Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 21 november 2009, nr. AT-EZ/6343542.JZ, tot wijziging en intrekking van enkele regelingen die betrekking hebben op het gebruik van frequentieruimte

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op de artikelen 3.4, eerste lid, onderdeel a, van de Telecommunicatiewet en de artikelen 4, 6, 8, 18 en 19 van het Frequentiebesluit;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 2, tweede lid, onderdeel a, wordt ‘apparaten’ vervangen door: ‘apparaten, niet zijnde apparaten als bedoeld in categorie 22 van bijlage 8,’.

B

De categorieën 3 en 6 van bijlage 8 komen als volgt te luiden:

Categorie 3

Radiozendapparaten bestemd voor breedband datasystemen
 

Frequentieband

Maximaal vermogen

Aanvullende parameters, onderdrukkingsvoorschriften of gebruiksbeperkingen

A

2400–2483,5 MHz

100 mW e.i.r.p.1

Verplicht zijn technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.

B

57,0–66,0 GHz

40 dBm e.i.r.p. en 13 dBm/MHz e.i.r.p. dichtheid.

Toepassingen buitenshuis worden uitgesloten.

25 dBm e.i.r.p. en – 2 dBm/MHz e.i.r.p. dichtheid.

Vaste installaties buitenshuis worden uitgesloten.

XNoot
1

100 mW e.i.r.p. en 100 mW/100 kHz e.i.r.p. dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van frequency-hoppingmodulatie, 10 mW/MHz e.i.r.p. dichtheid is van toepassing wanneer gebruik wordt gemaakt van andere soorten modulatie.

Categorie 6

Radiozendapparaten bestemd voor bewegingsdetectie en signalering
 

Frequentieband

Vermogen

Aanvullende parameters of onderdrukkingsvoorschriften

Overige gebruiks-beperkingen

A

2400–2483,5 MHz

25 mW e.i.r.p.

B

9200–9500 MHz

25 mW e.i.r.p.

C

9500–9975 MHz

25 mW e.i.r.p.

D

10,5–10,6 GHz

500 mW e.i.r.p.

E

13,4–14,0 GHz

25 mW e.i.r.p.

F

17,1–17,3 GHz

26 dBm e.i.r.p.

Verplicht zijn technieken om toegang te krijgen tot spectrum en om interferentie te onderdrukken met een vermogen dat ten minste equivalent is aan dat van de technieken die zijn beschreven in de geharmoniseerde normen welke zijn vastgesteld in het kader van richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit.

Deze gebruiksvoor-waarden zijn alleen van toepassing op systemen op de grond.

G

24,05–24,25 GHz

100 mW e.i.r.p.

C

In categorie 14 van bijlage 8 vervalt voetnoot 3 en vervallen de verwijzingen naar deze voetnoot.

D

Na categorie 21 van bijlage 8 wordt een categorie ingevoegd, luidende:

Categorie 22

Grenswaarden voor het vermogen van eindstations in de frequentieband 2500–2690 MHz
 

Frequentie-band

Maximaal gemiddeld vermogen (met inbegrip van het ATPC-bereik (bereik voor automatische regeling van het zendvermogen))

Aanvullende parameters, onderdrukkingsvoorschriften en gebruiksvoorschriften

A

2500–2690 MHz

Totaal uitgestraald vermogen (TRP)

31 dBm/5 MHz1

1. Apparatuur dient bestemd te zijn voor aansluiting op een elektronische communicatienetwerk dat gebruik maakt van frequentieruimte in de band 2500–2690 MHz, voor zover voor het gebruik van de door dat netwerk gebruikte frequentieruimte een vergunning is verleend.

2. Apparatuur die wordt gebruikt in deze band kan ook gebruikmaken van andere e.i.r.p.-grenswaarden (equivalent isotroop uitgestraald vermogen) dan die welke hier naast zijn vermeld, mits geschikte onderdrukkingstechnieken worden toegepast in overeenstemming met richtlijn nr. 1999/5/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 9 maart 1999 betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur en de wederzijdse erkenning van hun conformiteit die ten minste een gelijkwaardig niveau van bescherming bieden als wordt geboden door deze technische parameters.

E.i.r.p.

35 dBm/5 MHz1

XNoot
1

E.i.r.p. moet worden gebruikt voor vaste of geïnstalleerde eindstations en het TRP moet worden gebruikt voor mobiele of nomadische eindstations. TRP meet het vermogen dat een antenne werkelijk uitstraalt. TRP wordt gedefinieerd als de integraal van het uitgezonden vermogen in verschillende richtingen in de volledige stralingssfeer.

