Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 5 november 2009, nr. DP2009055619, houdende wijziging van de Regeling bodemkwaliteit en de Regeling uniforme saneringen

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op de artikelen 1, 25, 26, eerste en tweede lid, 28, eerste, tweede en vierde lid, 30, eerste lid, 31, tweede lid, 34, eerste en derde lid, 37, tweede lid, 38, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 39, 40, eerste lid, 41, 47, 55, tweede en derde lid, 57, eerste lid, 60, eerste lid, 63, eerste, tweede en derde lid, en 64, eerste en tweede lid, van het Besluit bodemkwaliteit en de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 13 en 15 van het Besluit uniforme saneringen;

Besluiten:

ARTIKEL I

De Regeling bodemkwaliteit wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3.2.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, vervalt ‘of’.

2. Onder vernummering van onderdeel c tot d wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • c. 200 g/m2 voor cementgebonden minerale reststoffen, die tot en met 30 september 2010 worden toegepast als gebonden fundering in de GWW conform BRL 9322, of.

B

In artikel 3.5.1, eerste lid, wordt na ‘een producent kan voor een bouwstof’ ingevoegd: , niet zijnde een IBC-bouwstof,.

C

In artikel 3.10.1 vervalt het derde lid.

D

Aan artikel 4.10.2, tweede lid, wordt de volgende volzin toegevoegd: Om te bepalen of er sprake is van een overschrijding van de achtergrondwaarden is artikel 4.2.2, vierde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

E

Aan artikel 4.10.3, tweede lid, wordt de volgende volzin toegevoegd: Om te bepalen of er sprake is van een overschrijding van de achtergrondwaarden is artikel 4.2.2, vierde en vijfde lid, van overeenkomstige toepassing.

F

Artikel 5.1.9, twaalfde lid, wordt als volgt gewijzigd:

Na ‘bedoeld in’ wordt ingevoegd: artikel 2.1, eerste lid, onder l, voor zover dat bestaat uit mechanisch boren als bedoeld in VKB-protocol 2006, en.

G

Artikel 5.1.10, derde lid, komt te luiden:

  • 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de maximale samenstellingswaarde voor PAK’s (som) in asfaltproducten en voor asbest.

H

Bijlage B wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder tabel 1, wordt ‘Opmerking: Voor het vaststellen van een overschrijding van de waarden en het omgaan met rapportagegrenzen en aantoonbaarheidsgrenzen is bijlage G, onder IV, van toepassing.’ vervangen door:

Opmerkingen:

  • 1) Voor het vaststellen van een overschrijding van de waarden en het omgaan met rapportagegrenzen en aantoonbaarheidsgrenzen is bijlage G, onder IV, van toepassing.

  • 2) Wanneer in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse wonen’ of in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse industrie’ geen waarde is vermeld, wordt de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater ingedeeld in de bodemfunctieklasse industrie. Wanneer in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse industrie’ geen waarde is vermeld, dient bij hoge meetwaarden rekening te worden gehouden met mogelijke overschrijdingen van de indicatieve interventiewaarden, bedoeld in de Circulaire Bodemsanering 2009.

2. Onder tabel 1, wordt in voetnoot 9 ‘is mg organotin/kg ds’ vervangen door: is organotin in mg/kg ds.

3. In tabel 2 vervalt in de kolom ‘stof’ bij ‘carbofuran’ voetnootverwijzing ‘8’.

4. Onder tabel 2, wordt ‘Opmerking: Voor het vaststellen van een overschrijding van de waarden en het omgaan met rapportagegrenzen en aantoonbaarheidsgrenzen is bijlage G, onder IV, van toepassing.’ vervangen door:

Opmerkingen:

  • 1) Voor het vaststellen van een overschrijding van de waarden en het omgaan met rapportagegrenzen en aantoonbaarheidsgrenzen is bijlage G, onder IV, van toepassing.

  • 2) Wanneer in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse A’ of in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse B’ geen waarde is vermeld, wordt de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater ingedeeld in de kwaliteitsklasse B. Wanneer in de kolom ‘Maximale waarden kwaliteitsklasse B’ geen waarde is vermeld, dient bij hoge meetwaarden rekening te worden gehouden met mogelijke overschrijdingen van de indicatieve interventiewaarden, bedoeld in de Circulaire sanering waterbodems 2008.

