Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 november 2009, nr. R&P/RA/2009/26287, tot Instelling van een Comité van Experts subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien), Actie A

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 5 van de Subsidieregeling ESF 2007-2013 (herzien).

Besluit:

Artikel 1 Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. het comité:

het Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007-2013/Actie A als bedoeld in artikel 5 van de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien);

b. de Subsidieregeling:

de subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien);

c. de minister:

de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

d. het ministerie:

het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2 Instelling

Er is een Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie A.

Artikel 3 Taak

  • a. Het comité heeft tot taak projecten als bedoeld in artikel 4, onderdeel a, van de Subsidieregeling, te beoordelen aan de hand van de in artikel A9 van die regeling genoemde criteria, zulks onder toepassing van een door de minister vooraf op te stellen toetsingskader, waarin deze criteria in afstemming met het comité, nader zijn uitgewerkt.

  • b. Het comité heeft tot taak de projecten op basis van deze beoordeling, alsmede op basis van het bepaalde in artikel A9 van de Subsidieregeling, te rangschikken naar de mate waarin deze voor subsidieverlening in aanmerking komen.

  • c. Het comité adviseert de minister uiterlijk vier weken na het einde van het aanvraagtijdvak als bedoeld in artikel A2 van de Subsidieregeling en licht het advies desgevraagd nader toe.

  • d. Het comité staat de minister desgevraagd bij in kwesties die verband houden met de toekenning van subsidie voor projecten als bedoeld onder a.

Artikel 4 Samenstelling

  • a. Het comité bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en de overige leden.

  • b. De minister benoemt en ontslaat de leden van het comité.

  • c. De voorzitter en de leden zijn onafhankelijk en tekenen voor aanvang van de werkzaamheden een verklaring van onafhankelijkheid.

Artikel 5 Vergoeding

  • a. Aan de voorzitter en de overige leden kan ten laste van het ministerie een vergoeding worden toegekend.

  • b. Op de aan de voorzitter en de overige leden toe te kennen vergoeding is de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies van toepassing.

Artikel 6 Secretariaat

  • a. Het comité wordt bijgestaan door een secretariaat.

  • b. In de personele bezetting van het secretariaat wordt voorzien door de minister.

  • c. Het secretariaat is uitsluitend verantwoording schuldig aan het comité.

Artikel 7 Beheer bescheiden

  • a. Het beheer van de bescheiden van het comité geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het ministerie.

  • b. De bescheiden van het comité worden na beëindiging van de werkzaamheden van het comité in het archief van het ministerie opgenomen.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 1 november 2009.

Artikel 9 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007-2013/Actie A.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 20 november 2009

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

TOELICHTING

Ingevolge deze Regeling stelt de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een Comité van experts Subsidieregeling ESF 2007–2013/Actie A in.

Aanleiding

De Europese Commissie heeft aangegeven dat de selectieprocedures ‘wie het eerste komt wie het eerste maalt’ en/of ‘loting’ in beginsel niet zijn toegestaan. In de toekomst moet de ESF Subsidieregeling zich richten op kwalitatieve criteria. Ook de Tweede Kamer wil dat kwaliteitscriteria duidelijk een rol spelen bij het toekennen van subsidies voor projecten. De Subsidieregeling ESF 2007–2013 is in die zin met ingang van 1 september 2009 gewijzigd.

Instelling en taken Comité

Aanvragen tot subsidieverlening in het kader van Actie A, die in hetzelfde aanvraagtijdvak zijn ingediend, worden door een door de Staatssecretaris ingesteld Comité van Experts gerangschikt. Hierbij wordt een aanvraag hoger gerangschikt naarmate de activiteit waarop deze betrekking heeft naar het oordeel van het Comité een grotere bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie volgens de in de Subsidieregeling ESF 2007–2013 (herzien) opgenomen criteria. Het Comité beoordeelt de projectenaanvragen in het kader van Actie A op een viertal kwalitatieve criteria: de duurzaamheid van de arbeidsinpassing, de concreetheid van de beschreven activiteiten, de mate waarin de activiteiten bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van het project en de spreiding over de drie verschillende doelgroepen van Actie A.

De leden van comité zijn onafhankelijk en mogen niet betrokken zijn bij de nieuwe subsidieaanvragen/Actie A. De vereiste onafhankelijke oordeelsvorming wordt vastgelegd in een door elk lid vooraf te ondertekenen onafhankelijkheidsverklaring. Op grond van deze verklaring verklaart elk lid (inclusief de voorzitter) dat elke aanvraag voor projectsubsidie te allen tijde objectief en onafhankelijk beoordeeld zal worden en zich te zullen onthouden van deelname aan de beraadslaging binnen het comité, voor zover deze de rangschikking betreft van een subsidieaanvraag, afkomstig van een organisatie waarmee het lid enige binding heeft.

Voorafgaand aan de toetsing wordt een toetsingskader opgesteld. In dit toetsingskader zijn de criteria in afstemming met de experts nader uitgewerkt. Het Comité beoordeelt onder toepassing van het toetsingskader en op basis van het professionele oordeel, de mate waarin voldaan wordt aan de toetsingscriteria.

Het Comité kent aan zijn beoordeling een score toe. Projecten die in hogere mate voldoen aan bedoelde criteria hebben voorrang op de projecten die in mindere mate aan deze criteria voldoen. De score bepaalt op deze wijze de volgorde van behandeling. Bij gelijke score bepaalt het tijdstip van de ontvangen volledige subsidieaanvraag de rangorde. Dit houdt in dat de eerder ontvangen volledige aanvraag een hogere rangorde heeft dan de later ontvangen volledige aanvraag. Het Comité geeft uiterlijk vier weken na afloop van het aanvraagtijdvak een advies aan de minister in de vorm van een rankingslijst. Van de leden van het comité kan een inhoudelijke bijdrage worden verlangd bij eventueel ingesteld bezwaar en/of hoger beroep.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. Klijnsma.

Naar boven