Circulaire Ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoeding wethouders, raadsleden en commissieleden

Aan: De burgemeesters, de wethouders, de raadsleden, de commissieleden en de gemeentebesturen

Onderwerp: Ambtstoelage burgemeesters, (onkosten)vergoeding wethouders, raadsleden en commissieleden

Doelstelling: Informatie over beleid

Juridische grondslag: Rechtspositiebesluit burgemeesters, Rechtspositiebesluit wethouders en Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden

Relaties met andere circulaires: 19 juni 2007, nr. 2007-181639 en 20 november 2008, nr. 2008-540257

Ingangsdatum: 1 januari 2010

Geldig tot: Nadere berichtgeving

Datum: 24 november 2009

Kenmerk: 2009-0000644512

Algemene informatie

Door middel van deze circulaire wordt u, zoals elk jaar gebruikelijk, geïnformeerd over de wijzigingen van de bedragen van de (onkosten)vergoedingen voor burgemeesters, wethouders, raadsleden en commissieleden.

Voor uw informatie meld ik u bovendien nog het volgende.

Op dit moment is een algemene maatregel van bestuur in voorbereiding waarin een aantal rechtspositiebesluiten van politieke ambtsdragers wordt gewijzigd. Deze wijzigingen betreffen o.a.

  • a. afschaffing periodiekensysteem voor burgemeesters;

  • b. samenvoeging bezoldigingsklassen tot 8.000 inwoners voor gemeentelijke ambtsdragers;

  • c. de inwonersklassen die de vergoeding voor de werkzaamheden en de onkostenvergoeding van raadsleden bepalen, worden gelijk getrokken met die voor burgemeesters en wethouders;

  • d. invoering vergoeding voor fractievoorzitters en voor commissieleden in verband met taakverzwarende werkzaamheden.

De ministerraad heeft op 20 november 2009 ingestemd met de algemene maatregel van bestuur waarin bovenstaande wijzigingen zijn opgenomen. De volgende stap in de procedure is advisering door de Raad van State.

De wijzigingen treden in werking na publicatie in het Staatsblad. De verwachting is dat publicatie in het Staatsblad medio maart 2010 plaatsvindt.

De genoemde wijzigingen werken terug tot 1 januari 2009.

Publicatie in het Staatsblad van deze algemene maatregel van bestuur leidt door de terugwerkende kracht tot de nodige herberekeningen en nabetalingen aan burgemeesters, wethouders en raadsleden. Na de publicatie wordt u over deze wijzigingen zo spoedig mogelijk door middel van een circulaire geïnformeerd.

1. Bezoldiging burgemeesters

De bezoldiging van burgemeesters wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel, die is overeengekomen voor de periode van   januari 2007 tot en met 31 december 2010, bent u bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639, geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van burgemeesters.

De informatie in de circulaire van 19 juni 2007 over de bezoldiging van de burgemeesters is nog steeds van toepassing.

2. Ambtstoelage burgemeesters

In artikel 16, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters is bepaald dat de ambtstoelage van burgemeesters per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2009 is bepaald op 105,59. Voor 2008 was dit indexcijfer 105.19. Dit betekent dat de bedragen van de ambtstoelage per 1 januari 2010 worden verhoogd met 0,4%.

Met ingang van 1 januari 2010 luiden de bedragen genoemd in artikel 16, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit burgemeesters als volgt:

Inwonersklasse

Ambtstoelage

Klasse 1 en 2

€ 629,19

Klasse 3 en 4

€ 661,43

Klasse 5 en 6

€ 689,29

Klasse 7 t/m 11

€ 712,21

3. Vergoedingen wethouders

De vergoeding van wethouders wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

Naar aanleiding van de arbeidsvoorwaardenovereenkomst voor het rijkspersoneel, die is overeengekomen voor de periode van 1 januari 2007 tot en met 31 december 2010, bent u bij circulaire van 19 juni 2007, nr. 2007-181639, geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van wethouders.

De informatie in de circulaire van 19 juni 2007 over vergoeding van de wethouders is nog steeds van toepassing.

4. Onkostenvergoeding wethouders

In artikel 25, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders is bepaald dat de onkostenvergoeding voor wethouders per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2009 is bepaald op 105,59. Voor 2008 was dit indexcijfer 105,19. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoedingen van de wethouders per 1 januari 2010 worden verhoogd met 0,4%.