5. Onder tabel 2, wordt bij voetnoot 12 ‘is mg organotin/kg ds’ vervangen door: is organotin in mg/kg ds.

I

Bijlage C wordt als volgt gewijzigd:

1. In de eerste rij wordt in de kolom ‘Categorie’ toegevoegd: 1.

2. In de eerste rij komt de tekst in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ te luiden:

BRL 2319, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen met prefab verhardingselementen van beton, versie van 1 september 2000, met wijzigingsblad van 8 april 2009.

BRL 2362, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in ter plaatse gestort beton, versie van 1 september 1998, met wijzigingsblad van 8 april 2009.

BRL 2371, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Vloeistofdicht maken van draagvloeren van beton, versie van 1 april 1998, met wijzigingsblad van 8 april 2009.

BRL 2372, Nationale Beoordelingsrichtlijn voor het KOMO procescertificaat voor Aanleg vloeistofdichte voorzieningen in asfalt, versie van 3 december 2003, met wijzigingsblad van 8 april 2009.

BRL K908/02, Beoordelingsrichtlijn voor aanleg van kunststof geomembraanbaksystemen, Kiwa N.V. Certificatie en Keuringen, versie van 1 september 2004.

3. Bij categorie 2 wordt de tekst in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ als volgt gewijzigd:

a. ‘BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 26-08-2002, met wijzigingsblad van 1-4-2006’ wordt vervangen door: BRL 1004 Kalkzandsteen, versie van 26-08-2002, met wijzigingsblad van 20-10-2008.

b. ‘BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 18-05-2000, met wijzigingsblad van 18-03-2004’ wordt vervangen door: BRL 1007 Metselbaksteen, versie van 18-05-2000, met wijzigingsblad van 18-12-2008.

c. ‘BRL 1010 Keramische tegels, versie van 07-08-2008’ wordt vervangen door: BRL 1010 Drooggeperste keramische wand- en vloertegels, versie van 07-08-2008.

d. Na ‘BRL 1103 Daken en gevels met geprofileerde vezelcementplaten, versie van 06-10-2005’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 14-11-2008.

e. ‘BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 01-05-2000, met wijzigingsblad van 18-03-2004’ wordt vervangen door: BRL 1510 Keramische dakpannen, versie van 01-05-2000, met wijzigingsblad van 18-12-2008.

f. Na ‘BRL 2312 Betonstraatstenen, versie van 01-01-2005’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

g. Na ‘BRL 2313 Betontegels, versie van 01-01-2005’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

h. Na ‘BRL 2314 Betonbanden, versie van 01-01-2005’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

i. Na ‘BRL 2315 Dakterrastegels, versie van 1-9-2006’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

j. Na ‘BRL 2316 Prefab verhardingselementen van beton die vloeistofdicht zijn voor motorbrandstoffen en smeermiddelen, versie van 1-12-2006’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

k. Na ‘BRL 2340 Bouwblokken en -stenen van beton voor ‘vuil metselwerk’, versie van 01-04-2006’ wordt ingevoegd: , met wijzigingsblad van 15-12-2008.

l. ‘BRL 2812 Agrarische Betonproducten, versie van 15-09-2002, met wijzigingsblad van 30-01-2006’ wordt vervangen door: BRL 2812 Agrarische Betonproducten, versie van 20-01-2009.

m. ‘BRL 4705 Betonnen dakpannen, versie van 15-02-1995, met wijzigingsblad van 29-03-2004’ wordt vervangen door: BRL 4705 Betonnen dakpannen, versie van 15-02-1995, met wijzigingsblad van 15-12-2008.

n. ‘BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 05-07-1999, met wijzigingsblad van 18-03-2004’ wordt vervangen door: BRL 5068 Cellenbeton voor toepassing in buitenwanden (type B-wanden) in bouwwerken, versie van 05-07-1999, met wijzigingsblad van 11-11-2008.

o. ‘BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van 26-02-2003’ wordt vervangen door: BRL 5075 Cementbetonverhardingen geproduceerd met in mobiele installaties vervaardigde betonspecie, versie van 01-01-2009.

p. ‘BRL 5211 Elementen voor lijnafwatering, versie van 15-07-1996’ wordt vervangen door: BRL 5211 Elementen voor lijnafwatering, versie van 01-01-2009.

