16 november 2009
Nr. FM/2009/2771 M
De Minister van Financiën,
Gelet op artikel 68, tweede lid, van het Besluit prudentiële regels Wft;
Besluit:
ARTIKEL I
De Uitvoeringsregeling Wft wordt als volgt gewijzigd:
Na hoofdstuk 4 wordt een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
HOOFDSTUK 4A. VERHOGING MINIMUMBEDRAG SOLVABILITEITSMARGE VERZEKERAARS ALS BEDOELD IN ARTIKEL 68, EERSTE LID, VAN HET BESLUIT
PRUDENTIËLE REGELS WFT
Artikel 10a
Het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge van verzekeraars als bedoeld in artikel 68, eerste lid, van het Besluit prudentiële
regels Wft, wordt bepaald op drie achtste van het overeenkomstig artikel 64c of artikel 67 van genoemd besluit berekende bedrag,
voor het gedeelte dat betrekking heeft op herverzekering van ziektekostenverzekeringen onderscheidenlijk op ziektekostenverzekeringen.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2010.
TOELICHTING
De Zorgverzekeringswet legt zorgverzekeraars een zorgplicht en een acceptatieplicht voor de basisverzekering op. Voorts legt
deze wet een verbod op premiedifferentiatie op. Om een gelijk speelveld tussen zorgverzekeraars te behouden is mede het risicovereveningssysteem
gecreëerd (voor een toelichting zie Kamerstukken II 2003/04, 29 763, nr. 3, blz. 137–143). Binnen het risicovereveningssysteem ontvangt de zorgverzekeraar van het CVZ een bijdrage in de kosten voor
het uitvoeren en aanbieden van de zorgverzekeringen. Doel van de bijdrage is risicoverevening en (gedeeltelijke) financiering
van kinderverzekeringen. Voorts wordt beoogd verzekeraars te stimuleren tot doelmatig werken. Het risicovereveningssysteem
is primair een ex ante vereveningssysteem, dat wordt aangevuld met de inzet van ex post compensatiemechanismen. De ex post
verevening krijgt gestalte via bijvoorbeeld de macroneutraliteit, de hogekostenverevening, de nacalculatie en een bandbreedteregeling.
Ten tijde van de invoering van de Zorgverzekeringswet is op grond van het voldoen aan de criteria genoemd in artikel 68, eerste
lid, van het Besluit prudentiële regels Wft (Bpr) besloten tot een reductie met tweederde van het minimumbedrag aan solvabiliteitsmarge
voor verzekeraars die de basisverzekering uitvoeren. Globaal komt dit neer op een solvabiliteitseis van 8% van de bruto geboekte
schade. Daarbij is in de memorie van toelichting opgenomen dat zal worden geëvalueerd of deze tweederde afslag voor zorgverzekeraars
gerechtvaardigd is, gelet op het risicoprofiel.
De ex post compensatiemechanismen worden afgebouwd, omdat het ex ante model is verbeterd en om de doelmatigheid in de zorg
te bevorderen. De afbouw van de ex post compensaties is mede bepalend voor het risicoprofiel van zorgverzekeraars. De Nederlandsche
Bank heeft op grond van de afbouw van een aantal ex post vereveningsmechanismen voor het boekjaar 2010 en de daardoor toegenomen
risicodragendheid van zorgverzekeraars geadviseerd om het solvabiliteitsvereiste met 1 procentpunt te verhogen. Dit komt de
facto neer op een verhoging van deze solvabiliteitseis van circa 8% tot circa 9% vanaf 1 januari 2010.
Ten aanzien van de solvabiliteitsmarge van herverzekeraars die ziektekosten herverzekeren, is het voorgenoemde grosso modo
ook van toepassing. Het ligt dan ook voor de hand die solvabiliteitsmarge op dezelfde wijze aan te passen.
De risicodragendheid van zorgverzekeraars die de basisverzekering uitvoeren, zal ook de komende jaren door DNB worden gemonitord.
Wanneer de risicodragendheid verder toeneemt, zullen ook de solvabiliteitseisen navenant en stapsgewijs toenemen conform de
mogelijkheden die artikel 68 van het Bpr daartoe biedt.
De Minister van Financiën,
W.J. Bos.