Regeling van de Minister van Economische Zaken van 18 november 2009, nr. WJZ/9207917, tot wijziging van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en van de Regeling openstelling en subsidieplafonds EZ 2009

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 4, 5, vierde lid, 18, 30, vijfde lid, 32, eerste lid, onderdeel a, van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

ARTIKEL I

De Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen wordt gewijzigd als volgt:

A

In hoofdstuk 3, paragrafen 1 en 2, wordt:

1. `MKB-ondernemer’ telkens vervangen door: ondernemer.

2. `MKB-ondernemers’ telkens vervangen door: ondernemers.

B

Artikel 3.5 wordt gewijzigd als volgt:

1. Voor de tekst wordt de aanduiding `1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. In afwijking van het eerste lid heeft de garantstelling voor participatiemaatschappijen uitsluitend betrekking op risicokapitaal waarbij de waarde van het risicokapitaal dat aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met de waarde van het risicokapitaal dat door een andere participatiemaatschappij met toepassing van dit hoofdstuk en van risicokapitaal dat met toepassing van hoofdstuk 4 van deze regeling aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt, niet meer bedraagt dan € 25.000.000.

C

Aan artikel 3.10 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De minister kan in plaats van het tarief van de provisie, genoemd in het tweede lid, een vergoeding vaststellen, indien het tarief van de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt.

D

In artikel 3.12e, tweede lid, en artikel 3, onderdeel h, van bijlage 3.6 wordt `€ 50.000.000’ vervangen door: € 150.000.000.

E

In bijlagen 3.1 en 3.2 wordt `MKB-ondernemer’ telkens vervangen door: ondernemer.

F

Artikel 1, onderdeel c, van bijlagen 3.1 en 3.2 komt te luiden:

c. ondernemer:

een natuurlijk persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;.

G

Artikel 3, onderdeel c, van bijlagen 3.1 en 3.2 komt te luiden:

  • c. de verstrekking van het risicokapitaal dient niet ter vervanging van aan een ondernemer verschaft krediet of risicokapitaal door dezelfde financier of door een financier die deel uitmaakt van de groep van dezelfde financier;.

H

In artikel 3 van bijlagen 3.1 en 3.2 worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, de volgende onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. het risicokapitaal dient niet voor de overname van een aandelenkapitaal of een converteerbare achtergestelde lening, behalve indien dit een concrete verbetering in het ondernemingsbeleid ten doel heeft;

  • i. het risicokapitaal dient niet ter vervanging van een bestaande lening, indien dit uitsluitend ten doel heeft betere financieringsvoorwaarden te verkrijgen.

  • j. het risicokapitaal heeft niet als doel de afwenteling van bestaande risico’s op de Staat;

  • k. voor participatiemaatschappijen bedraagt de waarde van het risicokapitaal dat aan de ondernemer of, indien de ondernemer deel uitmaakt van een groep, aan de groep wordt verstrekt tezamen met de waarde van het risicokapitaal dat door een andere participatiemaatschappij met toepassing van hoofdstuk 3 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en van risicokapitaal dat met toepassing van hoofdstuk 4 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen aan de ondernemer onderscheidenlijk de groep is verstrekt of gelijktijdig wordt verstrekt niet meer dan € 25.000.000;

  • l. de minister, geadviseerd door een groep deskundige derden, heeft verklaard dat is voldaan aan de voorwaarden a tot en met g, indien de financiering waarvoor een garantie wordt aangevraagd meer bedraagt dan € 5 miljoen.

I

Artikel 4 van bijlagen 3.1 en 3.2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het tweede lid wordt `binnen twee weken’ vervangen door: binnen drie weken.

2. Aan het tweede lid wordt een zinsnede toegevoegd, luidende:

De minister kan in plaats van de provisie, genoemd in artikel 6, tweede lid, een vergoeding vaststellen, indien naar het oordeel van de minister de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt.

3. In het derde lid wordt ‘binnen twee weken’ vervangen door ‘binnen 35 dagen’ en wordt ‘de omvang en duur van de garantie’ vervangen door: de omvang, duur en provisie of vergoeding van de garantie.

J

Artikel 3 van bijlage 3.6 wordt gewijzigd als volgt:

1. Onderdeel c komt te luiden:

  • c. de verstrekking van de lening dient niet ter vervanging van aan een ondernemer verschaft krediet of risicokapitaal door dezelfde financier of door een financier die deel uitmaakt van de groep van dezelfde financier tenzij aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • 1°. de garantieverlening is primair in het belang van de te financieren ondernemer;

    • 2°. de garantieverlening leidt ertoe dat het belang van de financier bij continuering van de onderneming substantieel wordt vergroot;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd:

  • i. de lening dient niet ter vervanging van een bestaande lening die is opgezegd om de reden dat een ondernemer niet meer aan de financiële ratio’s uit de leningovereenkomst kan voldoen, behoudens indien de bestaande lening wordt overgenomen door een andere financier die geen deel uitmaakt van de groep van de bestaande financier;

  • j. de lening dient in overwegende mate niet ter vervanging door dezelfde financier of door een financier die deel uitmaakt van de groep van dezelfde financier van aan een ondernemer verschaft krediet waarvan de aflossing is vervroegd;

  • k. de lening dient niet ter overname van een aandelenkapitaal of ter vervanging van een converteerbare achtergestelde lening, behalve indien dit een concrete verbetering in het ondernemingsbeleid ten doel heeft;

  • l. de lening dient niet ter vervanging van een bestaande lening, indien dit uitsluitend ten doel heeft betere leningsvoorwaarden te verkrijgen;

  • m. de lening heeft niet als doel de afwenteling van bestaande risico’s op de Staat.

K

In artikel 4, derde lid, van bijlage 3.6 wordt `de omvang en duur van de garantie’ vervangen door: de omvang, duur en provisie van de garantie.

L

De bijlagen wijzigen als volgt:

1. Bijlage 3.3 wordt vervangen overeenkomstig bijlage I.

2. Bijlage 3.5 wordt vervangen overeenkomstig bijlage II.

ARTIKEL II

Op aanvragen om subsidie in de vorm van een garantstelling aan een financier, die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en op subsidies die vóór die datum zijn verstrekt:

  • a. blijven artikelen 3.5 en 3.10 van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen van toepassing, zoals die onmiddellijk vóór dat tijdstip luidden;

  • b. zijn de artikelen 3, sub k, en 4, tweede lid, derde volzin, van de bijlagen 3.1 en 3.2 van diezelfde regeling niet van toepassing.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking drie weken na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst met uitzondering van de onderdelen D, J en K. Deze treden in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 18 november 2009

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

BIJLAGE I

Bijlage 3.3

Aanvraagformulier om een garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13, onderdeel a, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

Aanvraagformulier garantstellingsovereenkomst Groeifaciliteit
  • 1. Gegevens financier:

    Naam financier:

     

    Postadres:

     

    Postcode:

    Plaats:

    Bezoekadres:

     

    Postcode:

    Plaats:

    Postbanknummer:

     

    Bankrekeningnummer:

     

    Naam bank:

    Te:

    Contactpersoon:

        
     

    □ Dhr.

    □ Mw.

    Titel(s):

    Initialen:

    Functie:

        

    Telefoon:

      

    Telefax:

     

    E-mail:

        
  • 2. Ondergetekende doet hiermee een aanvraag om garantstellingsovereenkomst op grond van hoofdstuk 3, paragraaf 2, Groeifaciliteit, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

  • 3. De financier heeft

    • A. nog geen garantstellingsoverenkomst Groeifaciliteit met de Staat afgesloten

      • ga naar vraag 4.

    • B. reeds een garantstellingsovereenkomst Groeifaciliteit met de Staat afgesloten.

      • vragen 4 en 5 zijn niet van toepassing

  • 4. De financier is

    • A. een bank als bedoeld in de regeling.

      • zo ja, vraag 4 invullen.

    • B. een participatiemaatschappij als bedoeld in de regeling.

      • zo ja, documenten/informatie bijvoegen als bedoeld in de bijlage onder II

  • 5. In geval van een bank:

    • Ι. de aanvraag heeft alleen betrekking op niet converteerbare achtergestelde leningen

      • zo ja, documenten/informatie bijvoegen als bedoeld in de bijlage onder I.

