Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 november 2009, nr. IVV/I/2009/25857, tot wijziging van een aantal ministeriële regelingen in verband met de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 6, zesde lid, 16, eerste lid, 22, 24, vijfde lid, 35, vierde lid, en 37 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, artikel 10, vierde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 16 van de Toeslagenwet en artikel 122 van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN HET BESLUIT REGELS SAMENLOOP TOESLAGEN EX ARTIKEL 16 TOESLAGENWET

Artikel 3 van het Besluit regels samenloop toeslagen ex artikel 16 Toeslagenwet komt te luiden:

Artikel 3

Bij samenloop van loondervingsuitkeringen krachtens verschillende wetten wordt de toeslag verleend op de uitkering krachtens de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen. Bij gebreke van een uitkering op grond van laatstgenoemde wet wordt de toeslag verleend op de uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen, de Werkloosheidswet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten, dan wel de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen.

ARTIKEL II WIJZIGING VAN HET INKOMENSBESLUIT AOW 1996

In artikel 1, onderdeel b, van het Inkomensbesluit AOW 1996 wordt na ‘de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten’ ingevoegd: , de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

ARTIKEL III WIJZIGING VAN DE REGELING TENUITVOERLEGGING BESTUURLIJKE BOETEN EN TERUGVORDERING ONVERSCHULDIGDE BETALINGEN

De Regeling tenuitvoerlegging bestuurlijke boeten en terugvordering onverschuldigde betalingen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder verlettering van de onderdelen d tot en met u tot de onderdelen e tot en met v wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • d. IOW: Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;.

2. In onderdeel o (nieuw) wordt na ‘17c van de AOW,’ ingevoegd: 21 van de IOW,.

3. In onderdeel p (nieuw), onder a, wordt na ‘24 van de AOW,’ ingevoegd: 34 van de IOW,.

4. In onderdeel s (nieuw) wordt na ‘49 van de AOW,’ ingevoegd: 12, eerste lid, van de IOW,.

B

Na artikel 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust mede op de artikelen 22, 24, vijfde lid, 35, vierde lid, en 37 van de IOW.

C

In artikel 2 wordt ‘artikel 1, onderdeel a tot en met k’ vervangen door: artikel 1, onderdelen a tot en met l.

D

In artikel 3, derde lid, wordt na ‘24, derde lid, van de AOW,’ ingevoegd: 35, tweede lid, van de IOW,.

ARTIKEL IV WIJZIGING VAN DE REGELING TERUGVORDERING GERINGE BEDRAGEN

De Regeling terugvordering geringe bedragen wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt na ‘36 van de Werkloosheidswet,’ ingevoegd: 35 van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen,.

B

Na artikel 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a

Deze regeling berust mede op artikel 35, vierde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

ARTIKEL V WIJZIGING VAN DE REGELING VRIJSTELLING VERPLICHTINGEN WW EN WET WIA

De Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de definitie van ‘uitkeringsgerechtigde’ wordt ‘of de werknemer’ vervangen door: , de werknemer of de IOW-gerechtigde.

2. Na de definitie van ‘WW’ worden twee definities ingevoegd, luidende:

IOW:

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;

IOW-gerechtigde:

de uitkeringsgerechtigde, bedoeld in artikel 1 van de IOW;.

B

Na artikel 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a. Aanvulling wettelijke grondslag

Deze regeling berust mede op artikel 16, eerste lid, van de IOW.

C

Artikel 2a wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW is vrijgesteld de persoon die met verlof is.

D

In artikel 3 wordt ‘en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW’ vervangen door: 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW en 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW.

E

Artikel 4, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW, of in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW, is vrijgesteld de werknemer respectievelijk de IOW-gerechtigde die met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de WW of IOW vakantie geniet als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Vakantieregeling WW en IOW.

F

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede en derde lid tot het derde en vierde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De IOW-gerechtigde die op grond van het eerste lid is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in dat lid, op de dag voor ingang van het recht op een uitkering op grond van de IOW is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW, indien hij gemiddeld ten minste 20 uur per week besteedt aan vrijwilligerswerk of mantelzorg.

2. Het derde lid (nieuw) komt te luiden:

  • 3. De uitkeringsgerechtigde die op grond van het eerste of het tweede lid is vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in die leden, in verband met het verrichten van mantelzorg, blijft vrijgesteld van die verplichtingen tot een maand na de dag, waarop hij die mantelzorg niet langer verricht.

3. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het eerste lid’ vervangen door: bedoeld in het eerste lid.

G

In artikel 6, eerste lid, wordt na ‘bedoeld in de artikelen 24, eerste lid, onderdeel b, onder 1°, 2° en 4°, van de WW’ ingevoegd: , 15, onderdelen b tot en met e, van de IOW.

H

In artikel 7 wordt ‘en 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW’ vervangen door: 26, eerste lid, onderdelen d, f en g, van de WW en 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW.

I

Artikel 12 komt te luiden:

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten.

ARTIKEL VI WIJZIGING VAN DE REGELING WFSV

De Regeling Wfsv wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1.1 wordt na de definitie van ‘AWBZ’ een definitie ingevoegd, luidende:

IOW:

de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen;.