E

Na paragraaf 2.1 van bijlage 9 en voor ‘Aanhangsel bij de bijlage 1 tot en met 9’ wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

2.2. Tankniveau-sondering radar1

Frequentiebereik (MHz)

Maximaal vermogen

4,5–7,0 GHz

24 dBm e.i.r.p.1

8,5–10,6 GHz

30 dBm e.i.r.p.1

24,05–27,0 GHz

43 dBm e.i.r.p.30 dBm e.i.r.p.1

57,0–64,0 GHz

43 dBm e.i.r.p.30 dBm e.i.r.p.1

75,0–85,0 GHz

43 dBm e.i.r.p.30 dBm e.i.r.p.1

XNoot
1

Het maximale vermogen geldt in een afgesloten tank en komt overeen met een spectrale dichtheid van – 41,3 dBm/MHz e.i.r.p. buiten een testtank met een inhoud van 500 l.

ARTIKEL II

Artikel 7 van de Regeling aanvraag vergunning voor IMT-2000 vervalt.

ARTIKEL III

De Regeling veiling gebruiksrecht radio-frequenties voor IMT-2000 wordt ingetrokken.

ARTIKEL IV

De notitie gezamenlijke aanleg en gebruik van UMTS-netwerkonderdelen van 26 september 2001, Stcrt. 2001, nr. 189, vervalt, voor zover die notitie betrekking heeft op de bepalingen, bedoeld in artikel 15.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.

TOELICHTING

Algemeen

Deze wijzigingsregeling heeft een drieledig doel. In de eerste plaats worden twee beschikkingen van de Commissie van de Europese Gemeenschappen geïmplementeerd. In de tweede plaats wordt een omissie in de implementatie van een eerdere beschikking van de Commissie hersteld. In de derde plaats vervallen voorschriften en gedeeltelijk een notitie die betrekking hebben op de verdeling van IMT-2000-vergunningen.

Beschikking 2008/477/EG

Beschikking nr. 2008/477/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 juni 2008 betreffende de harmonisering van de 2500–2690 MHz-frequentieband voor terrestrische systemen die elektronische communicatiediensten kunnen verschaffen in de Gemeenschap beoogt de voorwaarden te harmoniseren voor de beschikbaarheid en het doelmatig gebruik van de 2500–2690 MHz-band voor genoemde terrestrische systemen. In de bijlage van genoemde beschikking zijn technische parameters opgenomen die de lidstaten dienen om te zetten in nationaal recht. Bedoelde bijlage wordt, met uitzondering van tabel 6, omgezet in de 2,6 GHz-vergunningen die via de procedure van veiling worden verdeeld. Tabel 6 van beschikking nr. 2008/477/EG ziet op eindstations (randapparaten). Die eindstations worden aangesloten op het toekomstige netwerk van een houder van een 2,6 GHz-vergunning. Voor het gebruik van eindstations in de 2500–2690 MHz-frequentieband is niet langer een vergunning vereist op grond van de als artikel I, onderdeel D, van deze regeling opgenomen categorie 22 van bijlage 8 bij artikel 2, onderdeel l, van de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008. Uiteraard dienen bij het gebruik de voorschriften, genoemd in bijlage 8, categorie 22, van de regeling in acht te worden genomen. Zoals geregeld in artikel I, onderdeel A, is artikel 2, tweede lid, onderdeel a, niet van toepassing op eindstations die gebruiken maken van de 2500–2690 MHz-band. De reden hiervoor is dat voor eindstations in de 2500–2690 MHz-band specifieke gebruiksvoorschriften zijn opgenomen in bijlage 8, categorie 22 (Artikel I, onderdeel D).

Beschikking 2009/381/EG

Beschikking nr. 2009/381/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 mei 2009 tot wijziging van Beschikking 2006/771/EG inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor gebruik door korteafstandsapparatuur houdt verband met de snelle veranderingen in de technologie en de maatschappelijke behoeften. Beschikking nr. 2009/381/EG bevat een drietal wijzigingen die gevolgen hebben voor de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008.

