ARTIKEL I
De Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel x komt te luiden:
- x. leverancier:
een bedrijf dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast is met het verrichten
van een of meerdere diensten die verband houden met de verstrekking van reisdocumenten;.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel dd door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
- ee. aanvraagstation:
de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen apparatuur en programmatuur voor het ondersteunen
van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten;
- ff. foto- en handtekeningformulier:
het in bijlage B van deze regeling opgenomen standaardformulier B8 dat bestemd is voor het in de aanvraag opnemen van de foto
en handtekening, bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid;
- gg. aanvraagstationlocatie:
de locatie waar de bevoegde autoriteit met inachtneming van artikel 91 één of meerdere aanvraagstations heeft geplaatst.
B
Artikel 21, eerste lid, komt te luiden:
C
De titel van paragraaf 5 van hoofdstuk III komt te luiden:
§ 5. Het opnemen van de foto en de handtekening
D
Artikel 38 komt te luiden:
Artikel 38
1. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het in artikel 30 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto
van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt
deze foto op de bestemde plaats in het foto- en handtekeningformulier aan.
2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar ziet, behoudens in het in artikel 29 bedoelde geval, er op toe dat in het foto- en
handtekeningformulier op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van
de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan.
3. Het foto- en handtekeningformulier wordt door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar met gebruikmaking van het aanvraagstation
gedigitaliseerd.
4. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste, tweede en derde
lid als volgt gehandeld:
a. De in bijlage F genoemde aanvraaggegevens worden, met gebruikmaking van de reisdocumentenmodule waarin zij zijn opgenomen
en een daartoe bestemde printer, vermeld in het aanvraagformulier.
b. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het in artikel 30 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto
van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt
deze foto vervolgens op de bestemde plaats in het aanvraagformulier aan.
c. Indien de aanvrager akkoord is met de in de aanvraag vermelde gegevens, ziet de in de onder b bedoelde ambtenaar, behoudens
in het in artikel 29 bedoelde geval, er op toe dat in het aanvraagformulier voor een reisdocument op de bestemde plaats de
duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van
het reisdocument wordt gedaan.
d. Het aanvraagformulier voor een bijschrijving wordt ondertekend door de aanvrager, die het verzoek tot bijschrijving heeft
gedaan.
E
Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien de daartoe aangewezen ambtenaar, met inachtneming van het bij of krachtens de wet bepaalde, heeft beslist dat het
aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, worden in de aanvraag
vermeld het feit van deze verstrekking, de datum van deze verstrekking en de datum waarop de geldigheidsduur van het uit te
reiken reisdocument eindigt.
2. Het zesde lid komt te luiden:
3. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in aanvulling op het eerste tot en met zesde
lid als volgt gehandeld:
De daartoe aangewezen ambtenaar parafeert, ten bewijze van verstrekking, op de bestemde plaats het aanvraagformulier.
F
Artikel 41 komt te luiden:
Artikel 41. Het toevoegen van de foto en de handtekening aan de aanvraag
1. De ingevolge artikel 38, derde lid, gedigitaliseerde foto en handtekening worden met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel
40, samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.
2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt
gehandeld:
Het aanvraagformulier wordt door de daartoe aangewezen ambtenaar met gebruikmaking van de daartoe bestemde apparatuur gescand,
zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking
worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 40, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het
reisdocumentenstation.
G
Artikel 42 komt te luiden:
Artikel 42. Het verzenden van het aanvraagbestand
1. De daartoe aangewezen ambtenaar zendt, nadat is vastgesteld dat het aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel
de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, het aanvraagbestand met gebruikmaking van het reisdocumentenstation naar de
leverancier van de reisdocumenten. Het te verzenden aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze
ambtenaar.
2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt
gehandeld:
De daartoe aangewezen ambtenaar controleert het aanvraagbestand in het reisdocumentenstation op volledigheid en autoriseert
het verzenden daarvan. Het aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze ambtenaar en, met gebruikmaking
van het reisdocumentenstation, elektronisch verzonden naar de leverancier van de reisdocumenten.