q. ‘BRL 9080 Glooiingselementen van beton, versie van 11-11-1997, met wijzigingsblad van 15-05-2000’ wordt vervangen door: BRL 9080 Zetsteen van beton, versie van 11-11-1997, met wijzigingsblad van 15-12-2008.

r. ‘BRL 9301 Mijnsteen voor de civiele techniek, versie van 30-07-2001, met wijzigingsblad van 02-11-2004’ wordt vervangen door: BRL 9301 Mijnsteen voor GWW-werken, versie van 01-01-2009.

s. ‘BRL 9309 Producten uit reinigingsinstallaties, versie van 25-05-1999, met wijzigingsblad van 01-01-2006’ vervalt.

t. ‘BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 26-08-2003’ wordt vervangen door: BRL 9313 Zand uit dynamische wingebieden, versie van 01-01-2009.

u. ‘BRL 9316 Flugsand voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond-, weg- en waterbouwkundige werken, versie van 23-06-2000, met wijzigingsblad van 02-11-2004’ wordt vervangen door: BRL 9316 Flugsand voor GWW-werken, versie van 15-01-2009.

v. ‘BRL 9317 Lava voor ongebonden toepassing op of in de bodem in grond-, weg-, en waterbouwkundige werken, versie van 20-04-2000, met wijzigingsblad van 02-11-2004’ wordt vervangen door: BRL 9317 Lava voor GWW-werken, versie van 15-01-2009.

w. ‘BRL 9320 Milieuhygiënische kwaliteit van bitumineus gebonden mengsels, versie van 10-02-2003, met wijzigingsblad van 14-12-2006’ wordt vervangen door: BRL 9320 Bitumineus gebonden mengsels, versie van 24-04-2009.

x. ‘BRL 9322 Cement gebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de bouw, versie van 19-04-2005’ wordt vervangen door: BRL 9322 Cementgebonden minerale reststoffen als gebonden fundering in de GWW, versie van 02-04-2009 (deze versie geldt tot en met 30 september 2010).

y. ‘BRL 9326 Schelpen, versie van 01-09-2000, met wijzigingsblad van 19-06-2002’ wordt vervangen door: BRL 9326 Schelpen, versie van 01-01-2009.

z. ‘BRL 9335 Grond, met bijbehorende SIKB-protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25-06-2008. Tot 01-07-2009 is het toegestaan de versies van 10-02-2006 toe te passen met de wijzigingsbladen voor SIKB-protocol 9335-1, 9335-2 en 9335-3 van 01-07-2008’ wordt vervangen door: BRL 9335 Grond, versie van 17-12-2008, met bijbehorende SIKB protocollen 9335-1 en 9335-2, versies van 25-06-2008 en 9335-4, versie van 17-12-2008.

4. Bij categorie 4 vervalt in de kolom ‘Onderdelen’ ‘Overgangsregeling voor de SIKB-protocolllen 3210, 3220, 3230, 3240, 3250, 3260 en 3270, Laboratoriumanalyses voor grond-, grondwater- en waterbodemonderzoek, versie 3, van 16 april 2008.’

5. Bij categorie 5 wordt in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ de tekst vervangen door: BRL SIKB 7500, Beoordelingsrichtlijn Bewerken van verontreinigde grond en baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2, vastgesteld op 28 september 2005 toe te passen.

6. Bij categorie 5 wordt in de kolom ‘Onderdelen’ ‘SIKB-protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 2.0, vastgesteld op 28 september 2005’ vervangen door: SIKB-protocol 7510, Procesmatige ex situ reiniging van grond en baggerspecie, versie 3.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2, vastgesteld op 28 september 2005 toe te passen.

7. Bij categorie 7 wordt in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ na ‘CUR/PBV-Aanbeveling 44, Beoordeling vloeistofdichtheid van vloeistofdichte voorzieningen, vierde uitgave, 2005’ ingevoegd: , met wijzigingsblad van 13 mei 2009.

8. Bij categorie 8 wordt in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ ‘BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsanering en nazorg, versie 2.0, vastgesteld op 13 maart 2007.’vervangen door: BRL SIKB 6000, Beoordelingsrichtlijn Milieukundige begeleiding van (water-)bodemsanering en nazorg, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 13 maart 2007 toe te passen.

