Regeling van 22 januari 2009, nr. 2009-0000026184, Directoraat-Generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties, houdende wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 (invoering aanvraagstation)

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de artikelen 27, eerste lid, en 59 van de Paspoortwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel x komt te luiden:

  • x. leverancier: een bedrijf dat in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties belast is met het verrichten van een of meerdere diensten die verband houden met de verstrekking van reisdocumenten;.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel ab door een puntkomma, worden drie onderdelen toegevoegd, luidende:

  • ac. aanvraagstation: de door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aangewezen apparatuur en programmatuur voor het ondersteunen van het aanvraag- en uitgifteproces van reisdocumenten;.

  • ad. foto- en handtekeningformulier: het in bijlage B van deze regeling opgenomen standaardformulier B8 dat bestemd is voor het in de aanvraag opnemen van de foto en handtekening, bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid;

  • ae. Aanvraagstationlocatie: de locatie waar de bevoegde autoriteit met inachtneming van artikel 91 één of meerdere aanvraagstations heeft geplaatst.

B

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, wordt ‘alsmede het aanvraagformulier, voorzien van de handtekening van de aanvrager dan wel de persoon ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan,’ vervangen door: alsmede het foto- en handtekeningformulier,.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 5. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation dan wordt in het tweede lid voor ‘alsmede het foto- en handtekeningformulier’ gelezen: alsmede het aanvraagformulier, voorzien van de handtekening van de aanvrager dan wel de persoon ten behoeve van wie de aanvraag wordt gedaan,.

C

Artikel 33, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De gegevens voor de aanvraag van een reisdocument worden door een ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteit opgemaakt met behulp van de reisdocumentenmodule en het aanvraagstation. Bij het opmaken van een aanvraag door of namens de Gouverneur kan, in nader door de Gouverneur te bepalen gevallen, gebruik worden gemaakt van een daartoe bestemd aanvraag-informatieformulier.

D

De titel van paragraaf 4 van hoofdstuk III komt te luiden: Het opnemen van de foto en de handtekening

E

Artikel 49 komt te luiden:

Artikel 49

  • 1. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het in artikel 42 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt deze foto op de bestemde plaats in het foto- en handtekeningformulier aan.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaar ziet, behoudens in het in artikel 41 bedoelde geval, er op toe dat in het foto- en handtekeningformulier op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan. In de gevallen dat gebruik wordt gemaakt van een aanvraag-informatieformulier, wordt dit formulier door de aanvrager ondertekend.

  • 3. Het foto- en handtekeningformulier wordt door de in het eerste lid bedoelde ambtenaar met gebruikmaking van het aanvraagstation gedigitaliseerd.

  • 4. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste, tweede en derde lid als volgt gehandeld:

    • a. De in bijlage F genoemde aanvraaggegevens worden, met gebruikmaking van de reisdocumentenmodule waarin zij zijn opgenomen en een daartoe bestemde printer, vermeld in het aanvraagformulier, indien de aanvraag wordt gedaan bij een ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteit.

    • b. Indien de aanvraag wordt opgemaakt bij de Gouverneur worden de in bijlage F genoemde aanvraaggegevens rechtstreeks dan wel door overname van deze gegevens uit het aanvraag-informatieformulier, opgenomen in het reisdocumentenstation en vervolgens met een daartoe bestemde printer vermeld in het aanvraagformulier.

    • c. De daartoe aangewezen ambtenaar vergelijkt, behoudens in het in artikel 42 bedoelde geval, nauwkeurig de overgelegde foto van de aanvrager dan wel van degene ten behoeve van wie de aanvraag wordt ingediend met de persoon die voor hem staat en brengt deze foto vervolgens op de bestemde plaats in het aanvraagformulier aan.

    • d. Indien de aanvrager akkoord is met de in de aanvraag vermelde gegevens, ziet de in de onder b bedoelde ambtenaar, behoudens in het in artikel 41 bedoelde geval, er op toe dat in het aanvraagformulier voor een reisdocument op de bestemde plaats de duidelijk leesbare handtekening wordt geplaatst van de aanvrager dan wel van de persoon ten behoeve van wie de aanvraag van het reisdocument wordt gedaan. In de gevallen waarin gebruik wordt gemaakt van een aanvraag-informatieformulier, wordt tevens dit formulier door de aanvrager ondertekend.

    • e. Het aanvraagformulier voor een bijschrijving wordt ondertekend door de aanvrager, die het verzoek tot bijschrijving heeft gedaan.

