.

  • 4. Het aantal te behalen PE-punten wordt evenwichtig verdeeld over het vakgebied waarbinnen de betrokken registeraccountant werkzaam is.

  • 5. Het bestuur kan vooraf dan wel achteraf het aantal PE-punten wijzigen dat door een (onderwijs)instelling, accountantspraktijk of accountantsafdeling, niet zijnde een erkende (onderwijs)instelling, dan wel door de desbetreffende registeraccountant aan die activiteit is toegekend indien het aantal niet strookt met deze nadere voorschriften dan wel berust op een onjuiste uitleg van deze nadere voorschriften.

E

Artikel 4 komt als volgt te luiden:

Artikel 4

  • 1. Dit artikel is van toepassing op de registeraccountant die werkzaam is als openbaar accountant, intern accountant of overheidsaccountant.

  • 2. De registeraccountant behaalt per driejaarscyclus minimaal 90 PE-punten met gestructureerde vormen van educatie als bedoeld in artikel 3a, tweede lid.

  • 3. De in artikel 3a, tweede lid, onderdeel a, genoemde activiteiten vinden voor ten minste de helft plaats bij een erkende (onderwijs)instelling. Met activiteiten die hebben plaatsgevonden bij een erkende (onderwijs)instelling wordt het optreden als docent bij een erkende (onderwijs-)instelling gelijkgesteld. Dit vereiste geldt totdat per driejaarscyclus een aantal van 45 PE-punten is behaald.

  • 4. Gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting, bedoeld in het derde lid, kan worden aangevraagd indien:

    • a. de registeraccountant gedurende de periode, bedoeld in artikel 3, tweede lid, ten minste 18 maanden in het buitenland werkzaam is geweest;

    • b. de registeraccountant een PE-activiteit als bedoeld in artikel 3a, tweede lid, onderdeel a, in het buitenland heeft verricht. Het bestuur kan voorwaarden stellen aan buitenlandse PE-activiteiten.

  • 5. De registeraccountant kan per driejaarscyclus maximaal 30 PE-punten die behaald zijn met overigegestructureerde PE-activiteiten als bedoeld in artikel 3a, derde lid, laten meetellen.

  • 6. Het bepaalde in het tweede, derde en vijfde lid is tot de aanvang van een nieuwe driejaarscyclus niet van toepassing op de registeraccountant die na het tijdstip, bedoeld in artikel 3, zesde lid, wordt ingeschreven. Deze registeraccountant behaalt minimaal 15 PE-punten per jaar met gestructureerde vormen van educatie.

F

Artikel 5 komt als volgt te luiden:

Artikel 5

  • 1. Dit artikel is van toepassing op de registeraccountant die werkzaam is als accountant in business.

  • 2. De accountant in business behaalt per driejaarscyclus minimaal 30 PE-punten met gestructureerde vormen van educatie als bedoeld in artikel 3a, tweede lid.

  • 3. De accountant in business kan per driejaarscyclus maximaal 60 PE-punten behalen door zelfstudie of training on the job-activiteiten.

  • 4. De accountant in business kan per driejaarscyclus maximaal 30 PE-punten die behaald zijn met overige gestructureerde PE-activiteiten als bedoeld in artikel 3a, derde lid, laten meetellen.

  • 5. Het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid is tot de aanvang van een nieuwe driejaarscyclus niet van toepassing op de registeraccountant die na het tijdstip, bedoeld in artikel 3, zesde lid, wordt ingeschreven. Deze registeraccountant behaalt minimaal 5 PE-punten per jaar met gestructureerde vormen van educatie.

G

In artikel 7, derde lid, wordt ‘binnen een half jaar voorafgaand aan het instellen van een verplicht kennisgebied of onderwerp’ vervangen door: binnen een jaar voorafgaand aan het instellen van een verplicht kennisgebied of onderwerp.

H

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid komt als volgt te luiden:

  • 3. De registeraccountant bewaart bewijsstukken van PE-activiteiten als bedoeld in artikel 3a gedurende een periode van minimaal zeven jaar.

