Instelling bijzondere luchtverkeersgebieden Purple Windmill 2009-3, tevens vrijstelling minimum vlieghoogte

20 november 2009

Nr. MLA/176/2009

De Staatssecretaris van Defensie,

Gelezen het verzoek van het Hoofd van de Afdeling Jachtvliegtuig Operaties van 14 oktober 2009;

Gelet op de artikelen 8 en 45 van het Luchtverkeersreglement, de artikelen 8, 11 en 12 van de Regeling VFR-nachtvluchten en minimum vlieghoogten voor militaire luchtvaartuigen en de artikelen 1 en 5 van de Voorschriften ter beperking van geluidhinder militaire luchtvaartuigen;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Verkeer en Waterstaat;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ten behoeve van de oefening Purple Windmill 2009-3 worden als oefengebieden de volgende bijzondere luchtverkeersgebieden (BVG’s) aangewezen:

    • a. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Marnewaard, een cirkelboog met een straal van 6,5 nautische mijlen met als middelpunt cirkelcoördinaat 53°23’10”N 006°15’43”E van coördinaat 53°16’56”N 006°12’43”E met de wijzers van de klok naar 53°23’14”N 006º15’43”E en vervolgens in een rechte lijn terug naar 53°16’56”N 006°12’43”E van grondniveau tot FL 195 (zie figuur 1);

    • b. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Hardenberg, een cirkelvormig gebied met een straal van 6 nautische mijlen met als middelpunt coördinaat 52°31’53”N 006°31’24”E van grondniveau tot FL 195 (zie figuur 2);

    • c. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Marrum, een cirkelvormig gebied met een straal van 5 nautische mijlen met als middelpunt cirkelcoördinaat 53°20’24”N 005°47’21”E van grondniveau tot FL 195 (zie figuur 3);

    • d. een gebied begrensd door de volgende coördinaten en hoogten: BVG Dijkshoek, een cirkelvormig gebied met een straal van 5 nautische mijlen met als middelpunt cirkelcoördinaat 53°15’42”N 005°33’17”E van grondniveau tot FL 195 (zie figuur 3).

    Figuur 1 BVG Marnewaard

    Figuur 1 BVG Marnewaard

    Figuur 2 BVG Hardenberg

    Figuur 2 BVG Hardenberg

    Figuur 3 BVG Marrum en BVG Dijkshoek

    Figuur 3 BVG Marrum en BVG Dijkshoek

  • 2. De oefengebieden (BVG’s Marnewaard, Hardenberg, Marrum en Dijkshoek), genoemd in dit artikel, worden ingesteld op de hieronder genoemde data en tijdstippen:

    BVG Marnewaard

    dinsdag 1 december 2009 van 10:30 uur tot 16:30 uur lokale tijd;

    woensdag 2 december 2009 van 9:30 uur tot 13:30 uur lokale tijd;

    donderdag 3 december 2009 van 10:30 uur tot 16:30 uur lokale tijd;

    BVG Hardenberg

    dinsdag 1 december 2009 van 17:45 uur tot 21:30 uur lokale tijd;

    woensdag 2 december 2009 van 13:00 tot 16:30 uur en van 18:00 tot 22:30 uur lokale tijd;

    donderdag 3 december 2009 van 13:00 tot 15:15 uur en van 18:00 tot 22:30 uur lokale tijd;

    BVG Marrum en BVG Dijkshoek

    dinsdag 1 december 2009 van 10:30 uur tot 16:30 uur lokale tijd;

    woensdag 2 december 2009 van 10:30 uur tot 13:30 uur lokale tijd;

    donderdag 3 december 2009 van 10:30 uur tot 16:30 uur lokale tijd.