F

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien de daartoe aangewezen ambtenaar, met inachtneming van het bij of krachtens de wet bepaalde, heeft beslist dat het aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, worden in de aanvraag vermeld het feit van deze verstrekking, de datum van deze verstrekking en de datum waarop de geldigheidsduur van het uit te reiken reisdocument eindigt.

2. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. De daartoe aangewezen ambtenaar vermeldt in de aanvraag de verstrekkende autoriteit.

3. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in aanvulling op het eerste tot en met zesde lid als volgt gehandeld:

    De daartoe aangewezen ambtenaar parafeert, ten bewijze van verstrekking, op de bestemde plaats het aanvraagformulier.

G

Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Bij het kabinet van de Gouverneur wordt het foto- en handtekeningformulier met betrekking tot een nooddocument op de in artikel 49, derde lid, bedoelde wijze gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 51, samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

2. In het zevende lid wordt ‘Het scannen van het aanvraagformulier voor een laissez-passer’ vervangen door: Het digitaliseren van een foto- en handtekeningformulier voor een laissez-passer.

3. Na het zevende lid worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 8. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation dan wordt in afwijking van het eerste lid als volgt gehandeld:

    Bij het kabinet van de Gouverneur wordt het aanvraagformulier met betrekking tot een nooddocument op de in artikel 53, tweede lid, bedoelde wijze gescand, zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoelt in artikel 51, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

  • 9. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation den wordt in het zevende lid voor ‘Het digitaliseren van een foto- en handtekeningformulier voor een laissez-passer’ gelezen: Het scannen van het aanvraagformulier voor een laissez-passer.

H

Artikel 53 komt te luiden:

Artikel 53. Het toevoegen van de foto en de handtekening aan de aanvraag

  • 1. De ingevolge artikel 49, derde lid, gedigitaliseerde foto en handtekening worden met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 51, samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

  • 2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt gehandeld:

    Het aanvraagformulier wordt door de daartoe aangewezen ambtenaar met gebruikmaking van de daartoe bestemde apparatuur gescand, zodat de foto en de handtekening van de aanvrager en de paraaf van de bevoegde ambtenaar die akkoord is met de verstrekking worden gedigitaliseerd en met de aanvraaggegevens, bedoeld in artikel 51, worden samengevoegd tot een aanvraagbestand in het reisdocumentenstation.

I

Artikel 54 komt te luiden:

Artikel 54. Het verzenden van het aanvraagbestand.

  • 1. De daartoe aangewezen ambtenaar zendt nadat is vastgesteld dat het aangevraagde reisdocument kan worden uitgereikt dan wel de aangevraagde bijschrijving kan plaatsvinden, het aanvraagbestand met gebruikmaking van het reisdocumentenstation naar de leverancier van de reisdocumenten. Het te verzenden aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze ambtenaar.

  • 2. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in afwijking van het eerste lid als volgt gehandeld:

    De daartoe aangewezen ambtenaar controleert het aanvraagbestand in het reisdocumentenstation op volledigheid en autoriseert het verzenden daarvan. Het aanvraagbestand wordt voorzien van een digitale handtekening van deze ambtenaar en, met gebruikmaking van het reisdocumentenstation, elektronisch verzonden naar de leverancier van de reisdocumenten.

J

In het opschrift van artikel 61 wordt ‘verkeerd afgeleverde documenten’ vervangen door: te laat afgeleverde documenten.

K

In artikel 62, eerste lid, wordt ‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld,’ vervangen door: ‘nadat de identiteit van de aanvrager in zijn aanwezigheid is vastgesteld en de aanvrager de in het document weergegeven persoonsgegevens op juistheid heeft gecontroleerd,.

L

Artikel 89 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Gouverneur onderscheidenlijk de ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteit wijst per uitgiftelocatie tenminste twee ambtenaren van zijn gemeente aan die binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten zullen functioneren als autorisatiebevoegde reisdocumentenstation overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, bedoeld in artikel 87. Tevens wijst de burgemeester per aanvraagstationlocatie tenminste twee ambtenaren van zijn gemeente aan die zullen functioneren als autorisatiebevoegde aanvraagstation overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld in artikel 103.

2. In het tweede, derde en vierde lid wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden reisdocumenten’ telkens vervangen door: ‘autorisatiebevoegde’ onderscheidenlijk ‘autorisatiebevoegden’.

M

In artikel 90, eerste en tweede lid, wordt ‘autorisatiebevoegde reisdocumenten’ telkens vervangen door: autorisatiebevoegde reisdocumentenstation.

N

Na artikel 90 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 90a. De opstartkaart

  • 1. Per aanvraagstationlocatie worden door de leverancier twee opstartkaarten verstrekt, waarmee het aanvraagstation in werking kan worden gesteld.

  • 2. De autorisatiebevoegde aanvraagstation is, met inachtneming van de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation, bedoeld in artikel 103, verantwoordelijk voor de bewaring en het gebruik van de opstartkaart.

  • 3. Bij defect of verlies van een opstartkaart wordt terstond contact opgenomen met de leverancier.

  • 4. Een defecte opstartkaart wordt terstond aan de leverancier toegestuurd.

  • 5. De leverancier houdt een registratie bij van de uitgegeven opstartkaarten. Tevens registreert hij welke opstartkaarten vermist zijn.

O

Artikel 93 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Aanmelding en registratie van aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Gouverneur onderscheidenlijk de ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteit of de door hem daartoe aangewezen ambtenaar meldt met gebruikmaking van standaardformulier B2 aan het agentschap BPR de aanvraagstationlocaties waar één of meerdere aanvraagstations zijn geplaatst alsmede de uitgiftelocatie waar de verzending van de aanvragen naar de leverancier en de aflevering van de zendingen door de transporteur plaatsvindt.

3. In het tweede lid wordt ‘Wijzigingen met betrekking tot uitgiftelocaties’ vervangen door: Wijzigingen met betrekking tot aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.

4. In het derde lid wordt ‘aangemelde uitgiftelocaties’ vervangen door: aangemelde aanvraagstationlocaties en uitgiftelocaties.

P

Artikel 103 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden: Reisdocumentenstation, aanvraagstation en reisdocumentenmodule.

2. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De Gouverneurs onderscheidenlijk de ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteiten maken binnen het aanvraagsysteem reisdocumenten gebruik van het reisdocumentenstation, het aanvraagstation en de overige materialen, overeenkomstig het bepaalde in deze regeling en met inachtneming van de bijgeleverde gebruikershandleidingen.

Q

Artikel 105 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift, eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid, wordt ‘aanvraagformulieren’ telkens vervangen door: foto- en handtekeningformulieren.

2. Na het zesde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation wordt in het eerste, tweede, derde, vierde en zesde lid voor ‘foto- en handtekeningformulieren’ gelezen: aanvraagformulieren.

R

Aan artikel 107 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 4. In afwijking van het tweede en derde lid, staat een aanvraagstation gedurende de werkuren onder voortdurend toezicht van degene die bevoegd is tot het gebruik ervan en bevindt het zich buiten de werkuren in een voor onbevoegden onbereikbare, afsluitbare en bij voorkeur beveiligde ruimte.

S

Aan artikel 108, eerste lid, wordt aan het slot een zin toegevoegd, luidende: Na het maken van de back-up wordt gecontroleerd of deze is geslaagd.

T

Artikel 109, tweede lid, vervalt.

U

Na artikel 119 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 120. Gebruik aanvraagstation

De Gouverneur onderscheidenlijk de ingevolge artikel 7, eerste lid, aangewezen autoriteit neemt het aanvraagstation in gebruik zodra hij daarover de beschikking heeft verkregen.

V

Bijlage B (standaardformulieren) wordt als volgt gewijzigd:

1. Standaardformulier B2 ‘Registratie afleveradres uitgiftelocatie’ wordt vervangen door standaardformulier B2 ‘Registratie locatie’ die als bijlage 1 bij deze regeling is opgenomen.

2. Standaardformulier B3 ‘Registratie autorisatiebevoegden reisdocumenten’ wordt vervangen door standaardformulier B3 ‘Registratie autorisatiebevoegde’ die als bijlage 2 bij deze regeling is opgenomen.

3. Standaardformulier B6 ‘Registratie bestelbevoegde blanco nooddocumenten’ wordt vervangen door standaardformulier B6 ‘Registratie bestelbevoegde blanco nooddocumenten’ die als bijlage 3 bij deze regeling is opgenomen.

4. Standaardformulier B7 ‘Registratie ontvangstbevoegde blanco nooddocumenten en afleveradres’ wordt vervangen door standaardformulier B7 ‘Registratie ontvangstbevoegde blanco nooddocumenten en afleveradres’ die als bijlage 4 bij deze regeling is opgenomen.

5. Er wordt een standaardformulier toegevoegd, luidende: B8 ‘Foto- en handtekeningenformulier’, die als bijlage 5 bij deze regeling is opgenomen.

W

Bijlage C (modelformulieren) wordt als volgt gewijzigd:

1. Modelformulier C8 ‘Spoedbestelling aanvraagformulieren’ wordt vervangen door modelformulier C8 ‘Spoedbestelling aanvraagformulieren’ die als bijlage 6 bij deze regeling is opgenomen.

2. Modelformulier C9 ‘Melding ontvangst verkeerde of beschadigde zending reisdocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C9 ‘Melding ontvangst verkeerde of beschadigde zending reisdocumenten’ die als bijlage 7 bij deze regeling is opgenomen.

3. Modelformulier C10 ‘Geleideformulier terugzenden reisdocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C10 ‘Geleideformulier terugzenden reisdocumenten’ die als bijlage 8 bij deze regeling is opgenomen.

4. Modelformulier C11 ‘Bestelopdracht blanco nooddocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C11 ‘Bestelopdracht blanco nooddocumenten’ die als bijlage 9 bij deze regeling is opgenomen.

5. Modelformulier C12 ‘Kwartaalverantwoording nooddocumenten’ wordt vervangen door modelformulier C12 ‘Kwartaalverantwoording nooddocumenten’ die als bijlage 10 bij deze regeling is opgenomen.

X

Bijlage E vervalt.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in de Curaçaosche Courant en in het Afkondigingsblad van Aruba worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

TOELICHTING

Algemeen

Binnen het reisdocumentenproces wordt vanaf 2009 door de Gouverneurs en de door hen op grond van artikel 7 Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 aangewezen autoriteiten gebruik gemaakt van het zogenaamde aanvraagstation. De plaatsing van aanvraagstations, alsmede de aanleiding hiertoe, is aangekondigd in de brief van 19 augustus 2008 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2007–2008, 25 764, nr. 40). Onderhavige wijziging van de Paspoortuitvoeringsregeling Nederlandse Antillen en Aruba 2001 legt de veranderingen in werkwijze vast die het gebruik van het aanvraagstation met zich meebrengt.

De plaatsing van de aanvraagstations bij de betreffende uitgevende instanties zal gedurende 2009 geleidelijk plaatsvinden. Dit betekent dat gedurende de zogenaamde ‘uitrol’ er locaties zullen zijn waar wel en waar geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation. Onderhavige wijzigingen leiden er toe dat de betreffende paspoortuitvoeringsregelingen ten aanzien van de aanvraag, verstrekking en uitreiking van reisdocumenten, waar van toepassing, twee werkwijzen bevatten. De nieuwe werkwijze ziet op de situatie dat op de uitgiftelocatie een aanvraagstation aanwezig is, de oude werkwijze is van toepassing indien dit nog niet het geval is.

In verband hiermee zijn de ‘oude’ bepalingen in betreffende artikelen verplaatst naar een nieuw artikellid dat telkens begint met de woorden ‘Indien bij de aanvraag geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation..’.

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in de paspoortuitvoeringsregelingen enkele andere, niet met de invoering van het aanvraagstation verband houdende wijzigingen, aan te brengen.

Artikelsgewijs

Alleen de inhoudelijke wijzigingen zijn toegelicht.

Onderdeel A

De wijziging in de definitie van leverancier anticipeert op de situatie dat de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan verschillende bedrijven een opdracht kan verstrekken voor het verrichten van diensten die verband houden met de verstrekking van reisdocumenten.

Er wordt een definitie gegeven van het aanvraagstation. Met behulp van het aanvraagstation wordt de pasfoto en de handtekening gedigitaliseerd.

Er wordt ook een definitie gegeven van het foto- en handtekeningformulier. Het foto- en handtekeningenformulier moet worden gebruikt indien gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation.

Er is voorts een definitie opgenomen van de locatie waar zich een aanvraagstation bevindt. Hiermee wordt verduidelijkt dat het is technisch mogelijk is dat een aanvraagstation zich op een andere locatie bevindt dan waar een reisdocumentenstation (RAAS) staat. Een RAAS staat altijd op een uitgiftelocatie.

Onderdeel C

Een aanvraag voor een reisdocument moet altijd worden opgemaakt met behulp van het aanvraagstation. In het algemene deel van de toelichting is reeds beschreven dat, waar van toepassing, de artikelen voorschriften bevatten voor de situatie dat op een uitgiftelocatie geen aanvraagstation aanwezig is.

Onderdeel E

De wijziging heeft betrekking op de procedure die moet worden gevolgd bij het plaatsen van de foto en de handtekening van de aanvrager op het foto- en handtekeningformulier en het digitaliseren van de foto en de handtekening. Het verschil met het oude aanvraagformulier is dat op het foto- en handtekeningformulier geen aanvraaggegevens worden geprint. Daarnaast is de handtekening die op het foto- en handtekeningformulier wordt gezet, voortaan uitsluitend bestemd voor de digitalisering.