2. In het zesde lid wordt ‘doch uiterlijk de laatste dag van februari in het daaropvolgende jaar.’ vervangen door: doch uiterlijk op 31 maart in het daaropvolgende jaar.

3. In het zevende lid wordt ‘de registratie en de deelnamebewijzen,’ vervangen door: bewijsstukken.

I

In artikel 9, tweede lid, wordt ‘kan het bestuur een klacht bij de daarvoor aangewezen instantie indienen.’ vervangen door: kan de voorzitter van de Orde een klacht bij de daarvoor aangewezen instantie indienen.

ARTIKEL II

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

Er worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Driejaarsperioden als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Nadere voorschriften permanente educatie, geldende tot 1 januari 2010, die zijn aangevangen tussen 2 januari 2007 en 31 december 2009 worden geacht te zijn geëindigd op 31 december 2009.

  • 5. Registeraccountants waarvan de driejaarsperiode is aangevangen tussen 2 januari 2007 en 31 december 2009 kunnen tot een maximum van 40 behaalde PE-punten meenemen naar het jaar 2010, voor zover zij in deze driejaarsperiode meer dan 40 PE-punten per kalenderjaar hebben behaald.

  • 6. Op verklaringen als bedoeld in artikel 2, derde lid, die voor 1 januari 2010 zijn ingediend, zijn de Nadere voorschriften permanente educatie van toepassing, geldende tot 1 januari 2010.

  • 7. Op bewijsstukken als bedoeld in artikel 8, derde lid, die bij het in werking treden van dit besluit reeds zijn afgegeven of opgesteld, zijn de Nadere voorschriften permanente educatie van toepassing, geldende tot 1 januari 2010.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2010.

Vastgesteld in de bestuursvergadering van16 december 2009

Het bestuur van het Nederlands Instituut van Registeraccountants,

De voorzitter van het bestuur,

J.G.P.M. Helderman.

TOELICHTING

De Nadere voorschriften permanente educatie (NVPE) zijn met ingang van 1 januari 2007 in werking getreden. In de ledenvergadering van 12 december 2007 heeft het bestuur de toezegging gedaan om, nadat enige ervaring met het systeem van permanente educatie is opgedaan, in 2009 de regeling te evalueren. In de bestuursvergadering van mei 2009 is besloten een quick win-evaluatie op bureauniveau uit te voeren en een brede evaluatie te laten plaatsvinden in 2010. Een fundamentele discussie over bijvoorbeeld input- of output-methode past veeleer in het kader van het fusietraject, waarbij samen met de NOvAA tot één systeem gekomen kan worden.

In het algemeen wordt geconcludeerd dat de verplichting om minimaal 120 PE-punten per drie aaneengesloten kalenderjaren te halen met een minimum van 20 PE-punten per kalenderjaar, goed bekend is. De mate van acceptatie van de verplichting is hoog. De regelgeving wordt echter op bepaalde punten als (te) zwaar en (onnodig) formalistisch ervaren, zowel door leden, kantoren, erkende (onderwijs)instellingen als het bureau. Daarom worden de NVPE op enkele punten gewijzigd. Het doel van de wijzigingen is de uitvoering van de PE-regelgeving te vereenvoudigen met ingang van 1 januari 2010.

Artikelsgewijs

A

Artikel 1 wordt redactioneel gewijzigd.

B

Artikel 2, tweede lid, onder a, wordt redactioneel gewijzigd. De onderdelen a en b overlapten elkaar.

Artikel 2, derde lid, wordt inhoudelijk gewijzigd. Er wordt een indieningstermijn opgenomen. Verklaringen dienen uiterlijk 31 maart van het jaar volgend op het betreffende jaar te worden ingediend. Tevens wordt een lid toegevoegd. Met de wijziging van het derde lid en de toevoeging van het vierde lid wordt verduidelijkt dat voor de aanvraag het door het bestuur vastgestelde model moet worden gebruikt.