H
In het opschrift van artikel 49 wordt ‘verkeerd afgeleverde documenten’ vervangen door: te laat afgeleverde documenten.
I
In artikel 50, eerste lid, wordt ‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld,’ vervangen door:
‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld en de aanvrager de in het document weergegeven persoonsgegevens
op juistheid heeft gecontroleerd,’.
J
Artikel 79 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De burgemeester wijst per uitgiftelocatie tenminste twee ambtenaren van zijn gemeente aan die binnen het aanvraagsysteem
reisdocumenten zullen functioneren als autorisatiebevoegde reisdocumentenstation overeenkomstig de gebruikershandleiding bij
het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 87. Tevens wijst de burgemeester per aanvraagstationlocatie tenminste twee ambtenaren
van zijn gemeente aan die zullen functioneren als autorisatiebevoegde aanvraagstation overeenkomstig de gebruikershandleiding
bij het aanvraagstation, bedoeld in artikel 87.
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden reisdocumenten’
telkens vervangen door: ‘autorisatiebevoegde’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden’.
K
In artikel 80, eerste en tweede lid, wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ telkens vervangen door: autorisatiebevoegde
reisdocumentenstation.
L
Na artikel 80 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 80a. De opstartkaart
1. Per aanvraagstationlocatie worden door de leverancier twee opstartkaarten verstrekt, waarmee het aanvraagstation in werking
kan worden gesteld.
2. De autorisatiebevoegde aanvraagstation is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld
in artikel 87, verantwoordelijk voor de bewaring en het gebruik van de opstartkaart.
3. Bij defect of verlies van een opstartkaart wordt terstond contact opgenomen met de leverancier.
4. Een defecte opstartkaart wordt terstond aan de leverancier toegestuurd.
5. De leverancier houdt een registratie bij van de uitgegeven opstartkaarten. Tevens registreert hij welke opstartkaarten vermist
zijn.
M
Artikel 81 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘aanvraagformulieren’ vervangen door: foto- en handtekeningformulieren.
2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
N
Artikel 83 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Aanmelding en registratie van aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
2. Het eerste lid komt te luiden:
3. In het tweede lid wordt ‘van meerdere uitgiftelocaties’ vervangen door: van meerdere aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
4. In het derde lid wordt ‘Wijzigingen met betrekking tot uitgiftelocaties’ vervangen door: Wijzigingen met betrekking tot aanvraagstationlocaties
en uitgiftelocaties.
5. In het vierde lid wordt ‘aangemelde uitgiftelocaties’ vervangen door: aangemelde aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
O
Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Reisdocumentenstation, aanvraagstation en reisdocumentenmodule.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De burgemeester maakt binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten gebruik van het reisdocumentenstation, het aanvraagstation
en de overige materialen, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en met inachtneming van de bijgeleverde gebruikershandleidingen.
P
Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, wordt ‘aanvraagformulieren’ telkens vervangen door: foto- en
handtekeningformulieren.
2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in het eerste, tweede, derde, vierde en zesde
lid voor ‘foto- en handtekeningformulieren’ gelezen: aanvraagformulieren.
Q
Aan artikel 91 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het tweede en derde lid, staat een aanvraagstation gedurende de werkuren onder voortdurend toezicht van
degene die bevoegd is tot het gebruik ervan en bevindt het zich buiten de werkuren in een voor onbevoegden onbereikbare, afsluitbare
en bij voorkeur beveiligde ruimte.
R
Aan artikel 92, eerste lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Na het maken van de back-up wordt gecontroleerd
of deze is geslaagd.
S
Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede en vijfde lid vervallen.
2. Het derde, vierde en zesde tot en met vijftiende lid worden vernummerd tot tweede tot en met dertiende lid.
3. In het tweede lid (nieuw) wordt ‘met inachtneming van het vierde, vijfde en zesde lid’ vervangen door: met inachtneming van
het derde en vierde lid.