    • II. de aanvraag heeft betrekking op aandelenkapitaal en/of achtergestelde leningen.

      • zo ja, documenten/informatie bijvoegen als bedoeld in de bijlage onder II.

Ondertekening

Ondergetekende verklaart dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van het Kaderbesluit EZ-subsidies en de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

Aldus naar waarheid ingevuld,

Naam:

 

Functie:

 

Plaats:

 

Datum:

 

Handtekening : .............................................................

Indienen: ondertekenen door tekenbevoegde en per post (niet per fax) verzenden naar:

SenterNovem

Groeifaciliteit

Postbus 93144

2509 AC DEN HAAG

Bijlage bij aanvraagformulier om een garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13, onderdeel a, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

Ten behoeve van de behandeling van uw aanvraag wordt u verzocht een aantal vragen te beantwoorden. U kunt bij de beantwoording gebruik maken van reeds bestaande stukken.

De verstrekte informatie is van belang om vast te kunnen stellen of een aanvraag al dan niet voldoet aan de regeling en een beeld te vormen over het functioneren, de deskundigheid, de betrouwbaarheid en de financiële positie van de financier. De middels het aanvraagformulier verstrekte informatie kan worden voorgelegd aan de Adviescommissie Groeifaciliteit. Zonodig zullen bij u aanvullende gegevens worden opgevraagd.

Indien u als bank een garantstellingsovereenkomst wilt afsluiten waaronder uitsluitend niet converteerbare achtergestelde leningen zullen worden gebracht, kunt u volstaan met het verstrekken van de onder deel I. gevraagde informatie. In alle overige gevallen dient u de vragen onder deel II. te beantwoorden.

I. Gegevens benodigd voor afsluiting garantstellingsovereenkomst betreffende verstrekking van niet converteerbare achtergestelde leningen door een bank
  • Beoogd financieringsbeleid en beschikbare expertise.

    Geef aan hoeveel per jaar en in welke doelgroepen men wil financieren met achtergestelde leningen, welke soort ondernemingen: wat is de levensfase en eventuele focus (type ondernemingen, levensfase, geografische indeling, etc.). Hoe verhoudt dit zich tot de beschikbare deskundigheid en ervaring binnen de organisatie van de bank.

  • Wat zijn de criteria voor het selecteren van ondernemingen waaraan leningen zullen worden verstrekt?

  • Beschrijf de marketingstrategie en hoe worden ondernemers benaderd.

  • Is er sprake van een combinatie/samenwerking met andere partijen en of financiers, zo ja welke? Beschrijf de aard van de samenwerking .

  • Wordt er een onafhankelijke investeringstoets door de bank uitgevoerd? Hoe verloopt het toetsingsproces (risico-inschatting, doorlichting van vennootschappen)?

  • Hoe ziet het besluitvormingsproces over de verstrekking van de lening er uit? Beschrijf de fiatteringprocedure.

  • Hoe ziet het beheer gedurende de looptijd van de lening er uit, wordt er bijvoorbeeld een aparte fondsmanager benoemd, hoe wordt het fondsmanagement ingericht?

  • Hoe ziet het bijzonder beheer eruit?

  • Wat is het track record met betrekking tot de verstrekking van achtergestelde leningen door uw instelling, mede in termen van volumes, marges, verliezen & voorzieningen. Hoe lang is uw instelling op dit terrein al actief.

  • Geef aan welke gedragslijn wordt gehanteerd om belangenverstrengeling te voorkomen.

II. Gegevens benodigd voor afsluiting garantstellingsovereenkomst door financiers die risicokapitaal aan MKB-ondernemers gaan verstrekken in de vorm van (converteerbare) achtergestelde leningen dan wel aandelen

Indien de financier een participatiemaatschappij is dient u de vragen onder II-A en II-B te beantwoorden. Indien de financier een bank is kunt u volstaan met de beantwoording van de vragen onder II-B.

