Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 30 november 2009, nr. 57546, houdende wijziging van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens (kleindierliefhebbers)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61) en op Verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 4 mei 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEU L 166);

Gelet op de artikelen 6, tweede lid, en 8 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. In het eerste lid wordt ‘een een uniek nummer bestaande uit bondscode, kweeknummer en volgnummer’ vervangen door: een uniek nummer bestaande uit de bondscode, een kweeknummer en een volgnummer.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid zijn de gesloten pootringen, afgegeven door Kleindier Liefhebbers Nederland, voorzien van een uniek nummer bestaande uit de bondscode en een volgnummer.

B

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. Gesloten pootringen voor in Nederland geboren en gefokte vogels worden aangevraagd met gebruikmaking van een door één van de erkende organisaties, bedoeld in artikel 8, eerste lid, ter beschikking gesteld aanvraagformulier dat volledig ingevuld wordt teruggestuurd.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Voor de soorten opgenomen in bijlage A bij de basisverordening wordt per soort aangegeven hoeveel ringen worden aangevraagd.

C

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt na ‘in gevangenschap geboren en gefokte vogels’ ingevoegd: van de soorten waarvoor hij de pootringen heeft aangevraagd.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Ingeval van een soort die is opgenomen in bijlage A bij de basisverordening, brengt de aanvrager de ontvangen pootring uitsluitend aan op gefokte vogels van de desbetreffende soort waarvoor hij de ring heeft aangevraagd.

D

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1.a. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala auropalliata’ wordt vervangen door: Amazona auropalliata.

b. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala oratrix’ wordt vervangen door: Amazona oratrix.

c. De Nederlandse naam ‘Geelkopamazone’ wordt vervangen door: Dubbele geelkopamazone.

d. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala belizensis;’ wordt vervangen door: Amazona oratrix belizensis.

e. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala caribaea’ wordt vervangen door: Amazona auropalliata caribaea.

f. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala parvipes’ wordt vervangen door: Amazona auropalliata parvipes.

g. De wetenschappelijke naam ‘Amazona ochrocephala tresmariae’ wordt vervangen door: Amazona oratrix tresmariae.

h. De Nederlandse naam ‘Zeegroene hyacinthara’ wordt vervangen door: Blauwgrijze Ara.

i. De wetenschappelijke naam ‘Propyrrhura couloni’ wordt vervangen door: Primolius couloni.

j. De wetenschappelijke naam ‘Propyrrhura maracana’ wordt vervangen door: Primolius maracana.

k. De Nederlandse naam ‘Dikbekparkiet’ wordt vervangen door: Dikbekpapegaai.

l. De Nederlandse naam ‘Grote dikbekparkiet’ wordt vervangen door: Grote dikbekpapegaai.

m. De Nederlandse naam ‘Blauwkroonlori’ wordt vervangen door: Blauwkaplori.

n. De Nederlandse naam ‘Kuhlls lori’ wordt vervangen door: Kuhls lori.

o. De Nederlandse naam ‘Tahiti lori’ wordt vervangen door: Saffierlori.

p. De Nederlandse naam ‘Smaragdlori’ wordt vervangen door: Hemelsblauwe lori .

2. De volgende twee rijen vervallen:

Carduelis cucullata

Kapoetsensijs

passeriformes: fringillidae

2,5

A

Psephotus dissimilis

Kapparkiet

psittaciformes: psittacidae

 

A

3. De rijen van de tabel worden volgens de alfabetische volgorde van de wetenschappelijke namen gerangschikt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 november 2009