4. In het derde lid (nieuw) wordt ‘bedoeld in het derde lid’ vervangen door: bedoeld in het tweede lid.
5. Het nieuwe vierde lid komt te luiden:
4. Na afloop van de periode, bedoeld in het derde lid, controleert de daartoe aangewezen ambtenaar, die in de desbetreffende
periode niet betrokken is geweest bij de verstrekking, het beheer en de uitreiking van de reisdocumenten en bijschrijvingsstickers,
of de schriftelijke vastlegging, bedoeld in het derde lid, aanwezig is en de verstrekking, het beheer en de uitreiking op
de voorgeschreven wijze hebben plaatsgevonden. In het geval er sprake is van onregelmatigheden wordt gehandeld overeenkomstig
artikel 95.
6. Het achtste lid (nieuw) komt te luiden:
7. Na het dertiende lid (nieuw) wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:
T
Artikel 94, tweede lid, komt te luiden:
U
Na artikel 105 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 106. Gebruik aanvraagstation
De burgemeester neemt het aanvraagstation in gebruik zodra hij daarover de beschikking heeft verkregen.
ARTIKEL II
De Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel x komt te luiden:
- x. leverancier:
een bedrijf dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast is met het verrichten
van een of meerdere diensten die verband houden met de verstrekking van reisdocumenten;.
2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel bb door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:
- cc. aanvraagstation:
de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen apparatuur en programmatuur voor het ondersteunen
van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten.
- dd. foto- en handtekeningformulier:
het in bijlage B van deze regeling opgenomen standaardformulier B8 dat bestemd is voor het in de aanvraag opnemen van de foto
en handtekening, bedoeld in artikel 51, eerste en tweede lid.
- ee. Aanvraagstationlocatie:
de locatie waar de bevoegde autoriteit met inachtneming van artikel 91 één of meerdere aanvraagstations heeft geplaatst.
B
Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, wordt ‘alsmede het aanvraagformulier, voorzien van de handtekening van de aanvrager dan wel de persoon
ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan,’ vervangen door: alsmede het foto- en handtekeningformulier,.
2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation dan wordt in het tweede lid voor ‘alsmede het foto-
en handtekeningformulier’ gelezen: alsmede het aanvraagformulier, voorzien van de handtekening van de aanvrager dan wel de
persoon ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan,.
C
Artikel 35, eerste lid, komt te luiden:
1. De gegevens voor de aanvraag van een reisdocument worden opgenomen met behulp van het aanvraagstation. Bij het opmaken van
een aanvraag voor een reisdocument kan, in nader door de Minister van Buitenlandse Zaken te bepalen gevallen, gebruik worden
gemaakt van een daartoe bestemd aanvraag-informatieformulier.
D
De titel van paragraaf 4 van hoofdstuk III komt te luiden:
§ 4 Het opnemen van de foto en handtekening
E
Artikel 51 komt te luiden:
Artikel 51
1. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het artikel 44 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto van
de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt
deze foto op de bestemde plaats in het foto- en handtekeningformulier aan.
2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar ziet, behoudens in het in artikel 43 bedoelde geval, er op toe dat in het foto- en
handtekeningformulier op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van
de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan. In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt
van een aanvraag-informatieformulier, wordt dit formulier door de aanvrager ondertekend.
3. Het foto- en handtekeningformulier wordt door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar met gebruikmaking van het aanvraagstation
gedigitaliseerd.
4. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste, tweede en derde
lid als volgt gehandeld:
a. De in bijlage F genoemde aanvraaggegevens worden rechtstreeks dan wel door overname van deze gegevens uit het aanvraag-informatieformulier,
opgenomen in het reisdocumentenstation en vervolgens met een daartoe bestemde printer vermeld in het aanvraagformulier.
b. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het in artikel 44 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto
van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt
deze foto vervolgens op de bestemde plaats in het aanvraagformulier aan.
c. Indien de aanvrager akkoord is met de in de aanvraag vermelde gegevens, ziet de onder b bedoelde ambtenaar, behoudens in het
in artikel 43 bedoelde geval, er op toe dat in het aanvraagformulier voor een reisdocument op de bestemde plaats de duidelijk
leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument
wordt gedaan. In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van een aanvraag-informatieformulier, wordt tevens dit formulier
door de aanvrager ondertekend.
d. Het aanvraagformulier voor een bijschrijving wordt ondertekend door de aanvrager, die het verzoek tot bijschrijving heeft
gedaan.
