Opsporingsvergunning Engelen

13 oktober 2009

Nr. ET/EM / 9179707

De Minister van Economische Zaken,

Procesverloop:

  • Northern Petroleum Nederland B.V. (hierna genoemd NPN) heeft binnen de periode van 13 weken na plaatsing van een uitnodiging voor het indienen van een concurrerende aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor het gebied Noord-Brabant in het Publicatieblad van de Europese Unie van 24 december 2008 (2008/C329/12), een concurrerende aanvraag ingediend per schrijven van 18 maart 2009, ontvangen op 20 maart 2009. Deze concurrerende aanvraag betreft het gebied genaamd Engelen en is gelegen in de provincie Noord-Brabant. De oppervlakte van het aangevraagde gebied bedraagt ongeveer 101 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 6 jaar;

  • De eerste aanvrager is Cuadrilla Resources Ltd (hierna genoemd Cuadrilla). Deze aanvrager heeft op 2 september 2008 een aanvraag ingediend bij de Minister van Economische Zaken om een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen, ingevolge artikel 6, eerste lid, sub a, van de Mijnbouwwet. Het aangevraagde gebied is genaamd Noord-Brabant, gelegen in de provincie Noord-Brabant. De oppervlakte van het aangevraagde gebied is 2026 km2. De aangevraagde geldigheidsduur van de vergunning is 5 jaar;

  • Onderhavige aanvraag betreft het gebied dat ‘Engelen’ wordt genoemd en dat voor een deel concurreert met het door Cuadrilla aangevraagde gebied;

  • TNO Bouw en Ondergrond, adviesgroep EZ (hierna genoemd TNO), heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 6 april 2009 advies uitgebracht;

  • Staatstoezicht op de mijnen (hierna genoemd Sodm) heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 19 mei 2009 advies uitgebracht;

  • Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant (hierna genoemd GS) is bij schrijven van 21 april 2009 gevraagd advies uit te brengen op grond van artikel 16, van de Mijnbouwwet. GS heeft aangeven, bij schrijven van 14 september 2009, van deze gelegenheid geen gebruik te maken;

  • De Mijnraad heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 31 augustus 2009 advies uitgebracht (kenmerk MIJR/9118281) op grond van artikel 105, derde lid, van de Mijnbouwwet.

Overwegingen:

  • Voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt aangevraagd, geldt niet een door een ander gehouden opsporings- of winningsvergunning voor koolwaterstoffen. Hiermee is voldaan aan artikel 7, eerste lid, van de Mijnbouwwet;

  • Voor het gebied waarvoor de opsporingsvergunning wordt aangevraagd, geldt niet een door een ander gehouden opslagvergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 7, tweede lid, van de Mijnbouwwet;

  • De technische en financiële mogelijkheden van de aanvragers geven geen aanleiding tot het weigeren van de gevraagde vergunning. Hiermee is voldaan aan artikel 9 eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • De manier waarop aanvragers voornemens zijn de activiteiten, waarvoor de vergunning wordt aangevraagd, te verrichten geeft geen aanleiding de vergunning te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet;

  • Aanvragers hebben niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Mijnbouwwet, blijk gegeven van gebrek aan efficiëntie of verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, onder c,van de Mijnbouwwet;

  • Derhalve moet er, gelet op artikel 9, eerste lid, onder d, van de Mijnbouwwet een keuze worden gemaakt uit de aanvragen, in het belang van het doelmatig en voortvarend opsporen en winnen;

  • TNO acht de geologische onderbouwing van de aanvraag van NPN van voldoende kwaliteit en adviseert NPN een opsporingsvergunning te verlenen, waarbij het door NPN aangevraagde vergunninggebied volledig wordt gehonoreerd. TNO stelt voor de vergunningtermijn te beperken van 6 tot 5 jaar, waarvan de laatste 2 jaar voorwaardelijk. TNO stelt voor de voorwaarde op te nemen voor het verstrijken van het derde jaar een geactualiseerd werkprogramma aan de Minister over te leggen, dat een onvoorwaardelijke boring bevat;

  • Sodm acht de technische capaciteiten van NPN van voldoende kwaliteit en adviseert een opsporingsvergunning voor het aangevraagde gebied Engelen te verlenen aan NPN;

  • De Mijnraad adviseert aan NPN een opsporingsvergunning voor het door haar aangevraagde gebied Engelen te verlenen, voor de duur van 4 jaar, met de verplichting uiterlijk in het derde jaar een boring te verrichten.

  • Gelet op de Mijnbouwwet, het ingediende werkprogramma en de uitgebrachte adviezen kan verlening van de vergunning voor de duur van vier jaar plaatsvinden aan NPN.

Gelet op de artikelen 6, 7, 9, 11, eerste tot en met derde lid, 12, 15, 16, 17 en 105, derde lid, van de Mijnbouwwet, alsmede artikel 1.3.7 van de Mijnbouwregeling;

Besluit:

Artikel 1

Aan Northern Petroleum Nederland B.V. wordt een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen verleend.

Artikel 2

De vergunning geldt voor een gebied, genaamd Engelen, gelegen in de provincie Noord-Brabant, en is als volgt begrensd:

  • a. De lijn die het midden vormt van de Bergsche Maas vanaf het snijpunt van de rechte lijn tussen het punt A en het punt met de coördinaten x = 135000.00, y = 418500.00, gelegen nabij het punt A, tot het punt waar deze lijn de lijn van de coördinaat x = 137100.00 snijdt, nabij het punt B;

  • b. Vervolgens de provinciegrens tussen Gelderland en Noord-Brabant vanaf het onder a laatstgenoemde snijpunt, gelegen nabij het punt B, tot het punt waar deze lijn de lijn van de coördinaat x = 151973.00 snijdt, nabij het punt C;

  • c. Vervolgens vanaf het onder b genoemde snijpunt, nabij het punt C, de rechte lijnen tussen de punten D, E en F;

  • d. Vervolgens de rechte lijn van het punt F tot het onder a eerstgenoemde snijpunt, nabij het punt A.

    Aan de noordkant grenst het gebied aan de winningsvergunningen ‘Andel III’ en ‘Utrecht’, in het westen aan de vergunning ‘Waalwijk’.

    De coördinaten van de vermelde punten zijn:

    Punt

    X

    Y

    A

    136200.28

    416299.48

    B

    137100.00

    416580.00

    C

    151973.00

    418210.77

    D

    151973.00

    410000.00

    E

    138074.00

    410000.00

    F

    138074.00

    416300.00

    Bovenstaande coördinaten zijn weergegeven volgens het stelsel van de Rijksdriehoekmeting.

    Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 97,36 km2.

Artikel 3

De vergunninghouder geeft uitvoering aan het werkprogramma dat onderdeel uitmaakt van zijn op 18 maart 2009 ingediende aanvraag.

Artikel 4

De vergunninghouder neemt bij de uitvoering van het werkprogramma de volgende voorwaarden in acht:

  • binnen 2 jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning deelt de vergunninghouder schriftelijk mee aan de Minister van Economische Zaken, onder vermelding van tijdstip, geologische structuur en diepte, de plaats waar de boring zal worden verricht;

  • Uiterlijk in het derde jaar na het onherroepelijk worden van de vergunning wordt een boring geplaatst.

Artikel 5

De vergunning geldt, vanaf het tijdstip van inwerkingtreding, gedurende een tijdvak van 4 jaren.

Artikel 6

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken,

namens deze:

MT-lid directie Energiemarkt,

Y. Peters.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: L/L204), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven