Besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 november 2009, nr. IVV/FB/2009/25532, tot goedkeuring van de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen vastgestelde sectorpremies 2010

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 28, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Goed te keuren de door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen bij besluit van 3 november 2009 op grond van artikel 28, eerste lid, Wet financiering sociale verzekeringen voor het jaar 2010 vastgestelde premiepercentages voor de sectorfondsen.

Dit besluit wordt met het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van 3 november 2009 en de toelichting daarop in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 17 november 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J.P.H. Donner.

Besluit vaststelling sectorpremies 2010

3 november 2009

Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,

Gelet op artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;

Besluit:

Artikel 1

De premies die ten gunste komen van de sectorfondsen, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, worden voor het jaar 2010 vastgesteld op de percentages, bedoeld in bijlage 1 bij dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt, onder voorbehoud van goedkeuring door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vaststelling sectorpremies 2010.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 3 november 2009

J.M. Linthorst,

voorzitter Raad van bestuur UWV.

BIJLAGE 1: SECTORPREMIES 2010

Sectoren

 

Premie- percentage

Premiepercentage Eigenrisicodragers ZW

1

Agrarisch bedrijf

0,83%

0,49%

2

Tabakverwerkende industrie

1,30%

1,03%

3

Bouwbedrijf

0,88%

0,58%

4

Baggerbedrijf

0,00%

0,00%

5

Hout en emballage industrie, houtwaren- en borstelindustrie

1,35%

0,92%

6

Timmerindustrie

0,39%

0,10%

7

Meubel- en orgelbouw industrie

1,82%

1,23%

8

Groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereid.ind.

1,04%

0,75%

9

Grafische industrie

1,55%

1,14%

10

Metaalindustrie

0,92%

0,75%

11

Electrotechnische industrie

0,95%

0,84%

12

Metaal- en technische bedrijfstakken

1,08%

0,75%

13

Bakkerijen

1,43%

0,94%

14

Suikerverwerkende industrie

0,86%

0,63%

15

Slagersbedrijven

2,10%

1,43%

16

Slagers overig

1,57%

1,11%

17

Detailhandel

2,16%

1,60%

18

Reiniging

2,62%

1,60%

19

Grootwinkelbedrijf

1,35%

0,95%

20

Havenbedrijven

1,09%

0,75%

21

Havenclassificeerders

1,42%

1,01%

22

Binnenscheepvaart

1,19%

0,91%

23

Visserij

4,67%

4,38%

24

Koopvaardij

0,70%

0,54%

25

Vervoer KLM

0,31%

0,24%

26

Vervoer NS

0,48%

0,38%

27

Vervoer posterijen

0,58%

0,40%

28

Taxivervoer

3,26%

1,52%

29

Openbaar vervoer

0,48%

0,31%

30

Besloten busvervoer

2,50%

1,81%

31

Overig personenvervoer te land en in de lucht

2,67%

2,28%

32

Overig goederenvervoer te land en in de lucht

1,36%

0,73%

33

Horeca algemeen

2,85%

2,12%

34

Horeca catering

2,33%

1,65%

35

Gezondheid, geestelijke en maatschappelijke belangen

0,91%

0,67%

38

Banken

0,68%

0,60%

39

Verzekeringswezen en ziekenfondsen

0,86%

0,77%

40

Uitgeverij

1,72%

1,36%

41

Groothandel I

1,20%

0,96%

42

Groothandel II

1,60%

1,26%

43

Zakelijke dienstverlening I

0,74%

0,59%

44

Zakelijke dienstverlening II

1,47%

1,15%

45

Zakelijke dienstverlening III

1,43%

1,11%

46

Zuivelindustrie

0,65%

0,55%

47

Textielindustrie

1,58%

1,30%

48

Steen-, cement-, glas- en keramische industrie

1,24%

0,93%

49

Chemische industrie

1,07%

0,84%

50

Voedingsindustrie

1,15%

0,95%

51

Algemene industrie

1,01%

0,84%

52

Uitzendbedrijven

7,07%

2,98%

53

Bewakingsondernemingen

1,82%

1,27%

54

Culturele instellingen

3,25%

2,92%

55

Overige takken van bedrijf en beroep

1,72%

1,25%

56

Schildersbedrijf

2,07%

1,53%

57

Stukadoorsbedrijf

0,96%

0,47%

58

Dakdekkersbedrijf

3,33%

2,62%

59

Mortelbedrijf

0,79%

0,63%

60

Steenhouwersbedrijf

1,57%

1,43%

61 t/m 67

Overheid

1,15%

0,29%

68

Railbouw

0,33%

0,21%

69

Telecommunicatie

1,22%

1,09%

Premies per premiegroep 2010

Sectoren

Premie- percentage

Premiepercentage Eigenrisicodragers ZW

1

Agrarisch bedrijf

  
 