B

Aan artikel 5.29a, derde lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • e. uitkeringen op grond van de IOW.

C

In de artikelen 5.29b, onderdeel b, 5.32, 5.33 en 5.34, tweede lid, wordt na ‘de Tijdelijke wet BIA’ ingevoegd: , de IOW.

D

Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 2 bij deze regeling.

E

Bijlage 4 wordt vervangen door bijlage 4 bij deze regeling.

ARTIKEL VII WIJZIGING VAN DE VAKANTIEREGELING WW

De Vakantieregeling WW wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, aanhef, wordt na ‘artikel 19, eerste lid, onderdeel j, van de Werkloosheidswet’ ingevoegd ‘en artikel 6, eerste lid, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen’ en wordt na ‘de werknemer’ ingevoegd ‘of de uitkeringsgerechtigde’.

B

Na artikel 1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 1a. Aanvulling wettelijke grondslag

Deze regeling berust mede op artikel 6, zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

C

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het tweede lid tot het derde lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 2. De uitkeringsgerechtigde kan per kalenderjaar gedurende 20 dagen vakantie genieten met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.

2. In het derde lid (nieuw) wordt ‘Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA’ vervangen door: Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het tweede lid geldt een termijn van 65 dagen voor de IOW-gerechtigde, bedoeld in de artikelen 5, tweede lid, en 7 van de Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten.

D

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3. In mindering brengen

  • 1. Op het aantal dagen, bedoeld in artikel 2, eerste en derde lid, wordt in mindering gebracht:

    • a. vijf maal het aantal hele weken voor de eerste werkloosheidsdag in het desbetreffende kalenderjaar, gedeeld door 13;

    • b. het aantal dagen waarop de werknemer in het desbetreffende kalenderjaar vakantie heeft genoten met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de Werkloosheidswet, met uitzondering van vakantiedagen die tevens nationale of christelijke feestdagen zijn.

  • 2. Op het aantal dagen, bedoeld in artikel 2, tweede en vierde lid, wordt in mindering gebracht:

    • a. vijf maal het aantal hele weken voor de eerste dag waarop recht op een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen bestond in het desbetreffende kalenderjaar, gedeeld door 13;

    • b. het aantal dagen waarop de werknemer in het desbetreffende kalenderjaar vakantie heeft genoten met behoud van zijn recht op uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen, met uitzondering van vakantiedagen die tevens nationale of christelijke feestdagen zijn.

E

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Vakantieregeling WW en IOW.

ARTIKEL VIII WIJZIGING VAN DE REGELING HERLEVINGSTERMIJN WW

In artikel 1 van de Regeling herlevingstermijn WW wordt ‘Regeling vrijstelling verplichtingen WW en Wet WIA’ vervangen door: Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten.

ARTIKEL IX INWERKINGTREDING

  • 1. Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen in werking treedt, met uitzondering van artikel VI, onderdeel C, ten aanzien van de artikelen 5.32 en 5.33.

  • 2. Artikel VI, onderdeel C, ten aanzien van de artikelen 5.32 en 5.33, treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.

ARTIKEL X CITEERTITEL

Deze regeling kan worden aangehaald als: Aanpassingsregeling IOW.

Deze regeling zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 november 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

BIJLAGE 2

Geraamde uitgaven Toeslagen-fonds

Jaar

 

Raming uitgaven TW/BIA /IOW als bedoeld in art 5.30, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling Wfsv

 

Maand

 
 

Bedrag in hele euro’s

  

Uitkeringen BIA

  

9093

Uitkeringen TW

  

9113

Uitkeringen IOW

  

9xxx

Totaal uitkeringen TW/BIA/IOW

   
    
  

Datum:

 

Opsteller:

Controller:

Voor wat betreft de loonheffing en premieheffing: Het geraamde bedrag dat in deze periode naar verwachting wordt afgedragen is hier relevant.

BIJLAGE 4

 

0911.01.1.00

 

type formulier

0909.01.1.00

 
 

09xx.01.1.00

TW/BIA/IOW

Gerealiseerde uitgaven Toeslagen-fonds

Jaar

 

Opgave van de uitgaven TW/BIA /IOW als bedoeld in art 5.30, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling Wfsv

 

Maand

 
 

Bedrag in hele euro’s

  

Uitkeringen BIA

 

101

9093

Uitkeringen TW

 

101

9113

Uitkeringen IOW

 

101

9xxx

Totaal uitkeringen TW/BIA/IOW

 

999

 
    
  

Datum:

 

Opsteller:

Controller:

Voor wat betreft de loonheffing: Het bedrag dat in deze periode feitelijk is afgedragen is hier relevant.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot aanpassing van enkele ministeriële regelingen met het oog op de inwerkingtreding van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen (IOW) met ingang van 1 december 2009.