9. Bij categorie 8 komt de tekst in de kolom ‘Onderdelen’ te luiden:

VKB-protocol 6001, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met conventionele methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 13 maart 2007 toe te passen.

VKB-protocol 6002, Milieukundige begeleiding van landbodemsanering met in situ methoden, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.‘ Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 10 mei 2007 toe te passen.

VKB-protocol 6003, Milieukundige begeleiding van waterbodemsanering, versie 3.0, vastgesteld op 25 juni 2008.

VKB-protocol 6004, Milieukundige begeleiding van nazorg, versie 3.0, vastgesteld op 16 april 2009.’ Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 2.0, vastgesteld op 13 maart 2007 toe te passen.

10. Bij categorie 9 wordt in de kolom ‘Certificatie- en accreditatierichtlijnen’ ‘BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn voor het SIKB procescertificaat monsterneming voor partijkeuringen Bouwstoffenbesluit, versie 7, vastgesteld op 3 maart 2005’ vervangen door: BRL SIKB 1000, Beoordelingsrichtlijn Monsterneming voor partijkeuringen, versie 8.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 7, vastgesteld op 3 maart 2005 toe te passen.

11. Bij categorie 9 wordt in de kolom ‘Onderdelen’ de tekst naast ‘BRL SIKB 1000’ vervangen door:

Protocol 1001, Monsterneming voor partijkeuringen grond en baggerspecie, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 10 december 2004 toe te passen.

Protocol 1002, Monsterneming voor partijkeuringen niet-vormgegeven bouwstoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 10 december 2004 toe te passen.

Protocol 1003, Monsterneming voor partijkeuringen vormgegeven bouwstoffen, versie 2.0, vastgesteld op 17 juni 2009. Tot 1 juli 2010 is het toegestaan om versie 1.0, vastgesteld op 10 december 2004 toe te passen.

12. Bij categorie 12 wordt in de kolom ‘Onderdelen’ ‘VKB-protocol 2006, Mechanisch boren, versie 1, vastgesteld op 25 juni 2008 (de verplichting om conform dit protocol te werken treedt per 1 juli 2010 in werking)’ vervangen door: VKB-protocol 2006, Mechanisch boren, versie 1, vastgesteld op 25 juni 2008 (de verplichting om conform dit protocol te werken treedt per 1 januari 2011 in werking).

J

Bijlage D wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘HCB/2008-200, Bouwsectorspecifieke procedures en eisen voor beoordelingsrichtlijnen en kwaliteitsverklaringen van de collectieve merken van SBK, juli 2008’ wordt vervangen door: HCB 2009-200 Bouwsectorspecifieke procedures en eisen voor beoordelingsrichtlijnen en kwaliteitsverklaringen van de collectieve merken van SBK, februari 2009.

2. ‘NEN 5740, Bodem – Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, april 2000, met wijzigingsblad NEN 5740:1999/A1:2008 Bodem – Onderzoeksstrategie bij verkennend onderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond’ wordt vervangen door: NEN 5740, Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, januari 2009.

3. ‘Protocol Bodemonderzoek Milieuvergunning en BSB, oktober 1993 (SIKB)’ wordt vervangen door: NEN 5740, Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, januari 2009, paragraaf 5.8.

ARTIKEL II

De Regeling uniforme saneringen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van de onderdelen o tot en met s tot n tot en met r vervalt onderdeel n.

2. De onderdelen o (nieuw) en p (nieuw) komen te luiden:

  • o. NEN 5725: Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van vooronderzoek bij verkennend en nader onderzoek, januari 2009;

  • p. NEN 5740: Bodem – Landbodem – Strategie voor het uitvoeren van verkennend bodemonderzoek – Onderzoek naar de milieuhygiënische kwaliteit van bodem en grond, januari 2009;.

B

Artikel 1.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, komt onderdeel a, te luiden:

  • a. vooronderzoek overeenkomstig NEN 5725;.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De persoon of instelling die de onderzoeken, bedoeld in het eerste lid en artikel 3.4.5, tweede lid, uitvoert beschikt daartoe over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit en staat op grond van artikel 9, tweede lid, van dat besluit vermeld op die erkenning.

C

Artikel 2.3, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. De persoon of instelling die de milieukundige begeleiding uitvoert beschikt daartoe over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit en staat op grond van artikel 9, tweede lid, van dat besluit vermeld op die erkenning.