Kort

Lang

6,21%

0,23%

3,12%

0,13%

3

Bouwbedrijf

  
 

Kort

Lang

2,03%

0,75%

1,73%

0,45%

9

Grafische industrie

  
 

Grafische industrie exclusief fotografen

Fotografen

1,49%

3,96%

1,09%

3,21%

33

Horeca Algemeen

  
 

Kort

Lang

5,56%

1,84%

4,83%

1,11%

52

Uitzendbedrijven

  
 

Detachering

Intermediaire diensten

3,84%

3,89%

2,43%

2,33%

 

Uitzendbedrijven I A

  
  

Kortingsklasse

Middenklasse

Opslagklasse

7,78%

8,25%

8,72%

3,55%

3,55%

3,55%

 

Uitzendbedrijven II A

  
  

Kortingsklasse

Middenklasse

Opslagklasse

8,19%

9,41%

10,63%

3,30%

3,30%

3,30%

 

Uitzendbedrijven I B + II B

3,59%

2,27%

54

Culturele Instellingen

  
 

Kort

Lang

8,19%

1,99%

7,86%

1,66%

56

Schildersbedrijf

  
 

Kort

Lang

5,31%

1,71%

4,77%

1,17%

TOELICHTING

De Werkloosheidswet wordt deels gefinancierd via sectorale premies die ten gunste komen van de sectorfondsen en deels via een landelijke premie die ten gunste komt van het Algemeen Werkloosheidsfonds (AWf). UWV stelt de sectorale premies vast en adviseert over de AWf-premie. Met het onderhavige besluit stelt UWV de sectorpremies voor 2010 vast.

De financieringssystematiek van de sectorfondsen wordt beschreven in de Wet financiering sociale verzekeringen.

De sectoren Grafische industrie, Uitzendbedrijven, Agrarisch bedrijf, Bouwbedrijf, Horeca algemeen, Culturele instellingen en Schildersbedrijf kennen een differentiatie naar premiegroep. Binnen de vijf laatstgenoemde sectoren vindt deze plaats op basis van het soort contract van de werknemers. Voor werknemers met een contractduur korter dan één jaar betaalt de werkgever de hoge premie en voor werknemers met een contractduur van één jaar of langer betaalt de werkgever de lage premie. De premies binnen de Grafische industrie en Uitzendbedrijven zijn gedifferentieerd naar soort activiteit.

De Wet eigenrisicodragen Ziektewet geeft werkgevers de mogelijkheid om zelf het risico te dragen voor het uitkeren van ziekengeld aan bepaalde groepen werknemers. Het gaat om werknemers voor wie geen loondoorbetalingsplicht bij ziekte geldt, bijvoorbeeld mensen met een flexibele arbeidsovereenkomst (zoals bepaalde groepen uitzendkrachten) en mensen met een andere arbeidsverhouding dan een arbeidsovereenkomst (zoals freelancers). Deze werknemers vallen sinds de privatisering van de Ziektewet onder de zogenoemde vangnetvoorziening van de Ziektewet. De ZW-lasten van werknemers met een flexibele arbeidsovereenkomst worden normaliter gefinancierd uit de sectorfondsen.

De werkgevers, die ervoor kiezen om de ZW-lasten zelf te dragen, zullen een lagere sectorpremie betalen, omdat het ziekterisico voor eigen rekening is.

De oplopende werkloosheid als gevolg van de economische crisis leidt tot hogere lasten voor de sectorfondsen. Om die reden heeft de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid UWV verzocht om de termijn waarin een verwacht positief of negatief dekkingssaldo moet zijn ingelopen respectievelijk aangezuiverd te verlengen tot vijf jaar.

Dit besluit behoeft op grond van artikel 28, vijfde lid, Wet financiering sociale verzekeringen goedkeuring van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

De sectorpremies worden door het Ministerie van SZW opgehoogd met een uniforme opslag voor de verplichte werkgeversbijdrage kinderopvang. Deze opslag wordt door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld en bedraagt 0,34% in 2010.

Alle in deze nota vermelde premies zijn exclusief deze opslag.

J.M. Linthorst,

voorzitter Raad van bestuur UWV.

Naar boven