F
Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. Indien de daartoe aangewezen ambtenaar, met inachtneming van het bij of krachtens de wet bepaalde, heeft beslist dat het
aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, worden in de aanvraag
vermeld het feit van deze verstrekking, de datum van deze verstrekking en de datum waarop de geldigheidsduur van het uit te
reiken reisdocument eindigt.
2. Het zesde lid komt te luiden:
3. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in aanvulling op het eerste tot en met zesde
lid als volgt gehandeld:
De daartoe aangewezen ambtenaar parafeert, ten bewijze van verstrekking, op de bestemde plaats het aanvraagformulier.
G
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Op een post waar een reisdocumentenstation aanwezig is wordt het foto- en handtekeningformulier met betrekking tot een nooddocument
op de in artikel 51, derde lid, bedoelde wijze gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 53, samengevoegd
tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.
2. Na het zesde lid worden een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation dan wordt in afwijking van het eerste lid als volgt
gehandeld:
Op een post waar een reisdocumentenstation aanwezig is wordt het aanvraagformulier met betrekking tot een nooddocument op
de in artikel 55, tweede lid, bedoelde wijze gescand, zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de
bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel
53, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.
H
Artikel 55 komt te luiden:
Artikel 55. Het toevoegen van de foto en de handtekening aan de aanvraag
1. De ingevolge artikel 51, derde lid, gedigitaliseerde foto en handtekening worden met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel
53, samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.
2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt
gehandeld:
Het aanvraagformulier wordt door de daartoe aangewezen ambtenaar met gebruikmaking van de daartoe bestemde apparatuur gescand,
zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking
worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 53, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het
reisdocumentenstation.
I
Artikel 56 komt te luiden:
Artikel 56. Het verzenden van het aanvraagbestand
1. De daartoe aangewezen ambtenaar zendt nadat is vastgesteld dat het aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel
de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, het aanvraagbestand met gebruikmaking van het reisdocumentenstation naar de
leverancier van de reisdocumenten. Het te verzenden aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze
ambtenaar.
2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt
gehandeld:
De daartoe aangewezen ambtenaar controleert het aanvraagbestand in het reisdocumentenstation op volledigheid en autoriseert
het verzenden daarvan. Het aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze ambtenaar en, met gebruikmaking
van het reisdocumentenstation, elektronisch verzonden naar de leverancier van de reisdocumenten.
J
In artikel 64, eerste lid, wordt ‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld,’ vervangen door:
‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld en de aanvrager de in het document weergegeven persoonsgegevens
op juistheid heeft gecontroleerd,’.
K
Artikel 87 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Minister van Buitenlandse Zaken onderscheidenlijk het hoofd van de post wijst per uitgiftelocatie tenminste twee ambtenaren
aan die binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten zullen functioneren als autorisatiebevoegde reisdocumentenstation overeenkomstig
de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 101. Tevens wijst de minister onderscheidenlijk
het hoofd van de post per aanvraagstationlocatie tenminste twee ambtenaren van zijn gemeente aan die zullen functioneren als
autorisatiebevoegde aanvraagstation overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld in artikel 101.
2. In het tweede, derde en vierde lid wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden reisdocumenten’
telkens vervangen door: ‘autorisatiebevoegde’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden’.
L
In artikel 88, eerste en tweede lid, wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ telkens vervangen door: autorisatiebevoegde
reisdocumentenstation.
M
Na artikel 88 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 88a. De opstartkaart
1. Per aanvraagstationlocatie worden door de leverancier twee opstartkaarten verstrekt, waarmee het aanvraagstation in werking
kan worden gesteld.