Radiozendapparaten bestemd voor breedband datasystemen

In de eerste plaats wordt aan categorie 3 (Radiozendapparaten bestemd voor breedband datasystemen) van bijlage 8 de band 57–66 GHz toegevoegd. Hierdoor wordt het mogelijk gemaakt om – zonder dat daarvoor een frequentievergunning vereist is – deze frequentieband te gebruiken voor breedband datacommunicatie, bijvoorbeeld om de kabelverbinding tussen een HDTV-toestel en een Blu-ray speler of HD DVB-T set-top-box te vervangen. Verder wordt hiermee ingespeeld op de ontwikkeling van apparatuur die het heel snel downloaden van grote bestanden in een winkel of kiosk, b.v. een blu-ray film, mogelijk maakt.

Overigens is in de Nederlandstalige versie van Beschikking 2009/381/EG een fout geslopen in de kolom ‘maximaal vermogen/maximale veldsterkte/maximale vermogensdichtheid’ die behoort bij de band 57–66 GHz . Die fout heeft betrekking op het vermogen dat buitenshuis mag worden gebruikt. In de Nederlandse versie is sprake van 25 mW e.i.r.p., terwijl in alle andere taalversies sprake is van 25 dBm. Om die reden is voor de laatste waarde gekozen.

Radiozendapparaten bestemd voor bewegingsdetectie en signalering

In de tweede plaats wordt aan categorie 6 (Radiozendapparaten bestemd voor bewegingsdetectie en signalering) van bijlage 8 de band 17,1–17,3 GHz toegevoegd. Zie hiervoor artikel I, onderdeel B. Die toevoeging is vooral bedoeld voor radars die de verzakking van gebouwen en bruggen bewaken.

Tankniveau-sondering radar

In de derde plaats wordt aan bijlage 9 een nieuwe paragraaf 2.2 toegevoegd. Zie hiervoor artikel I, onderdeel E. Die nieuwe paragraaf ziet op tankniveau-sondering radar. De toepassing tankniveau-sondering radar is een Ultra WideBand-toepassing. Meestal wordt deze met de Engelse term ‘tank level probing radar’ of TLPR aangeduid. De apparatuur mag vergunningvrij worden toegepast in afgesloten tanks. Het is nadrukkelijk niet toegestaan om deze apparatuur te gebruiken in de open ruimte.

Beschikking 2006/804/EG

Artikel I, onderdeel C, zorgt voor het wegnemen van een omissie in de implementatie van beschikking nr. 2006/804/EG van de Europese Commissie van 23 november 2006 inzake de harmonisatie van het radiospectrum voor apparaten voor identificatie met behulp van radiogolven (RFID) in de ultrahoge frequentieband (UHF) (PbEU L 329). De eis in voetnoot 3 bij categorie 14 van bijlage 8 met betrekking tot het gebruik van een passende storingsbeperkende methodiek vervalt, omdat deze eis niet in beschikking 2006/804/EG wordt gesteld.

Intrekking en wijziging van IMT-2000-regelingen

De Regeling veiling gebruiksrecht radio-frequenties voor IMT-2000 wordt ingetrokken, omdat zij is uitgewerkt (artikel III). Artikel 7 van de Regeling aanvraag vergunning voor IMT-2000 komt te vervallen teneinde iedere onduidelijkheid weg te nemen dat er, onverminderd de in de IMT-2000-vergunningen opgenomen uitrolplicht, de Mededingingswet en de artikelen 3.7, tweede lid, onderdeel f, en 3.8 van de Telecommunicatiewet, geen bezwaren bestaan tegen de huidige spreiding van IMT-2000-vergunningen over de bestaande vergunninghouders (artikel II). De notitie van de Nederlandse mededingingsautoriteit, Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat (Stcrt. 2001, 189, p. 23) gaf gedeeltelijk invulling aan bepalingen die ingevolge deze regeling zijn ingetrokken. Om die reden wordt genoemde notitie, voor zover zij ziet op bepalingen die vallen binnen de reikwijdte van artikel 15.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, ingetrokken (artikel IV). De intrekking ziet niet op bepalingen in de Telecommunicatiewet waarop de OPTA toezicht houdt of op bepalingen waarop de NMa toezicht houdt.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk.


XNoot
1

Tankniveau-sondering radar (TLPR) is een specifieke toepassing van radiodeterminatie die wordt gebruikt om het tankniveau te meten. TLRP is geïnstalleerd in metalen of versterkte betonnen tanks of soortgelijke structuren die gemaakt zijn van materiaal met een vergelijkbare dempende werking. De tank heeft tot doel een stof te bevatten.

Naar boven