II-A Gegevens met betrekking tot de opzet, inrichting, aandeelhouders en vennoten van de participatiemaatschappij

Startdatum investeringsperiode:

 

Einddatum investeringsperiode: (indien ‘closed end’ fonds)

 

Beoogde duur samenwerking aandeelhouders binnen participatiemaatschappij:

 
 

Totale omvang fonds : €

 
  

Reeds geïnvesteerd bedrag: €

 
  

Nog beschikbaar voor (nieuwe) investeringen: €

 
 

Naam

Belang in %1

1.

  

2.

  

3.

  

4.

  
XNoot
1

Belangen kleiner dan 5% behoeven niet vermeld te worden

Licht deze gegevens toe aan de hand van onderstaande punten:

  • Geef aan hoe de fondsstructuur er uit ziet en wie het fondsmanagement voert.

  • Geef een beschrijving van de private partijen die deelnemen in de participatiemaatschappij. Geef aan in hoeverre betrokken partijen elkaar aanvullen c.q. versterken.

  • Wat is het voor investeringen toegezegde, maar nog niet gestorte, bedrag per private partij. Geef duidelijk aan op welke wijze de financiering van de participatiemaatschappij gerealiseerd is of wordt.

  • Wat is de frequentie en methode van verslaglegging en rapportage tussen de betrokkenen.

  • Hoe wordt de administratie ingericht m.b.t. de verkrijging, het beheer en de vervreemding van risicokapitaal.

  • Wat zijn de vergoedingsafspraken tussen de investeerders en het management van de participatiemaatschappij.

II-B Gegevens benodigd voor afsluiting garantieovereenkomst door banken en participatiemaatschappijen die (converteerbare) achtergestelde leningen gaan verstrekken al dan niet in combinatie met aandelen
  • Beoogd investeringsbeleid en beschikbare expertise.

    Geef aan welk bedrag per jaar geïnvesteerd zal worden en in welke soort ondernemingen (type ondernemingen, levensfase, geografische indeling, etc.).

  • Hoe verhoudt dit zich tot de beschikbare deskundigheid en ervaring binnen de organisatie van de financier? Beschrijf de capaciteiten van de managers en sleutelpersonen bij de financier, hun relevante ervaring, deskundigheid en netwerken, zowel voor het verkrijgen, beheren en afstoten van participaties als voor het begeleiden van ondernemers.

    Voeg CV’s en referenties toe van de sleutelpersonen (bestuurders/beheerders).

  • Wat zijn de criteria voor het selecteren van ondernemingen waaraan risicokapitaal zal worden verstrekt. Geef duidelijk aan hoe de organisatie is opgezet en hoe de besluitvorming over participaties/investeringen is geregeld. Hoe vindt besluitvorming plaats (rol van aandeelhouders/vennoten en anderen) ? Hoe verloopt het due dilligence proces (risico-inschatting, doorlichting vennootschappen). Wordt er een onafhankelijke investeringstoets door de financier uitgevoerd?

  • Beschrijf de marketingstrategie en hoe ondernemers worden benaderd (lead flow generatie).

  • Is er sprake van een combinatie/samenwerking met andere partijen en of financiers, zo ja welke? Beschrijf de aard van de samenwerking.

  • Hoe worden ondernemers na de financiering begeleid in zowel financiële als operationele zin? Hoe ziet het beheer gedurende de looptijd van de kapitaalverstrekking eruit, wordt er bijvoorbeeld een commissaris benoemd?

  • Geef een beschrijving van de exit-strategie.

  • Waaruit blijkt dat er sprake is van een actief en winstgericht beleid bij de financier?

  • Geef aan welke gedragslijn wordt gehanteerd om belangenverstrengeling te voorkomen.

  • Wat is het track record met betrekking tot de verstrekking van risicokapitaal door uw instelling, mede in termen van volumes, marges, verliezen & voorzieningen. Hoe lang is uw instelling op dit terrein al actief.

Bij dit formulier bij te voegen bijlagen (indien aanvrager participatiemaatschappij is).

  • A.1. Prospectus, investeringsmemorandum of fondsplan dat als basis geldt respectievelijk heeft gegolden voor het aantrekken van investeerders.