Onderdeel F

Op het foto- en handtekeningformulier wordt in tegenstelling tot het aanvraagformulier door de daartoe aangewezen ambtenaar geen handtekening geplaatst ten bewijze van verstrekking. In de nieuwe situatie wordt elektronisch in de systemen bijgehouden welke ambtenaren welke handelingen hebben verricht. Indien echter geen gebruik wordt gemaakt van het aanvraagstation, en dus het aanvraagformulier gebruikt moet worden, is nog steeds de ‘oude’ procedure van toepassing.

Onderdelen G en H

Deze bepalingen beschrijven het samenvoegen van de foto en de handtekening met de overige aanvraaggegevens.

Onderdeel K

Bij onderdeel E is toegelicht dat op het foto- en handtekeningformulier geen aanvraaggegevens worden geprint. Om deze reden is aan het eerste lid van artikel 62 toegevoegd dat een reisdocument niet wordt uitgereikt dan nadat aanvrager de persoonsgegevens die in zijn reisdocument zijn vermeld op juistheid heeft gecontroleerd.

Onderdeel L

De Gouverneur (de aangewezen autoriteit) moet naast tenminste twee ambtenaren die zullen functioneren als autorisatiebevoegde reisdocumenten overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het reisdocumentenstation, ook twee ambtenaren als autorisatiebevoegde voor het aanvraagstation aanwijzen. De desbetreffende bepalingen is daarom opnieuw geredigeerd. Een ambtenaar kan tegelijkertijd voor beide functies worden aangewezen.

Onderdeel N

Een aanvraagstation moet aan het begin van iedere werkdag in werking worden gesteld. Dit kan uitsluitend met behulp van een aan de aanvraagstationlocatie gebonden opstartkaart. Per aanvraagstationlocatie worden twee kaarten beschikbaar gesteld, voor het geval een kaart defect of vermist raakt. Het gebruik van de opstartkaart moet overeenkomstig de gebruikershandleiding bij het aanvraagstation plaatsvinden. Op grond van de definitie voor ‘aanvraagstationlocatie’ (artikel 1, onderdeel ae) worden er geen opstartkaarten verstrekt indien het aanvraagstation zich bevindt op een locatie waar niet aan de beveiligingsvoorschriften wordt voldaan.

Onderdeel O

Net als de uitgiftelocaties moeten ook de aanvraagstationlocaties bij het Agentschap BPR worden aangemeld. Bij toelichting van onderdeel A is beschreven dat de aanvraagstationlocatie en de uitgiftelocatie niet gelijk hoeven te zijn.

Onderdeel R

Het aanvraagstation wordt aan de balie gebruikt. Omdat iedere paspoortuitgevende instantie de publieksruimte waar de reisdocumenten worden aangevraagd anders inricht, wordt, mede omdat het aanvraagstation in beginsel geen aanvraaggegevens bevat, de nodige flexibiliteit met betrekking tot het plaatsen van de aanvraagstations geboden. De voorgeschreven beveiligingsvoorschriften betreffen de basisvoorzieningen om molest, diefstal of manipulatie van aanvraagstations te voorkomen. Deze bepaling is ook van toepassing indien een ambtenaar van een paspoortuitgevende instantie met het aanvraagstation naar een aanvrager van een reisdocument toegaat omdat deze niet in staat is in persoon aan de balie te verschijnen.

Onderdeel S

Verduidelijkt is dat gecontroleerd moet worden of de voorgeschreven back-up van de in het RAAS opgeslagen gegevens is geslaagd. Deze bepaling is ook van toepassing indien een ambtenaar van een paspoortuitgevende instantie met het aanvraagstation naar een aanvrager van een reisdocument toegaat omdat deze niet in staat is in persoon aan de balie te verschijnen vervallen.

Onderdeel T

Op locaties met weinig personeel blijkt de functiescheiding tussen aanvraag en verstrekking vaak lastig te realiseren. Daarnaast neemt met de komst van het aanvraagstation de doelmatigheid van die functiescheiding af. Om deze redenen is het voormalige tweede lid van artikel 109, waarin was bepaald dat functiescheiding tussen de aanvraag en verstrekking gewenst is, vervallen.

Onderdeel U

Zoals in het algemeen deel reeds is toegelicht, worden de aanvraagstations geleidelijk bij de paspoortuitgevende instanties geplaatst.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A.Th.B. Bijleveld-Schouten.

Naar boven