D

In artikel 3.1.9, derde lid, wordt ‘als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder b, van het besluit’ vervangen door: als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder c, van het besluit.

E

Bijlage 3, behorende bij de artikelen 3.4.1 en 3.4.3 van de Regeling uniforme saneringen, komt te luiden:

BIJLAGE 3, BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 3.4.1 EN 3.4.3 VAN DE REGELING UNIFORME SANERINGEN

Lokale maximale waarden in het projectgebied de Kempen

Waarden in relatie tot achtergrondwaarden en interventiewaarden voor een standaardbodem (25% lutum en 10% organisch stof) uitgedrukt in mg/kg ds.

 

Achtergrondwaarden

Maximale waarden

Interventiewaarden

Stof

Bodemfunctie-klasse landbouw en natuur

Bodemfunctie-klasse wonen met moestuin*

Bodemfunctie-klasse wonen met siertuin*

Bodemfunctie-klasse wonen

Bodemfunctie-klasse industrie**

 

Kwaliteitsklasse wonen met moestuin*

Kwaliteitsklasse wonen met siertuin*

Kwaliteitsklasse wonen

Kwaliteitsklasse industrie**

Antimoon

4

15

15

15

22

22

Arseen

20

55*

55*

27

76

76

Barium

      

Cadmium

0,6

3,7*

12*

1,2

12**

13

Chroom

55

62

62

62

180

180 (Cr III)

Cobalt

15

35

35

35

190

190

Koper

40

190*

190*

54

190

190

Kwik

0,15

0,83

0,83

0,83

4,8

36 (anorg)

Lood

50

210

276*

210

530

530

Molybdeen

1,5

88

88

88

190

190

Nikkel

35

39

39

39

100

100

Tin

6,5

180

180

180

900

900

Vanadium

80

97

97

97

250

250

Zink

140

720*

720*

200

720

720

PAK (10-VROM)

1,5

6,8

6,8

6,8

40

40

DDT (som)

0,20

0,20

0,20

0,20

1

1,7

DDD (som)

0,10

0,13

0,13

0,13

1,3

2,3

DDE (som)

0,02

0,84

0,84

0,84

34

34

Drins (som)1

0,015

0,04

0,04

0,04

0,14

4,0

Aldrin

     

0,32

Minerale Olie

190

190

190

190

500

5000

       

Asbest

--

100

100

100

100

100

Andere stoffen

 

2

2

2

2

 

* De bodemfunctieklasse wonen en bodemkwaliteitsklasse wonen zoals opgenomen in de bijlagen bij de Regeling bodemkwaliteit is alleen voor het projectgebied De Kempen verbijzonderd in het gebruik als moestuin en als siertuin voor zover sprake is van een beïnvloeding door zinkassen. De verbijzondering geldt binnen het projectgebied alleen voor de stoffen Arseen, Cadmium, Koper, Lood en Zink. Indien niet sprake is van een aantoonbare beïnvloeding door zinkassen dan gelden de generieke waarden voor de bodemfunctieklasse en kwaliteitsklasse wonen van tabel 1, bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit.

** Voor de bodemfunctie- en bodemkwaliteitsklasse industrie is binnen het projectgebied De Kempen uitsluitend voor de stof cadmium een verbijzondering van toepassing. Indien niet sprake is van een aantoonbare beïnvloeding door zinkassen dan gelden de generieke waarden voor de bodemfunctieklasse en kwaliteitsklasse industrie van tabel 1, Bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit.

XNoot
1

Som aldrin, dieldrin, endrin

XNoot
2

Zie tabel 1 van bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit voor de generieke maximale waarden wonen en industrie.

Met bovenstaande gebiedsgerichte verbijzondering voor moestuin en siertuin is door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ingestemd op 6 april 2004 onder nummer 982886 en door Gedeputeerde Staten van de provincie Limburg op 1 juni 2004 onder besluit 2004/30014.

Voor het gebruik van de concentraties in de tabel geldt, dat voor andere bodems dan de standaard bodem een bodemtype correctie moet worden uitgevoerd conform de bestaande formules voor het corrigeren van genoemde waarden.

De situering en omvang van het projectgebied van Actief Bodembeheer de Kempen staat weergegeven in de volgende tekening (in kleur).

