26 november 2009
Nr. CEND/HDJZ-2009/1360 sector S&W
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
Gelet op artikel 9, tweede lid, van het Besluit spoorverkeer;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling spoorverkeer wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 7 wordt de zinsnede ‘De maximumsnelheid, waarmede treinen vervoerd mogen worden, is’ vervangen door: Onverminderd
artikel 8a van het Besluit spoorverkeer is de maximumsnelheid, waarmee treinen vervoerd mogen worden,.
B
Artikel 19, eerste lid, komt te luiden:
1. Op treinen bestemd voor het vervoer van goederen is een maximum remweg van 100 m van toepassing voor het rijden over hoofdspoorwegen
als bedoeld in bijlage 2 bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen, die gelegen zijn in een kruising of een samenloop met
een voor het openbaar verkeer openstaande weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994 en die niet worden aangeduid als een
overweg door middel van de borden J12 en J13 van bijlage 1 bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 31 december 2009.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling vormt het sluitstuk bij de wijziging van de Spoorwegwet en het Besluit spoorverkeer in verband met de aanwijzing
van bepaalde stamlijnen tot hoofdspoorweg. Deze stamlijnen zijn aangewezen in bijlage 2 bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen
en zijn spoorwegen in haven- en industriegebieden die uitsluitend of overwegend worden gebruikt door het goederenvervoer.
Deze regeling heeft tot doel de Regeling spoorverkeer in overeenstemming te brengen met de in artikel 8a van het Besluit spoorverkeer
neergelegde maximumsnelheid van 30 kilometer per uur op de aangewezen stamlijnen.
Deze regeling leidt niet tot een wijziging van de administratieve lasten voor de overheid en het bedrijfsleven. Ook brengt
deze geen bedrijfseffecten met zich mee.
Artikelsgewijs
Artikel I, onderdeel A
Artikel 7 regelt een specificatie van de maximumsnelheid, gelet op diverse eigenschappen van de trein, zoals de beremming,
samenstelling van de trein en de belasting daarvan. Door de wijziging van dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat ondanks
dat die eigenschappen een hogere maximumsnelheid mogelijk zouden maken, de maximumsnelheid op stamlijnen altijd 30 kilometer
per uur bedraagt.
Artikel I, onderdeel B
Bij stamlijnen zijn er plaatselijke situaties waar trein- en wegverkeer elkaar raken zonder er sprake is van een overweg,
de zogenoemde straatsporen. Bij wijziging van het Besluit spoorverkeer in verband met de voorrangsregels die gelden bij een
kruising van straatssporen en de openbare weg is een nieuwe begripsbepaling van die straatsporen in dat besluit opgenomen.
Dit zijn hoofdspoorwegen als bedoeld in bijlage 2 bij het Besluit aanwijzing hoofdspoorwegen, die gelegen zijn in een kruising
of een samenloop met voor het openbaar verkeer openstaande weg als bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994 en die niet worden
aangeduid als een overweg door middel van de borden J12 en J13 van bijlage 1 bij het Reglement verkeersregels en verkeerstekens
1990. Hoewel in artikel 19 geen onduidelijkheid bestaat dat het hier gaat om straatsporen is gekozen, om geen verwarring te
veroorzaken, in onderhavige regeling dezelfde terminologie uit het Besluit spoorverkeer in artikel 19 over te nemen. Grondslag
voor deze wijziging is gelegen in Besluit spoorverkeer, aangezien de remweg wordt gerelateerd aan de snelheid bedoeld in artikel 9,
tweede lid, van dat besluit.
Artikel II
Op grond van artikel 124 van de Spoorwegwet kunnen de stamlijnen tot 1 januari 2010 worden aangewezen als hoofdspoorwegen.
De aanwijzing van de stamlijnen als hoofdspoorwegen zal op 31 december 2009 plaats vinden. Op dit moment zal ook onderhavige
regeling in werking treden.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
C.M.P.S. Eurlings.