Met ingang van 1 januari 2010 luiden de bedragen genoemd in artikel 25, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders als volgt:

Tabel II

Aantal inwoners gemeente

Max. onkostenverg.per maand

–8.000

€ 264,89

8.001–14.000

€ 435,30

14.001–18.000

€ 562,92

18.001–

€ 614,45

5. Vergoeding raadsleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor raadsleden per 1 januari 2010 worden verhoogd met 2,1%. Dit is de procentuele verhoging van het indexcijfer van 2009 (127,7) ten opzichte van 2008 (125,1).

Het maximumbedrag per maand voor de vergoeding van werkzaamheden voor raadsleden genoemd in artikel 2, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2010:

Tabel I

Klasse

Inwonertal

Maximum vergoeding werkzaamheden per maand

1

–6.000

€ 205,85

2

6.001– 8.000

€ 228,01

3

8.001–10.000

€ 265,14

4

10.001–12.000

€ 307,49

5

12.001–14.000

€ 360,28

6

14.001–18.000

€ 453,45

7

18.001–24.000

€ 561,58

8

24.001– 30.000

€ 706,21

9

30.001–40.000

€ 871,70

10

40.001–50.000

€ 1.044,43

11

50.001–60.000

€ 1.134,86

12

60.001–80.000

€ 1.239,98

13

80.001–100.000

€ 1.327,96

14

100.001–125.000

€ 1.423,95

15

125.001–150.000

€ 1.507,67

16

150.001–250.000

€ 1.598,10

17

250.001–375.000

€ 1.756,39

18

375.001–

€ 2.138,33

6. Onkostenvergoeding raadsleden

In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor raadsleden per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2009 is bepaald op 105,59. Voor 2008 was dit indexcijfer 105,19. Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoedingen voor de raadsleden per 1 januari 2010 worden verhoogd met 0,4%.

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden genoemd in artikel 2, derde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2010:

Tabel II

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding raadsleden per maand

1

–6.000

€ 39,34

2

6.001–8.000

€ 41,51

3

8.001–10.000

€ 45,34

4

10.001–12.000

€ 49,15

5

12.001–14.000

€ 55,15

6

14.001–18.000

€ 62,81

7

18.001–24.000

€ 73,19

8

24.001–30.000

€ 84,67

9

30.001–40.000

€ 100,50

10

40.001–50.000

€ 122,35

11

50.001–60.000

€ 129,99

12

60.001–80.000

€ 139,83

13

80.001–100.000

€ 148,02

14

100.001–125.000

€ 157,29

15

125.001–150.000

€ 165,50

16

150.001–250.000

€ 173,15

17

250.001–375.000

€ 197,17

18

375.001–

€ 236,48

Het maximumbedrag per maand voor de onkostenvergoeding voor raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) genoemd in artikel 2, vierde lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2010:

Tabel III

Klasse

Inwonertal

Onkostenvergoeding raadsleden (bij fictieve dienstbetrekking) per maand

1

–6.000

€ 81,93

2

6.001–8.000

€ 86,29

3

8.001–10.000

€ 94,49

4

10.001–12.000

€ 102,69

5

12.001–14.000

€ 114,68

6

14.001–18.000

€ 131,10

7

18.001–24.000

€ 151,83

8

24.001–30.000

€ 176,41

9

30.001–40.000

€ 209,18

10

40.001–50.000

€ 254,53

11

50.001–60.000

€ 270,90

12

60.001–80.000

€ 291,12

13

80.001–100.000

€ 308,06

14

100.001–125.000

€ 328,27

15

125.001–150.000

€ 344,64

16

150.001–250.000

€ 361,03

17

250.001–375.000

€ 410,18

18

375.001–

€ 492,65

7. Commissieleden

In artikel 14, eerste lid, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is bepaald dat de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Toepassing van het bovenstaande houdt in dat de bedragen van de vergoeding voor werkzaamheden voor commissieleden per 1 januari 2010 worden verhoogd met 2,1%. Dit is de procentuele verhoging van het indexcijfer van 2009 (127,7) ten opzichte van 2008 (125,1).

De maximumvergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor leden van gemeentelijke commissies genoemd in het eerste lid van artikel 14 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden bedraagt per 1 januari 2010:

Tabel IV

Klasse

Inwonertal

Vergoeding per vergadering

1

–10.000

€ 54,77

2

10.001–20.000

€ 60,55

3

20.001– 50.000

€ 72,64

4

50.001–100.000

€ 89,38

5

100.001–250.000

€ 114,15

6

250.001 -

€ 144,72

8. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl/openbaar bestuur/politieke ambtsdragers.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

voor deze:

de directeur Arbeidszaken Publieke Sector,

L.D.P. Lombaers.

Naar boven