2. De autorisatiebevoegde aanvraagstation is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld
in artikel 101, verantwoordelijk voor de bewaring en het gebruik van de opstartkaart.
3. Bij defect of verlies van een opstartkaart wordt terstond contact opgenomen met de leverancier.
3. Een defecte opstartkaart wordt terstond aan de leverancier toegestuurd.
4. De leverancier houdt een registratie bij van de uitgegeven opstartkaarten. Tevens registreert hij welke opstartkaarten vermist
zijn.
N
Artikel 91 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Aanmelding en registratie van aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Minister van Buitenlandse Zaken of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar meldt met gebruikmaking van standaardformulier
B2 aan het agentschap BPR de aanvraagstationlocaties waar één of meerdere aanvraagstations zijn geplaatst alsmede de uitgiftelocatie
waar de verzending van de aanvragen naar de leverancier geschiedt, alsmede de locatie in Nederland waar de aflevering van
de zendingen door de distributeur plaatsvindt.
3. In het tweede lid wordt ‘Wijzigingen met betrekking tot uitgiftelocaties’ vervangen door: Wijzigingen met betrekking tot
aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
4. In het derde lid wordt ‘aangemelde uitgiftelocaties’ vervangen door: aangemelde aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.
O
Artikel 101 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het opschrift komt te luiden: Reisdocumentenstation, aanvraagstation en reisdocumentenmodule.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1. De Minister van Buitenlandse Zaken maakt binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten gebruik van het reisdocumentenstation,
het aanvraagstation en de overige materialen, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en met inachtneming van de bijgeleverde
gebruikershandleidingen.
P
Artikel 103 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, wordt ‘aanvraagformulieren’ telkens vervangen door: foto- en
handtekeningformulieren.
2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation dan wordt in het eerste, tweede, derde, vierde
en zesde lid voor ‘foto- en handtekeningformulieren’ gelezen: aanvraagformulieren.
Q
Aan artikel 105 wordt een lid toegevoegd, luidende:
4. In afwijking van het tweede en derde lid, staat een aanvraagstation gedurende de werkuren onder voortdurend toezicht van
degene die bevoegd is tot het gebruik ervan en bevindt het zich buiten de werkuren in een voor onbevoegden onbereikbare, afsluitbare
en bij voorkeur beveiligde ruimte.
R
Aan artikel 106, eerste lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Na het maken van de back-up wordt gecontroleerd
of deze is geslaagd.
S
Artikel 107, tweede lid, vervalt.
T
Na artikel 116 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 117. Gebruik aanvraagstation
De Minister van Buitenlandse Zaken onderscheidenlijk het hoofd de post neemt het aanvraagstation in gebruik zodra hij daarover
de beschikking heeft verkregen.
ARTIKEL III
De bijlagen bij de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001, de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling
Koninklijke Marechaussee 2001 worden als volgt gewijzigd:
A
Bijlage B (standaardformulieren) wordt als volgt gewijzigd:
1. Standaardformulier B2 ‘Registratie afleveradres uitgiftelocatie’ wordt vervangen door standaardformulier B2 ‘Registratie
locatie’ die als bijlage 1 bij deze regeling is opgenomen.
2. Standaardformulier B3 ‘Registratie autorisatiebevoegden reisdocumenten’ wordt vervangen door standaardformulier B3 ‘Registratie
autorisatiebevoegde’ die als bijlage 2 bij deze regeling is opgenomen.
3. Standaardformulier B6 ‘Registratie bestelbevoegde blanco nooddocumenten’ wordt vervangen door standaardformulier B6 ‘Registratie
bestelbevoegde blanco nooddocumenten’ die als bijlage 3 bij deze regeling is opgenomen.
4. Standaardformulier B7 ‘Registratie ontvangstbevoegde blanco nooddocumenten en afleveradres’ wordt vervangen door standaardformulier
B7 ‘Registratie ontvangstbevoegde blanco nooddocumenten en afleveradres’ die als bijlage 4 bij deze regeling is opgenomen.