  • A.2. Statuten, aandeelhoudersovereenkomst of samenwerkingsovereenkomst van de participatiemaatschappij.

  • A.3. Jaarverslag, jaarrekening en een accountantsrapport over de laatste twee afgesloten boekjaren van het fonds en de management BV

BIJLAGE II

Bijlage 3.5

Aanvraagformulier garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, sub c, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen, paragraaf 3. Garantie Ondernemingsfinanciering

  • 1. Gegevens financier:

    Naam financier:

     

    Postadres:

     

    Postcode:

    Plaats:

    Bezoekadres:

     

    Postcode:

    Plaats:

    Postbanknummer:

     

    Bankrekeningnummer:

     

    Naam bank:

    Te:

    Contactpersoon:

        
     

    □ Dhr.

    □ Mw.

    Titel(s):

    Initialen:

    Functie:

        

    Telefoon:

      

    Telefax:

     

    E-mail:

        
  • 2. Ondergetekende doet hiermee een aanvraag om garantstelling op grond van hoofdstuk 3 § 3, Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen

  • 3. De financier heeft

    • A. nog geen garantstellingsoverenkomst Groeifaciliteit of garantstellingsovereenkomst Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering met de Staat afgesloten

      • bijlage invullen.

    • B. reeds een garantstellingsovereenkomst Groeifaciliteit of garantstellingsovereenkomst Tijdelijke garantie ondernemingsfinanciering met de Staat afgesloten.

      • bijlage hoeft niet ingevuld te worden

Ondergetekende verklaart dat hij/zij bekend is met de voorwaarden en procedures van het Kaderbesluit EZ-subsidies en de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen.

Aldus naar waarheid ingevuld,

Naam:

 

Functie:

 

Plaats:

 

Datum:

 

Handtekening : .............................................................

Indienen: ondertekenen door tekenbevoegde en per post (niet per fax) verzenden naar:

SenterNovem

Groeifaciliteit

Postbus 93144

2509 AC DEN HAAG

Bijlage bij aanvraagformulier garantstellingsovereenkomst als bedoeld in artikel 3.13, tweede lid, sub c, van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen, Hoofdstuk 3, paragraaf 3. Garantie Ondernemingsfinanciering

Ten behoeve van de behandeling van uw aanvraag wordt u verzocht een aantal vragen te beantwoorden. U kunt bij de beantwoording gebruik maken van reeds bestaande stukken.

De verstrekte informatie is van belang om vast te kunnen stellen of een aanvraag al dan niet voldoet aan de regeling en een beeld te vormen over het functioneren, de deskundigheid, de betrouwbaarheid en de financiële positie van de financier. De middels het aanvraagformulier verstrekte informatie kan worden voorgelegd aan de adviescommissie. Zonodig zullen bij u aanvullende gegevens worden opgevraagd.

Gegevens benodigd voor aanvraag garantstellingsovereenkomst
  • Beoogd financieringsbeleid en beschikbare expertise.

    Geef aan hoeveel per jaar en in welke doelgroepen men wil financieren met de leningen, welke soort ondernemingen: wat is de levensfase en eventuele focus (type ondernemingen, levensfase, geografische indeling, etc.). Hoe verhoudt dit zich tot de beschikbare deskundigheid en ervaring binnen de organisatie van de financier.

  • Wat zijn de criteria voor het selecteren van ondernemingen waaraan leningen zullen worden verstrekt.

  • Beschrijf de marketingstrategie en hoe worden ondernemers benaderd.

  • Is er sprake van een combinatie/samenwerking met andere partijen en of financiers, zo ja welke? Beschrijf de aard van de samenwerking .

  • Wordt er een onafhankelijke investeringstoets door de financier uitgevoerd? Hoe verloopt het toetsingsproces (risico-inschatting, doorlichting van vennootschappen)?

  • Hoe ziet het besluitvormingsproces over de verstrekking van de lening er uit? Beschrijf de fiatteringprocedure.

  • Hoe ziet het beheer gedurende de looptijd van de lening er uit?

  • Hoe ziet het bijzonder beheer eruit?

