stcrt-2009-17938-001.png Goedkeuring bestemmingsplan ‘Buitengebied Oost’

Burgemeester en wethouders maken ter uitvoering van het bepaalde in artikel 28, lid 6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend dat Gedeputeerde Staten van Utrecht bij hun besluit van 10 november 2009, nummer 2009INT251034 het bestemmingsplan “Buitengebied Oost” hebben goedgekeurd, met uitzondering van een deel van de aanduiding ‘cultuurhistorisch waardevol’ op het perceel Stoutenburgerlaan 8 te Stoutenburg-Noord.

Inhoud van het plan

Het bestemmingsplan ‘Buitengebied Oost’ omvat het oostelijk grondgebied van de gemeente Amersfoort dat tussen de snelweg A1 en de Barneveldse Beek ligt. Het plangebied grenst aan de noord-, oost-, en zuidzijde aan de gemeentegrens. Aan de westzijde grenst het plangebied aan het plangebied ‘De Wieken/Vinkenhoef’. Het plangebied van het bestemmingsplan ‘Buitengebied-Oost’ kent een afwisseling van agrarische gronden, beplantingsstroken en bossen, (agrarische) bedrijfsgebouwen en woongebouwen. Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk een eigentijdse wettelijke regeling van de toegelaten bebouwing en het toegelaten gebruik van de bestaande toestand.

Procedure

Het besluit van Gedeputeerde Staten en het bestemmingsplan liggen met ingang van 26 november 2009 gedurende zes weken ter inzage in de Informatiewinkel in De Observant, Stadhuisplein 7 (openingstijden: op werkdagen van 9–17 uur en op zaterdag van 9–12 uur). Tot en met 6 januari 2010 kunnen diegenen die eerder hun bedenkingen aan Gedeputeerde Staten kenbaar hebben gemaakt en belanghebbenden die dat aantoonbaar redelijkerwijze niet hebben kunnen doen, tegen het besluit van Gedeputeerde Staten een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage. Voor zover dit besluit strekt tot onthouding van goedkeuring kan beroep worden ingesteld door eenieder. Het besluit van Gedeputeerde Staten treedt in werking na afloop van de beroepstermijn. Het beroep schorst de werking van het plan niet. Daarvoor moet een afzonderlijk verzoek om voorlopige voorziening worden gericht aan de Voorzitter van de Raad van State, Afdeling bestuursrechtspraak, op voornoemd adres.

Naar boven