Figuur 1 . Overzicht projectgebied De Kempen

Figuur 1 . Overzicht projectgebied De Kempen

Het Projectgebied De Kempen betreft de volgende gemeenten:

Asten

Maasbree

Bergeijk

Maasgouw

Best

Meijel

Bladel

Nederweert

Boxtel

Nuenen ca

Cranendonck

Oirschot

Deurne

Reusel – De Mierden

Eersel

Schijndel

Eindhoven

Sevenum

Geldrop-Mierlo

Sint-Michielsgestel

Gemert-Bakel

Sint-Oedenrode

Heeze-Leende

Someren

Helden – Panningen

Son en Breugel

Helmond

Tilburg

Hilvarenbeek

Valkenswaard

Horst aan de Maas

Veghel

Kessel

Veldhoven

Laarbeek

Vught

Leudal

Waalre

Weert

 

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 november 2009

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

TOELICHTING

Artikel I

Onderdeel A

In de BRL 9322 wordt voor cementgebonden minerale reststoffen vermeld dat het totale massaverlies maximaal 200 g/m2 mag bedragen. Met het nieuwe onderdeel c in artikel 3.2.3 wordt de regeling in overeenstemming gebracht met deze BRL. Aangezien deze BRL op korte termijn moet worden aangepast is in dit onderdeel bepaald dat de genoemde norm alleen geldt voor toepassingen tot en met 30 september 2010. Per die datum zullen de marktpartijen een nieuwe BRL hebben ontwikkeld en vastgesteld die in de regeling zal worden opgenomen.

Onderdeel B

Voor IBC-bouwstoffen kan geen fabrikant-eigenverklaring worden afgegeven. Dat was ook als zodanig verwoord in de toelichting op de regeling (Stcrt. 20 december 2007, nr. 247, p. 67). In artikel 3.5.1, eerste lid, kon echter worden gelezen dat dit wel mogelijk was. Door de toevoeging wordt nu verduidelijkt dat voor IBC-bouwstoffen geen fabrikant-eigenverklaring kan worden afgegeven.

Onderdeel C

Met het schrappen van het derde lid wordt artikel 3.10.1 in overeenstemming gebracht met artikel 65, vijfde lid, van de Wet bodembescherming. Op grond van laatstgenoemde artikel zijn afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer van toepassing op de voorbereiding van een beschikking op een verzoek om verlening van een ontheffing. Een ontheffing op grond van artikel 31 van het Besluit bodemkwaliteit is een ontheffing in de zin van artikel 65 Wet bodembescherming. De uniforme openbare voorbereidingsprocedure dient dan ook te worden gevolgd. Het is niet mogelijk om hiervan in een lagere regeling, zoals de Regeling bodemkwaliteit, af te wijken. De huidige beslistermijn van vier maanden in artikel 3.10.1, derde lid, komt dan ook te vervallen.

Onderdelen D en E

Uit oogpunt van consistentie van regelgeving dient de vaststelling van een overschrijding van de achtergrondwaarde van de (water) bodem op dezelfde wijze te geschieden als bij grond en baggerspecie. Voor het bepalen van een overschrijding van de achtergrondwaarden van de (water) bodem wordt dan ook de regeling voor het bepalen van een overschrijding van de achtergrondwaarden bij grond en baggerspecie van overeenkomstige toepassing verklaard.

Onderdeel F

In bijlage C van de regeling was bij categorie 12 opgenomen dat de verplichting om conform protocol 2006 te werken per 1 juli 2010 in werking treedt. Daarmee was niet helemaal duidelijk dat de erkenningsverplichting ook pas per 1 juli 2010 van kracht wordt. Met de wijziging van artikel 5.1.9 wordt die duidelijkheid wel geschapen. Tegelijkertijd is die inwerkingstredingsdatum met een half jaar opgeschort (tot 1 januari 2011) vanwege lopend overleg over de inhoud van dit protocol.

Zie ook hierna bij de toelichting op de onderdelen I en J.

Onderdeel G

Artikel 5.1.10 maakte geen uitzondering voor PAK’s in partijen asfalt. Dit is niet in overeenstemming met de afspraken die zijn gemaakt in het kader van de Code milieuverantwoord wegbeheer van 25 juni 2008 en de CROW-publicatie 210 ‘Richtlijn omgaan met teerhoudend asfalt’. Door de toevoeging van PAK’s in asfaltproducten aan artikel 5.1.10, derde lid, wordt de regeling in overeenstemming gebracht met deze afspraken en richtlijn.