C

De driejaarsperiode waarbinnen minimaal 120 PE-punten moeten worden behaald, loopt voor de meeste leden synchroon met de driejaarscyclus die is aangevangen op 1 januari 2007. Driejaarscycli van leden die na 1 januari 2007 zijn ingeschreven in het accountantsregister hebben een afwijkende ingangs- en einddatum. Zo loopt de driejaarsperiode van een lid dat zich in 2007 heeft ingeschreven van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2010. Om de uitvoering van de regeling te vereenvoudigen komen nieuwe leden in een ‘voorloop’-periode, waarna kan worden aangesloten op de reguliere driejaarscyclus. Dit heeft met name voordelen qua inrichting van de monitoring-systemen.

In deze ‘voorloop’-periode geldt slechts de minimumverplichting van 20 PE-punten per kalenderjaar. Hiervoor is gekozen om praktische redenen; dit betekent een (beperkte) versoepeling. Immers, alle andere leden moeten gemiddeld 40 PE-punten per jaar halen. Aangezien het overgrote deel van de nieuw in te schrijven leden kort daarvoor de opleiding zal hebben afgerond (en de deskundigheid daarmee geacht kan worden op peil te zijn), is deze versoepeling gelet op het deskundigheidsvereiste van de Verordening gedragscode gerechtvaardigd.

Voorts is de redactie van dit artikel gewijzigd. Beoogd is te verduidelijken dat de registeraccountant zijn PE-activiteiten dient af te stemmen op het vakgebied waarbinnen hij werkzaam is.

D

In artikelen 4 en 5 werd enerzijds een (nagenoeg gelijkluidende) opsomming gegeven van de verschillende vormen van educatie en anderzijds de vereisten met betrekking tot de invulling van de PE-plicht opgenomen. Uit de quick win-evaluatie is gebleken dat deze bepalingen verduidelijking behoefden. Om de toegankelijkheid van de bepalingen te vergroten zijn de verschillende vormen van educatie geregeld in artikel 3a en de vereisten met betrekking tot de invulling zijn opgenomen in artikelen 4 voor de openbaar, de intern en de overheidsaccountant en 5 voor de accountant in business. Daarnaast is de formulering van de bepalingen verduidelijkt.

E

Op de ‘voorloop’-periode is het bepaalde in het tweede, derde en vijfde lid van artikel 4 niet van toepassing. Voor deze periode geldt een afwijkende verplichting. Per jaar dient drie vierde deel van het vereiste aantal PE-punten met gestructureerde vormen van educatie te worden gehaald.

Voorts is het aantal ontheffingsmogelijkheden van artikel 4, derde lid, verruimd. Daarnaast is de redactie van het artikel gewijzigd. De vereisten met betrekking tot de invulling van de PE-plicht zijn duidelijker geformuleerd.

F

Op de ‘voorloop’-periode is het bepaalde in het tweede, derde en vierde lid van artikel 5 niet van toepassing. Voor deze periode geldt een afwijkende verplichting. Per jaar dient een vierde deel van het vereiste aantal PE-punten met gestructureerde vormen van educatie te worden gehaald.

Voorts is de redactie van artikel 5 gewijzigd. De vereisten met betrekking tot de invulling van de PE-plicht zijn duidelijker geformuleerd.

G

In de praktijk werd de termijn van artikel 7, derde lid, als te krap ervaren. De termijn is verruimd tot een jaar.

H

In artikel 8 is de termijn van artikel 8, zesde lid, verruimd tot en met 31 maart. Voorts zijn de bepalingen omtrent de bewaarplicht aangepast aan de uitleg die daaraan in de praktijk werd gegeven. De bewaarplicht had op grond van de oude regeling slechts betrekking op deelnamebewijzen, thans worden bewijsstukken vereist zodat in een voorkomend geval kan worden aangetoond dat bijvoorbeeld een vaktechnisch overleg is bijgewoond.

I

Met de inwerkingtreding van de Wet tuchtrechtspraak accountants zijn aan de voorzitter van de Orde enkele bijzondere bevoegdheden en rechten toegekend ten aanzien van het aanhangig maken van tuchtzaken (bijvoorbeeld: het aanhangig maken van een tuchtzaak is kosteloos voor de voorzitter). In de regeling tot 1 januari 2010 was deze bevoegdheid toegekend aan het bestuur.

De voorzitter van het bestuur,

J.G.P.M. Helderman.

Naar boven