Artikel 2

Voor het gebruik van de oefengebieden gelden de volgende aanvullende regels:

  • a. het uitvoeren van andere dan bij de oefening betrokken militaire vluchten in de in artikel 1 genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden is niet toegestaan, met uitzondering van gecoördineerde vluchten door luchtvaartuigen die vooraf toestemming hebben verkregen van het MilATCC Nieuw Milligen;

  • b. aan de oefening deelnemende gezagvoerders en gezagvoerders van vluchten als genoemd in onderdeel a, dienen radiocontact te hebben met de luchtverkeersleiding (LVL) van de vliegbasis Leeuwarden dan wel het MilATCC Nieuw Milligen voor het binnenvliegen van de in artikel 1 genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden en dienen te voldoen aan de voorwaarden, gesteld door de desbetreffende LVL-instantie;

  • c. tijdens het vliegen binnen de in artikel 1 genoemde bijzondere luchtverkeersgebieden dienen de deelnemende gezagvoerders gebruik te maken van een SSR-transponder met mode S of modes A en C;

  • d. voor vluchten binnen de BVG’s geldt voor militaire straalvliegtuigen een minimum hoogte van 3000 voet boven grond- dan wel zeeniveau;

  • e. voor de delen van de BVG’s Marnewaard, Marrum en Dijkshoek die zijn gelegen boven de Waddenzee, geldt een minimale hoogte van 1500 voet boven grond dan wel zeeniveau;

  • f. binnen het BVG Marnewaard en BVG Hardenberg dienen deelnemende gezagvoerders van militaire helikopters voorts een vlieghoogte van minimaal 1000 voet boven grond dan wel zeeniveau aan te houden boven respectievelijk het Natura 2000-gebied Lauwersmeer en het Natura 2000-gebied Vecht- en Beneden Reggegebied;

  • g. vrijstelling van de minimum vlieghoogte voor aan de oefening deelnemende militaire helikopters wordt, onverminderd hetgeen wordt bepaald in onderdelen e en f, verleend voor de in artikel 1, eerste lid, genoemde gebieden;

  • h. de vrijstelling van de minimum vlieghoogte geldt alleen voor die delen van de vlucht die voor het doel van de vlucht noodzakelijk zijn.

Artikel 3

Handelen in strijd met artikel 2, onderdeel a, van deze beschikking is een strafbaar feit.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking op 1 december 2009 en vervalt op 4 december 2009.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Staatssecretaris van Defensie,

namens deze:

De directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit,

Plv. DMLA

F.A. Kroes,

Kolonel.

P.M.A. Vorderman,

Generaal-Majoor KLu b.d.

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Directie Juridische Zaken, Postbus 20701, 2500 ES ‘s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

Forward Air Controllers begeleiden vanaf een positie op de grond vliegtuigen ten behoeve van Close Air Support (CAS). Forward Air Controllers worden in de praktijk opgeleid in het begeleiden van deze vliegtuigen tijdens oefeningen met vliegers van de Koninklijke Luchtmacht en bondgenootschappelijke luchtstrijdkrachten. De oefening Purple Windmill 2009-3 voorziet in de training van de Forward Air Controller. In het kader van de oefeningen Purple Windmill dienen daarom vluchten te worden uitgevoerd door vliegers van de Koninklijke Luchtmacht of bondgenootschappelijke luchtstrijdkrachten.

Het is niet wenselijk dat vluchten ten behoeve van CAS-operaties worden uitgevoerd in gebieden waar ongecontroleerde burgervluchten kunnen plaatsvinden. Conform artikel 8 van het Luchtverkeersreglement kan de minister delen van het vluchtinformatiegebied Amsterdam aanwijzen als bijzondere verkeersgebieden met als doel het beschermen van het luchtverkeer ten opzichte van bepaalde soorten luchtverkeer of van bijzondere luchtverkeersactiviteiten. Het is dientengevolge noodzakelijk dat in verband met de veiligheid in de lucht als oefengebied bijzondere luchtverkeersgebieden worden ingesteld gedurende bekendgemaakte perioden.

Onder BVG Marnewaard en BVG Hardenberg zijn Natura 2000-gebieden gesitueerd. Mede om die reden is in de beschikking de verplichting opgenomen dat binnen deze BVG’s deelnemende gezagvoerders een vlieghoogte van minimaal 1000 voet aan dienen te houden boven de Natura 2000-gebieden. Door het aanhouden van deze hoogte zal geen significante verstoring optreden van de natuurwaarden binnen die gebieden.

Naar boven