Onderdeel H

Om te bepalen in welke klasse of functieklasse grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater valt, dient het rekenkundig gemiddelde van de gemeten of gestandaardiseerde waarden te voldoen aan de maximale waarden die voor de betrokken stoffen zijn opgenomen in de tabellen in bijlage B. Wanneer een maximale waarde in deze tabellen voor een stof ontbreekt, kan niet worden bepaald in welke klasse of functieklassen de grond, baggerspecie, bodem of bodem onder oppervlaktewater valt. Indien maximale waarden voor de functieklasse industrie of klasse B ontbreken is het bij hoge meetwaarden, op grond van de zorgplicht, noodzakelijk om nader te onderzoeken of er sprake is van een risico. Om die reden is het nodig dat rekening wordt gehouden met mogelijke overschrijdingen van de indicatieve interventiewaarden.

De verwijzing naar voetnoot 8 bij de stof carbofuran is onjuist. De interventiewaarde voor bodem onder oppervlaktewater is voor deze stof niet kleiner dan of gelijk aan de bepalingsgrens. Met deze wijziging wordt deze fout hersteld.

Onderdelen I en J

De wijzigingen in bijlage C en D zijn nodig vanwege het uitkomen van nieuwe versies van een aantal normdocumenten.

In bijlage C is bij categorie 12 de omschrijving van VKB protocol 2006 zodanig aangepast dat de verplichting om te beschikken over een erkenning voor dit onderdeel met een half jaar is opgeschort. Artikel 5.1.9 is in vergelijkbare zin aangepast (zie hiervoor onderdeel F).

In Bijlage D, onder II, wordt thans naar het verouderde Protocol Bodemonderzoek Milieuvergunning en BSB, oktober 1993 (SIKB) verwezen. Dit protocol wordt vervangen door de NEN 5740. Bijlage D dient ten aanzien hiervan daarom te worden geactualiseerd.

Artikel II

Onderdeel A

In januari 2009 is de NEN 5725 in de plaats gekomen van NVN 5725. Tevens is toen een nieuwe versie uitgekomen van NEN 5740.. Met deze wijzigingen in artikel 1.1 wordt verwezen naar de meest actuele versies. Door het wijzigen van NVN 5725 door NEN 5725 is het niet meer nodig om een definitie op te nemen van NVN. Onderdeel n komt dan ook te vervallen.

Onderdeel B

De wijziging in artikel 1.5, eerste lid houdt verband met de aanpassingen die hiervoor bij onderdeel A staan beschreven.

In artikel 1.5, derde lid, was alleen de verplichting opgenomen voor de persoon of instelling om te beschikken over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit. Krachtens artikel 9, tweede lid, van dat besluit is echter ook bepaald dat de natuurlijk persoon die het veldwerk uitvoert moet staan vermeld op de erkenning. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld.

Onderdeel C

In artikel 2.3, tweede lid, was alleen de verplichting opgenomen voor de persoon of instelling om te beschikken over een erkenning op grond van het Besluit bodemkwaliteit. Krachtens artikel 9, tweede lid, van dat besluit is echter ook bepaald dat de natuurlijk persoon die de milieukundige begeleiding uitvoert moet staan vermeld op de erkenning. Met deze wijziging wordt deze omissie hersteld.

Onderdeel D

In artikel 3.1.9, derde lid, stond ten onrechte een verwijzing naar onderdeel b in plaats van naar artikel 3, eerste lid, onder c. Met deze wijziging wordt deze fout hersteld.

Onderdeel E

In de gemeente Schijndel zijn tot nu toe drie percelen met zinkassen aangetroffen. Actief Bodembeheer de Kempen heeft gevraagd de gemeente Schijndel toe te voegen aan het projectgebied. Met de wijziging in bijlage 3 wordt aan het verzoek voldaan.