3. Er wordt een standaardformulier toegevoegd, luidende: B8 ‘Foto- en handtekeningenformulier’, die als bijlage 5 bij deze regeling
is opgenomen.
B
Bijlage C (modelformulieren) wordt als volgt gewijzigd:
1. Modelformulier C8 ‘Spoedbestelling aanvraagformulieren’ wordt vervangen door modelformulier C8 ‘Spoedbestelling aanvraagformulieren’
die als bijlage 6 bij deze regeling is opgenomen.
2. Modelformulier C9 ‘Melding ontvangst verkeerde of beschadigde zending reisdocumenten’ wordt vervangen door modelformulier
C9 ‘Melding ontvangst verkeerde of beschadigde zending reisdocumenten’ die als bijlage 7 bij deze regeling is opgenomen.
3. Modelformulier C10 ‘Geleideformulier terugzenden reisdocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C10 ‘Geleideformulier
terugzenden reisdocumenten’ die als bijlage 8 bij deze regeling is opgenomen.
4. Modelformulier C11 ‘Bestelopdracht blanco nooddocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C11 ‘Bestelopdracht blanco
nooddocumenten’ die als bijlage 9 bij deze regeling is opgenomen.
5. Modelformulier C12 ‘Kwartaalverantwoording nooddocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C12 ‘Kwartaalverantwoording
nooddocumenten’ die als bijlage 10 bij deze regeling is opgenomen.
ARTIKEL VI
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
Algemeen
Binnen het reisdocumentenproces wordt vanaf 2009 door de gemeenten, het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Nederlandse
vertegenwoordigingen in het buitenland gebruik gemaakt van het zogenaamde aanvraagstation. De plaatsing van aanvraagstations,
alsmede de aanleiding hiertoe, is aangekondigd in de brief van 19 augustus 2008 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2007–2008,
25 764, nr. 40). Onderhavige wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 en de Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001
legt de veranderingen in werkwijze vast die het gebruik van het aanvraagstation met zich meebrengt. De Koninklijke Marechaussee
krijgt vooralsnog geen aanvraagstation. De wijzigingen met betrekking tot de Paspoortuitvoeringsregeling Koninklijke Marechaussee
2001 zien uitsluitend op de redactionele wijziging van een aantal standaard- en modelformulieren.
De plaatsing van de aanvraagstations bij de betreffende uitgevende instanties zal gedurende 2009 geleidelijk plaatsvinden.
Dit betekent dat gedurende de zogenaamde ‘uitrol’ er locaties zullen zijn waar wel en waar geen gebruik wordt gemaakt van
het aanvraagstation. Onderhavige wijzigingen leiden er toe dat de betreffende paspoortuitvoeringsregelingen ten aanzien van
de aanvraag, verstrekking en uitreiking van reisdocumenten, waar van toepassing, twee werkwijzen bevatten. De nieuwe werkwijze
ziet op de situatie dat op de uitgiftelocatie een aanvraagstation aanwezig is, de oude werkwijze is van toepassing indien
dit nog niet het geval is.
In verband hiermee zijn de ‘oude’ bepalingen in betreffende artikelen verplaatst naar een nieuw artikellid dat telkens begint
met de woorden ‘Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation ...’.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de paspoortuitvoeringsregelingen enkele andere, niet met de invoering van het
aanvraagstation verband houdende wijzigingen, aan te brengen.
Artikelsgewijs
Alleen de inhoudelijke wijzigingen zijn toegelicht.
Artikel I: Paspoortuitvoeringsregeling Nederland 2001 (PUN)
Artikel II: Paspoortuitvoeringsregeling Buitenland 2001 (PUB)
PUN onderdeel A
PUB onderdeel A
De wijziging in de definitie van leverancier anticipeert op de situatie dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
aan verschillende bedrijven een opdracht kan verstrekken voor het verrichten van diensten die verband houden met de verstrekking
van reisdocumenten.