  • Wat is het track record van uw instelling met betrekking tot de verstrekking van leningen zoals eerder beschreven, mede in termen van volumes, marges, verliezen & voorzieningen. Hoe lang is uw instelling op dit terrein al actief.

  • Geef aan welke gedragslijn wordt gehanteerd om belangenverstrengeling te voorkomen.

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Aanpassing Groeifaciliteit

In de brief van 15 september 2009 aan de Tweede Kamer is aangekondigd dat in verband met de kredietcrisis de Groeifaciliteit tijdelijk wordt verhoogd. De garantie van 50% zal eveneens van toepassing zijn op financieringen van maximaal € 25 miljoen in plaats van maximaal € 5 miljoen. Deze verhoging heeft slechts betrekking op door participatiemaatschappijen verstrekt risicokapitaal. Voor garanties op (achtergestelde) leningen verstrekt door banken is de Garantie Ondernemingsfinanciering beschikbaar. In verband met de verhoging tot financieringen van € 25 miljoen wordt ook de MKB-grens van 250 werknemers losgelaten. De Groeifaciliteit, inclusief deze wijzigingen, is opengesteld tot eind 2010. Dit wordt geregeld door middel van een aparte ministeriële regeling.

Evenals bij de Garantie Ondernemingsfinanciering vindt ook voor de Groeifaciliteit een verruiming van de eis ten aanzien van fresh money plaats, zij het beperkter. Het financieren van risicokapitaal door bijvoorbeeld participatiemaatschappijen wordt daarbij mogelijk gemaakt, ten behoeve van participatiemaatschappijen die onafhankelijk zijn van de bank die de lening verstrekte.

Ten slotte wordt in de Groeifaciliteit de mogelijkheid opgenomen om een vergoeding te vragen die hoger is dan de standaard provisie indien dat nodig is om het risico dat wordt aangegaan adequaat te dekken.

2. Administratieve lasten Groeifaciliteit

De Groeifaciliteit is een onderdeel van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en daarmee onder het Kaderbesluit EZ-subsidies. Er wordt met deze regeling een aantal wijzigingen doorgevoerd. De verruiming van de bepalingen inzake fresh money zal er in een aantal gevallen toe leiden dat extra overleg nodig is tussen een bank en SenterNovem als uitvoerder van de regeling. Daarnaast zal mogelijk in enkele gevallen overleg nodig zijn over het vaststellen van een vergoeding die gevraagd kan worden in plaats van een vaste provisie. Beide wijzigingen leiden tot een stijging van de administratieve lasten van naar verwachting € 700 voor de gehele Groeifaciliteit. Tevens wordt een maximaal vijf keer zo hoog gemiddelde garantie mogelijk gemaakt, waardoor het aantal garanties bij gelijkblijvend garantiebudget navenant zal dalen. Per saldo zullen voor de Groeifaciliteit de lasten stijgen van € 3.100 naar € 3.800. Het totale beschikbare garantiebedrag stijgt van € 238.000.000 (over 2009 en 2010) naar € 340.000.000. Per saldo daalt hierdoor het verkrijgingskostenpercentage voor de hele regeling en blijft ten opzichte van de oude regeling afgerond gelijk aan 0%.

3. Aanpassing GO

In de brief van 15 september 2009 aan de Tweede Kamer is tevens, in verband met de kredietcrisis, aangekondigd de Garantie Ondernemingsfinanciering:

  • te zullen uitbreiden van financieringen van maximaal € 50 miljoen naar financieringen van maximaal € 150 miljoen. Het huidige financieringsinstrumentarium voorziet niet in een stimulans aan banken voor het verstrekken van leningen in het segment van boven de € 50 miljoen, terwijl bedrijven in dit segment niet groot genoeg zijn om zich te kunnen wenden tot de markt voor bedrijfsobligaties (waarop geld op dit moment ruim voorradig is);

  • te verlengen tot ultimo 2010. Het kabinet signaleert het risico dat investeringen onvoldoende gefinancierd kunnen worden zodra het herstel inzet. Mede omdat in een periode van economisch herstel de financieringsbehoefte onder bedrijven toeneemt, is het belangrijk om er voor te waken dat de genomen stimuleringsmaatregelen te snel worden teruggedraaid aangezien wordt voorspeld dat de gevolgen van de crisis minstens tot eind 2010 zullen doorwerken.

Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt om in bepaalde gevallen af te wijken van de fresh money eis. Daarbij wordt voorkomen dat ongegarandeerde leningen vervangen worden door gegarandeerde leningen zonder dat dit de financieringssituatie van de betreffende onderneming verbetert. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat risico’s van bestaande financieringen van banken worden overgeheveld naar de Staat. Een uitzondering hierop is gemaakt bij het overnemen van een lening van de ene bank door de andere. Dit wordt met deze regeling in beginsel toegestaan omdat veel buitenlandse banken hun activiteiten op de Nederlandse markt reduceren terwijl Nederlandse banken huiverig zijn voor het overnemen van deze soms voor hen onbekende cliënten, mede gezien de beperkingen die zij ondervinden ten aanzien van hun financieringscapaciteit. Ook andere gevallen rechtvaardigen de in deze regeling opgenomen aanpassing van de fresh money eis.

De in deze regeling opgenomen formulering komt er op neer dat het alleen is toegestaan om een lening onder de garantieregeling te brengen in geval de totale financiering voor een bepaald bedrijf niet toeneemt indien:

  • de garantieverlening in het belang van het bedrijf is, bijvoorbeeld omdat aannemelijk is dat zonder garantie de lening geheel of gedeeltelijk niet verstrekt zou zijn of onder aanmerkelijk ongunstiger voorwaarden;

  • de bank een substantieel risico blijft lopen en er dus geen sprake is van het primair op de overheid afwentelen van bestaande risico’s.

In aanvulling daarop wordt een aantal situaties bepaald waarbij geen sprake is van fresh money. Dit is geen uitputtende lijst: op basis van de genoemde algemene criteria zal in de meeste gevallen geen vervanging van een niet gegarandeerde lening door een gegarandeerde lening mogelijk zijn.

Zo is het niet toegestaan om een garantie te verlenen op een lening die een bank wil afsluiten ter vervanging van een bestaande lening die is opgezegd omdat een bedrijf niet meer aan alle voorwaarden uit de leningsovereenkomst voldoet. Daarbij moet met name gedacht worden aan de volgende situaties. In leningsovereenkomsten zijn ratio´s opgenomen waar de debiteur aan moet voldoen zoals de Net Debt/EBITDA (de netto schuld gerelateerd aan earnings before interest, tax. depreciation and amortisation) of de rentedekkingsratio (ICR). Bij het doorbreken van die ratio´s ontstaat een heronderhandelingssituatie tussen de bank(en) en de onderneming. Indien de lening op hetzelfde niveau of lager gecontinueerd wordt of indien een nieuwe lening wordt verstrekt ter herfinanciering, dan komt die financiering niet voor een garantie in aanmerking.

Indien geconstateerd wordt dat de bank fresh money kunstmatig creëert door in overleg met de klant aflossingstermijnen naar voren te halen, zal de aanvraag eveneens afgewezen worden. Wanneer er sprake is van het vervroegen van een deel van de financiering in het kader van een reguliere herfinanciering voor een langere periode, kan dit wel toegestaan worden. Bijvoorbeeld: er is nog een lening van 20 die wordt opgenomen in een lening van 100, die langer loopt dan de lening van 20. In dat geval neemt ook met een garantie het risico van de bank toe, terwijl het bedrijf een hogere lening voor een langere looptijd verkrijgt.

Nieuwe financieringen die alleen leiden tot vermindering van de risicopositie van de financier maar niet tot substantiële verbetering van de positie van de onderneming zullen worden afgewezen.

Vervanging van bestaande concurrente leningen door achtergestelde leningen is alleen toegestaan indien dit geschiedt door een andere bank, omdat in die gevallen de nieuwe bank zeer zorgvuldig zal beoordelen wat het risico is.

Verder zullen ook vervangingen van leningen van een bank door een andere bank getoetst worden: indien slechts sprake is van een nieuwe financiering om met behulp van een garantie betere voorwaarden aan te kunnen bieden, zonder dat het bedrijf dit echt nodig heeft, zal dit afgewezen worden: immers dan zou de garantie slechts worden gebruikt als acquisitie instrument.