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

TOELICHTING

Onderhavige regeling voorziet in een wijziging van de Regeling afgifte en kenmerken pootringen en andere merktekens met het oog op het gebruik van een afwijkend uniek nummer op pootringen voor de vereniging Kleindier Liefhebbers Nederland (KLN). Artikel 4 bepaalt dat afgegeven gesloten pootringen voorzien moeten zijn van een uniek nummer, bestaande uit de bondscode, een kweeknummer en een volgnummer. De huidige aanpassing voorziet in het toevoegen van een tweede lid aan artikel 4, waarin is bepaald dat een uniek nummer van een door KLN afgegeven pootring geen kweeknummer bevat. Deze afwijking is onder meer nodig vanwege een overkoepelende Europese vogelbond, Europäischer Verband für Geflügel-, Tauben-, Vögel- Kaninchen- und Caviazucht (EE), waarbij KLN is aangesloten en de op dit overkoepelende niveau georganiseerde tentoonstellingen waaraan KLN-leden meedoen. Van deze tentoonstellingen kan de overkoepelende Europese bond Nederlandse vogels uitsluiten als juryleden een dier tot de kweker kunnen herleiden. Daardoor kan immers de objectiviteit van het oordeel van de juryleden in het geding komen. Door de uitsluiting worden de KLN-leden in het bijzonder gedupeerd, waar deelname aan dit soort tentoonstellingen een essentieel aspect is van het houden van vogels voor de aangesloten leden. De afwijking in artikel 4, tweede lid, wordt bij wijze van uitzondering aan KLN verleend. De overige erkende organisaties hebben aangegeven zelf geen behoefte te hebben aan een vergelijkbare uitzondering. Het gebruik van een afwijkend uniek nummer door KLN doet niet wezenlijk afbreuk aan de mogelijkheid om aan de hand van het unieke nummer van de pootring de aanvrager te traceren. De aanpassing kan er weliswaar toe leiden dat tracering van kwekers iets meer tijd vergt bij KLN-leden, maar de handhaafbaarheid van de regeling ten aanzien van KLN-leden als zodanig komt niet in gevaar.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt de regeling op bepaalde punten te verduidelijken. De regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 20 maart 2009, nr. TRCJZ/2009/722, houdende wijziging van de Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens (Stcrt. 2009, 31), beoogde bij de aanvraag van pootringen de koppeling tussen ring en vogelsoort gedeeltelijk los te laten, waardoor de aanvrager de ringen voor verschillende op het aanvraagformulier vermelde soorten kan gebruiken. Een uitzondering daarbij geldt voor de strikt beschermde vogelsoorten, vermeld in bijlage A van de basisverordening. In de praktijk heeft de voorziening tot vragen aanleiding gegeven, omdat in artikel 7, ten aanzien van het aanvraagformulier, en in artikel 10, ten aanzien van het gebruik van de ringen, dit onderscheid tussen bijlage A-soorten en andere vogels niet duidelijk is aangebracht. Met de onderhavige wijziging wordt dit onderscheid in de artikelen verduidelijkt. De huidige aanpassing van de regeling is tevens aangegrepen om een aantal onjuistheden in de bijlage te corrigeren met betrekking tot de naamgeving van een aantal vogels. Ook zijn twee soorten uit de bijlage verwijderd, aangezien deze soorten opgenomen staan op bijlage X van de uitvoeringsverordening. Deze bijlage X soorten worden zoveel in gevangenschap gefokt dat ze vrijgesteld zijn van de ringplicht. Er zijn geen nieuwe soorten aan de lijst toegevoegd en ook zijn de ringmaten ongewijzigd gebleven.

In afwijking van mijn besluit om als algemeen uitgangspunt voor de inwerkingtreding van LNV-regelgeving twee vaste data te hanteren, zoals aangegeven in de brief aan de Tweede Kamer van 28 april 2008 (Kamerstukken II, 2007–2008, 29 515, nr 202 ), treedt deze wijzigingsregeling in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Dit gezien de wenselijkheid om zo spoedig mogelijk een einde te maken aan de onzekerheid voor kleindierliefhebbers Nederland en om de noodzakelijke duidelijkheid voor de bonden ten aanzien van de unieke ringnummers te scheppen. Deze regeling leidt niet tot extra lasten van het bedrijfsleven.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg.

Naar boven