Met de IOW wordt een inkomensvoorziening voor oudere werklozen in het leven geroepen. De IOW biedt personen die een uitkering ontvangen op grond van de Werkloosheidswet (WW) of die een loongerelateerde werkhervattinguitkering gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA-uitkering) ontvangen op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) en die bij aanvang van de werkloosheid of bij aanvang van het recht op de WGA-uitkering 60 jaar of ouder zijn, inkomensondersteuning na afloop van de WW-uitkering of de WGA-uitkering tot de leeftijd van 65 jaar.

Het uitgangspunt voor de lagere regelgeving is dat er voor de IOW-gerechtigden geen afwijkende regels worden gesteld in vergelijking met regels die gelden voor de WW- en WGA-gerechtigden. In de memorie van toelichting bij de IOW (Kamerstukken II 2006/07, 30 819, nr. 3) is reeds aangegeven dat het in de rede ligt de in de genoemde wetten neergelegde lijn zoveel mogelijk te continueren. De IOW-er ontving voorafgaand aan zijn IOW-uitkering een WW- of WGA-uitkering en is reeds bekend met het aan de WW en Wet WIA verbonden verplichtingenkader.

Ministeriële regelingen die gelden voor de WW- en WGA-gerechtigden worden met deze regeling zodanig aangepast dat ze – voor zover dat nodig is – van toepassing worden op de IOW-gerechtigden.

In het artikelsgewijze deel van de toelichting worden slechts die wijzigingen behandeld die, in aanvulling op het bovenstaande, nog enige nadere toelichting behoeven.

Artikelsgewijs

Artikel I

In dit artikel wordt geregeld dat bij samenloop van de IOW-uitkering met een andere loondervingsuitkering de toeslag wordt verstrekt op de IOW-uitkering. In geval van samenloop met een andere loondervingsuitkering kan de IOW-uitkering pas worden vastgesteld als de hoogte van die andere loondervingsuitkering is vastgesteld. Hierdoor fungeert de IOW-uitkering als het ware als een aanvulling op die loondervingsuitkering. Pas nadat de hoogte van de IOW-uitkering is vastgesteld kan vervolgens de hoogte van een eventuele toeslag worden bepaald.

Artikel V, onderdeel C

In het Inkomensbesluit IOW is bepaald dat wanneer de IOW-gerechtigde die inkomen uit arbeid geniet, (on)betaald verlof opneemt de hoogte van de IOW-uitkering niet wijzigt gedurende dat verlof. Het is immers onwenselijk dat de uitkering omhoog zou gaan bij het opnemen van (on)betaald verlof. In het geval van (on)betaald verlof wordt uitgegaan van fictief inkomen, zodat de uitkering niet wordt verhoogd. Omdat tijdens deze periode de betrokkene geen arbeid verricht, maar dus ook geen hogere uitkering krijgt, is het ook gewenst om de verplichtingen, zoals sollicitatieverplichting, niet te laten gelden. Het is daarom tijdens (on)betaald verlof gerechtvaardigd dat de IOW-gerechtigde wordt vrijgesteld van de verplichtingen bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b en 15 onderdelen a tot en met e, van de IOW.

Artikel V, onderdeel F

Op grond van artikel 5 van de Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten worden werklozen en WGA-gerechtigden vrijgesteld van de verplichtingen, bedoeld in dat lid, als zij op 31 december 2003 ten minste 57,5 jaar of ouder zijn en gemiddeld ten minste 20 uur per week gedurende minimaal drie maanden aantoonbaar vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken verrichten. In dit onderdeel wordt geregeld dat IOW-gerechtigden vrijgesteld zijn van verplichtingen, bedoeld in de artikelen 14, tweede lid, onderdeel b, en 15, onderdelen a tot en met e, van de IOW, indien ze voldoen aan de volgende vereisten. Vereist is dat de uitkeringsgerechtigde op de dag voor hij recht op een uitkering op grond van de IOW krijgt vrijgesteld is van de verplichtingen, genoemd in artikel 5, eerste lid, van de Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten, en op de dag dat hij recht op een IOW-uitkering krijgt nog steeds voor gemiddeld ten minste 20 uur per week vrijwilligerswerk of mantelzorgtaken verricht. De vrijstelling van de verplichtingen op grond van artikel 5, eerste en tweede lid, van de Regeling vrijstelling verplichtingen sociale zekerheidswetten in verband met het verrichten van vrijwilligerswerk geldt zolang de uitkeringsgerechtigde gemiddeld ten minste 20 uur per week vrijwilligerswerk verricht.

Artikel VI, onderdelen D en E

Aangezien de IOW mee gaat lopen in de bekostiging van het Toeslagenfonds, is de IOW toegevoegd aan bijlagen 2 en 4 bij de Regeling Wfsv.

Artikel IX

De wijziging van de artikelen 5.32 en 5.33 van de Regeling Wfsv heeft een afwijkende ingangsdatum, namelijk 1 januari 2010 in plaats van 1 december 2009. Gezien de relatief beperkte budgettaire betekenis van de IOW in 2009 is er voor gekozen de voorschotaanvraag door UWV en de afdracht door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in te laten gaan per 1 januari 2010, waarmee de administratieve lasten worden beperkt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Naar boven