Er wordt een definitie gegeven van het aanvraagstation. Met behulp van het aanvraagstation wordt de pasfoto en de handtekening
gedigitaliseerd.
Er wordt ook een definitie gegeven van het foto- en handtekeningformulier. Het foto- en handtekeningenformulier moet worden
gebruikt indien gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation.
Er is voorts een definitie opgenomen van de locatie waar zich een aanvraagstation bevindt. Hiermee wordt verduidelijkt dat
het is technisch mogelijk is dat een aanvraagstation zich op een andere locatie bevindt dan waar een reisdocumentenstation
(RAAS) staat. Een RAAS staat altijd op een uitgiftelocatie.
PUN onderdeel B
PUB onderdeel C
Een aanvraag voor een reisdocument moet altijd worden opgemaakt met behulp van het aanvraagstation. In het algemene deel van
de toelichting is reeds beschreven dat, waar van toepassing, de artikelen voorschriften bevatten voor de situatie dat op een
uitgiftelocatie geen aanvraagstation aanwezig is.
PUN onderdeel D
PUB onderdeel E
De wijziging heeft betrekking op de procedure die moet worden gevolgd bij het plaatsen van de foto en de handtekening van
de aanvrager op het foto- en handtekeningformulier en het digitaliseren van de foto en de handtekening. Het verschil met het
oude aanvraagformulier is dat op het foto- en handtekeningformulier geen aanvraaggegevens worden geprint. Daarnaast is de
handtekening die op het foto- en handtekeningformulier wordt gezet, voortaan uitsluitend bestemd voor de digitalisering.
PUN onderdeel E
PUB onderdeel F
Op het foto- en handtekeningformulier wordt in tegenstelling tot het aanvraagformulier door de daartoe aangewezen ambtenaar
geen handtekening geplaatst ten bewijze van verstrekking. In de nieuwe situatie wordt elektronisch in de systemen bijgehouden
welke ambtenaren welke handelingen hebben verricht. Indien echter geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation, en dus
het aanvraagformulier gebruikt moet worden, is nog steeds de ‘oude’ procedure van toepassing.
PUN onderdeel F
PUB onderdeel G en H
Deze bepalingen beschrijven het samenvoegen van de foto en de handtekening met de overige aanvraaggegevens.
PUN onderdeel I
PUB onderdeel J
Bij PUN, onderdeel D (PUB, onderdeel E) is toegelicht dat op het foto- en handtekeningformulier geen aanvraaggegevens worden
geprint. Om deze reden is aan het eerste lid van artikel 50 PUN (artikel 64, eerste lid, PUB) toegevoegd dat een reisdocument
niet wordt uitgereikt dan nadat aanvrager de persoonsgegevens die in zijn reisdocument zijn vermeld op juistheid heeft gecontroleerd.
PUN onderdeel J
PUB onderdeel K
De burgemeester (minister van Buitenlandse Zaken, hoofd van de post) moet naast tenminste twee ambtenaren die zullen functioneren
als autorisatiebevoegde reisdocumenten overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, ook twee ambtenaren
als autorisatiebevoegde voor het aanvraagstation aanwijzen. De desbetreffende bepalingen is daarom opnieuw geredigeerd. Een
ambtenaar kan tegelijkertijd voor beide functies worden aangewezen.
PUN onderdeel L
PUB onderdeel M
Een aanvraagstation moet aan het begin van iedere werkdag in werking worden gesteld. Dit kan uitsluitend met behulp van een
aan de aanvraagstationlocatie gebonden opstartkaart. Per aanvraagstationlocatie worden twee kaarten beschikbaar gesteld, voor
het geval een kaart defect of vermist raakt. Het gebruik van de opstartkaart moet overeenkomstig de gebruikershandleiding
bij het aanvraagstation plaatsvinden. Op grond van de definitie voor ‘aanvraagstationlocatie’ (artikel 1, onderdeel gg, PUN;
artikel 1, onderdeel ee, PUB) worden er geen opstartkaarten verstrekt indien het aanvraagstation zich bevindt op een locatie
waar niet aan de beveiligingsvoorschriften wordt voldaan.
