stcrt-2009-17528-001.png Vaststelling bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening Herontwikkeling Olievelden Schoonebeek

Burgemeester en wethouders van Tubbergen maken ingevolge artikel 3.8 lid 3 van de Wet ruimtelijke ordening het volgende bekend.

Met ingang van donderdag 19 november 2009 liggen gedurende een termijn van zes weken bij het Klant Contact Centrum in het gemeentehuis, Raadhuisplein 1 te Tubbergen, voor eenieder ter inzage de raadsbesluiten van 3 november 2009 tot vaststelling van de bestemmingsplannen

  • 1. ‘Partiële herziening Bestemmingsplan Buitengebied 2006’

  • 2. ‘Partiële herziening Bestemmingsplan Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek, Mander 1’

  • 3. ‘Partële herzienining Bestemmingsplan Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek, Mander 2’

Deze bestemmingsplan betreffen het wijzigingen van de bestemming gasleiding in de bestemming leiding ten behoeve van watertransport naar de voormalige gaswinlocaties en het herinrichten van de locaties Mander 1 (Manderveenseweg) en Mander 2 (Langemaatsweg) ten behoeve van het injecteren van water.

Tegen de ontwerpbestemmingsplannen zijn bij de gemeenteraad zienswijzen ingediend. De bestemmingsplannen zijn ten opzichte van de ontwerp bestemmingsplannen ongewijzigd vastgesteld.

Tegen de besluiten van de raad kan met ingang van donderdag 19 november 2009 gedurende een termijn van zes weken beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag door de belanghebbende die tijdig bij de raad zienswijzen heeft ingebracht en door de belanghebbende aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij zijn zienswijze niet tijdig bij de gemeenteraad heeft ingebracht.

Indien beroep is ingesteld kan ingevolge artikel 8:81 van de Algemene wet Bestuursrecht de voorzitter van de genoemde Afdeling Bestuursrechtspraak worden verzocht een voorlopige voorziening te treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

Ingevolge het bepaalde in artikel 3.8 lid 5 van de Wet ruimtelijke ordening treedt een besluit van tot vaststelling van het bestemmingsplan in werking met ingang van de dag na afloop van de beroepstermijn. Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet. Indien echter beroep is ingesteld en er een verzoek om een voorlopige voorziening is ingediend binnen de beroepstermijn, wordt ingevolge het bepaalde in artikel 8.4 Wet ruimtelijke ordening de werking van het besluit opgeschort totdat op het verzoek is beslist.

Tubbergen, 18 november 2009

Burgemeester en wethouders voornoemd.

Naar boven