Ten slotte wordt zowel onder de Groeifaciliteit als de Garantie Ondernemingsfinanciering het gebruik van een garantie om de aankoop van een aandelenpakket mogelijk te maken – en waarbij ook in de oude situatie sprake was van fresh money – alleen toegestaan indien dit in het kader van een bedrijfsoverdracht of een andere vorm van vernieuwing in de organisatie of de strategie van de onderneming waarvan de aandelen verkocht worden plaatsvindt.

Administratieve lasten GO

De Garantie Ondernemingsfinanciering is een onderdeel van de Subsidieregeling starten, groeien en overdragen van ondernemingen en daarmee onder het Kaderbesluit EZ-subsidies. Er wordt met deze regeling een aantal wijzigingen doorgevoerd. De verruiming van de bepalingen inzake fresh money zal er in een aantal gevallen toe leiden dat extra overleg nodig is tussen een bank en SenterNovem als uitvoerder van de regeling. Dit leidt tot een stijging van de lasten met € 1.300 voor de Garantie Ondernemingsfinanciering. Daarnaast zal een ca. drie keer zo hoge gemiddelde garantie mogelijk zijn, waardoor het aantal garanties bij gelijkblijvend garantiebudget, navenant zal dalen. Aangezien een groot deel van de administratieve lasten gekoppeld is aan de individuele garanties en de overige voorwaarden bij deze aanpassing gelijk blijven, zullen de administratieve lasten dus ook dalen. Per saldo zullen naar verwachting de administratieve lasten voor de Garantie Ondernemingsfinanciering dalen van € 15.000 naar € 12.000. Het totale beschikbare budget blijft € 1,5 miljard. Per saldo daalt het verkrijgingskostenpercentage en blijft ten opzichte van de oude regeling afgerond gelijk aan 0%

II. Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A, E en F

Door middel van deze onderdelen wordt geregeld dat de Groeifaciliteit ook voor niet MKB´ers toegankelijk wordt. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de vraag van financiers voortvloeiende uit de kredietcrisis.

Onderdelen B en H

Door middel van deze onderdelen wordt in de Groeifaciliteit voor participatiemaatschappijen de maximaal te garanderen waarde van het risicokapitaal verhoogd. Daarmee wordt tegemoetgekomen aan de vraag van financiers voortvloeiende uit de kredietcrisis.

Onderdeel C

De vergoeding die kan worden gevraagd indien de provisie te laag is in relatie tot het risico dat de Staat loopt, kan bijvoorbeeld de vorm hebben van een percentage van de meeropbrengst van de verkoop van aandelen of van dividenduitkeringen.

Onderdeel J
Eerste lid

Door middel van dit onderdeel wordt de fresh money eis voor de GO versoepeld. Deze versoepeling gaat verder dan die van de Groeifaciliteit. Onder de twee daar genoemde voorwaarden kan namelijk ook nog een garantie worden verkregen indien dezelfde financier een lening verstrekt ter vervanging van aan een ondernemer verschaft krediet of risicokapitaal.

Tweede lid
Sub i.

Een financier, niet zijnde de financier van de bestaande lening, mag die lening, die vervangen wordt om de reden dat de ondernemer niet meer aan de financiële ratio´s uit de leningovereenkomst kan voldoen, overnemen. Op die manier is er geen sprake van risicoafwenteling op de staat.

Sub k.

Met dit subonderdeel wordt mogelijk gemaakt dat een aandelenovername wordt gefaciliteerd, indien deze overname tot doel heeft een concrete verbetering in het ondernemingsbeleid te realiseren. Op die manier kan bijvoorbeeld een aandeelhouder die niet handelt in het belang van de continuïteit van een bedrijf, worden vervangen.

Artikel II

Dit artikel ziet er onder andere op dat op reeds gedane verzoeken om een garantie te verlenen en op toekomstige verzoeken voor zover die worden gedaan binnen reeds toegekende garantiequota, het bestaande artikel inzake provisievaststelling van toepassing blijft.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven.

Naar boven