PUN onderdeel N
PUB onderdeel N
Net als de uitgiftelocaties moeten ook de aanvraagstationlocaties bij het Agentschap BPR worden aangemeld. Bij toelichting
van onderdeel A is beschreven dat de aanvraagstationlocatie en de uitgiftelocatie niet gelijk hoeven te zijn.
PUN onderdeel Q
PUB onderdeel Q
Het aanvraagstation wordt aan de balie gebruikt. Omdat iedere paspoortuitgevende instantie de publieksruimte waar de reisdocumenten
worden aangevraagd anders inricht, wordt, mede omdat het aanvraagstation in beginsel geen aanvraaggegevens bevat, de nodige
flexibiliteit met betrekking tot het plaatsen van de aanvraagstations geboden. De voorgeschreven beveiligingsvoorschriften
betreffen de basisvoorzieningen om molest, diefstal of manipulatie van aanvraagstations te voorkomen. Deze bepaling is ook
van toepassing indien een ambtenaar van een paspoortuitgevende instantie met het aanvraagstation naar een aanvrager van een
reisdocument toegaat omdat deze niet in staat is in persoon aan de balie te verschijnen.
PUN onderdeel R
PUB onderdeel R
Verduidelijkt is dat gecontroleerd moet worden of de voorgeschreven back-up van de in het RAAS opgeslagen gegevens is geslaagd.
PUN onderdeel S
PUB onderdeel S
In met name kleine gemeenten blijkt de functiescheiding tussen aanvraag en verstrekking vaak lastig te realiseren. Daarnaast
neemt met de komst van het aanvraagstation de doelmatigheid van die functiescheiding af. Om deze redenen is het voormalige
tweede lid van artikel 93 PUN, waarin was bepaald dat functiescheiding tussen de aanvraag en verstrekking gewenst is, vervallen.
Het vijfde lid is vervallen maar de inhoud daarvan is, samen met het oude zesde lid, in gewijzigde vorm teruggekeerd in het
nieuwe vierde lid.
Indien gemeenten tijdelijk niet aan de voorgeschreven functiescheiding (eerste lid, onder c, van artikel 93) kunnen voldoen,
moet een speciale procedure worden gevolgd ((nieuw) tweede en derde lid, artikel 93). Met de komst van het aanvraagstation
is het bewaren van de foto- en handtekeningformulieren overbodig. Met behulp van een zoekfunctie in het RAAS kan een overzicht
worden gemaakt van de gedurende een bepaalde periode aangevraagde en uitgereikte documenten. Vervolgens kunnen met behulp
van het overzicht in het RAAS per document alle relevante gegevens met betrekking tot verstrekking, beheer en uitreiking worden
opgezocht en onderzocht worden of er zich onregelmatigheden hebben voorgedaan.
In het nieuwe achtste lid van artikel 93 PUN (voormalige negende) lid wordt niet langer bepaald dat bij het opstellen en evalueren
van de beveiligingsprocedures de beveiligingsvoorschriften, opgenomen in bijlage E (beveiligingsnet 2001) als uitgangspunt
moeten worden genomen. Om flexibeler te kunnen reageren op ontwikkelingen die voor het opstellen en evalueren van de beveiligingsprocedure
van belang zijn, is er voor gekozen om het beveiligingsnet geen bijlage meer te laten zijn van de Paspoortuitvoeringsregeling
Nederland 2001. In plaats daarvan dienen de gemeenten gebruik te maken van de hulpmiddelen die door het Agentschap BPR worden
aangeboden.
Het bepaalde in artikel 93, veertiende lid, PUN is van toepassing indien geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation.
PUN onderdeel U
PUB onderdeel T
Zoals in het algemeen deel reeds is toegelicht, worden de aanvraagstations geleidelijk bij de paspoortuitgevende instanties
geplaatst.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten.