Kennisgeving ontgrondingenwet, winnen van oppervlaktedelfstoffen

Mededeling

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat deelt, op grond van artikel 3:18, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht, mede dat in de periode van 18 september 2009 tot en met 29 oktober 2009 twee door Rijkswaterstaat Noordzee te Rijswijk ingediende aanvragen om een vergunning op grond van de Ontgrondingenwet ter inzage hebben gelegen. De aanvragen betroffen het winnen van 2,5 miljoen m3 zand in het vak S8E en 7 miljoen m3 in de vakken Q2K, Q5F en Q5G van de Noordzee.

Het betreft hier het tot 1 januari 2013 winnen van 5 miljoen m3 zeezand tot maximaal 2 meter t.o.v. de oorspronkelijke bodemligging, in de vakken Q5B’ en Q8A’ binnen de blokken Q5 en Q8 bestemd voor diverse suppleties op de kust van Bergen-Egmond en van 4,4 miljoen m3 zeezand tot maximaal 2 meter in vak M8D en 10 miljoen m3 zand tot maximaal 6 meter in vak M9H bestemd voor diverse suppleties op de kust van Ameland.

In de periode van terinzagelegging zijn geen zienswijzen omtrent de ontwerpbeschikkingen ingebracht. In verband hiermee is conform artikel 3:18, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht op de aanvraag beslist.

Bekendmaking

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat maakt hierbij, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, bekend dat zij bij besluiten van 3 november 2009 met kenmerk IVW/2009-17133 en IVW/2009-17134 de gevraagde vergunningen heeft verleend.

De besluiten liggen met bijbehorende stukken van 20 november 2009 tot en met 31 december 2009 bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Eurotower, Noorderwagenplein 6 te Lelystad en bij Rijkswaterstaat Noordzee (5e etage), Lange Kleiweg 34 te Rijswijk (ZH).

Desgewenst kan men over de besluiten en de stukken telefonisch informatie inwinnen bij de heer F. de Roo, telefoon 070-336 67 35 en de heer A.C. Dijkshoorn, telefoon 070-336 66 42 van Rijkswaterstaat Noordzee.

Beroep/voorlopige voorziening

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden tegen de besluiten tot en met 4 januari 2010 beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA ’s-Gravenhage. Geen beroep kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen naar voren heeft gebracht. Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten een vermelding van de naam en het adres van de indiener, de dagtekening van het beroep, een vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het kenmerk van het besluit, alsmede een opgave van de redenen waarom u zich met het besluit niet kunt verenigen en zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht.

Tevens kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voorziening.

Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gericht aan de Voorzitter van voornoemde afdeling. Van de indiener van een beroepschrift/verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening wordt een bedrag aan griffiegeld geheven. Omtrent de hoogte hiervan, de wijze waarop en de termijn waarbinnen u dit dient te betalen, kunt u zich in verbinding stellen met de griffie van voornoemde afdeling.

Lelystad, 3 november 2009

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

namens deze:

de Inspecteur IVW/Waterbeheer,

M.E.C. Baart.

Naar boven