In bijlage 3, zoals die voor 1 oktober 2008 luidde, waren specifieke bodemgebruikswaarden opgenomen voor onder andere siertuinen, industrie- en bedrijfsterreinen. Deze waarden zijn met de wijziging van 1 oktober 2008 vervangen door generieke maximale waarden voor de Bodemfunctieklasse wonen met siertuin en de Bodemfunctieklasse industrie. Deze waarden staan ook in tabel 1 van bijlage B van de Regeling bodemkwaliteit. Met de wijziging die per 1 oktober 2008 is doorgevoerd in bijlage 3 is voorbijgegaan aan het feit dat voor de stof cadmium een verbijzondering noodzakelijk is in het projectgebied De Kempen voor zowel de Bodemfunctieklasse wonen met siertuin als voor de Bodemfunctieklasse industrie. Voor wonen met siertuin is wel de waarde van 12 mg/kg gecontinueerd, maar voor de Bodemfunctieklasse industrie is de waarde per abuis op het generieke niveau gelegd (3,4 mg/kg). Dit moet weer hersteld worden.

Effecten

Deze wijzigingen betreffen louter herstel van onvolkomenheden, verduidelijkingen van bestaande eisen en actualisering van verwijzingen naar normatieve documenten. Ze leveren dan ook geen nieuwe of andere verplichtingen op voor bedrijven. Ook worden er geen wijzigingen doorgevoerd in bestaande verplichtingen. Voorts heeft deze regeling geen gevolgen voor de omvang van de administratieve lasten. De regeling is dan ook niet ter toetsing voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal).

Tot slot hebben de wijzigingen geen effecten voor het milieu. Voor de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid zijn er positieve gevolgen, doordat de regeling duidelijker wordt op een aantal punten.

Notificatie

De ontwerpregeling is op 15 juni 2009 gemeld aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen (notificatienummer 2009/315/NL), ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van de Richtlijn 98/34/EG van het Europese Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 217). Er is geen reactie op de ontwerpregeling ontvangen.

Ten opzichte van het ontwerp, dat aan de Europese Commissie is genotificeerd, is een aantal wijzigingen doorgevoerd in de definitieve regeling. Hierna zijn deze wijzigingen opgesomd en is aangegeven waarom deze niet opnieuw aan de Commissie zijn gemeld ter voldoening aan artikel 8, eerste lid van genoemde richtlijn.

  • Artikel I, onderdeel F: hiermee wordt artikel 5.1.9 gewijzigd dat vrijstellingen regelt van de erkenningsverplichting. Met deze wijziging wordt de ingangsdatum van de erkenningsverplichting voor mechanisch boren met een half jaar opgeschort. Dit laatste is ook verwerkt in onderdeel I, sub 7 (wijziging van bijlage C).

  • Artikel I, onderdeel I, sub 4 tot en met 6 en 8 tot en met 11: met deze wijzigingen in bijlage C worden verwijzingen opgenomen naar de meest recente versies van de beoordelingsrichtlijnen en protocollen. Deze documenten bevatten alleen proceseisen en geen eisen aan een product en vallen dan ook niet onder de notificatieverplichting.

  • Artikel II, onderdeel A en onderdeel B, sub 1: deze wijzigingen houden verband met het vervangen van een NVN door een NEN en hebben geen gevolgen.

  • Artikel II, onderdeel B, sub 2 en onderdeel C: hiermee wordt een omissie hersteld. In de artikelen 1.5 en 2.3 van de Regeling uniforme saneringen was niet opgenomen dat naast de erkenningsverplichting ook de verplichting geldt dat veldwerk en milieukundige begeleiding moeten worden uitgevoerd door natuurlijke personen die staan vermeld op de erkenning. Deze verplichting bestaat overigens al langer op grond van het Besluit bodemkwaliteit.

  • Artikel II, onderdeel E: in bijlage 3 van de Regeling uniforme saneringen wordt met deze wijziging een fout hersteld die op 1 oktober 2008 in de regeling terecht is gekomen. Met deze aanpassing wordt de norm voor cadmium ruimer. Zie verder de artikelsgewijze toelichting.

Ten aanzien van voornoemde wijzigingen wordt opgemerkt dat deze geen verandering aanbrengen in het toepassingsgebied, geen verkorting inhouden van het oorspronkelijk geplande tijdschema voor de toepassing, geen toevoeging van specificaties of eisen bevatten en specificaties en de eisen niet stringenter maken. Op grond van artikel 8, tweede lid van voornoemde richtlijn kan een nieuwe notificatie dan ook achterwege blijven.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa.

Naar boven