Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 2 november 2009, nr. BV/M&C/MI/2009/23504, houdende wijziging van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 en het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en formatie rijksdienst 2007 en 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, 8, derde lid, aanhef en onderdeel a, en 23, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2009 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a komt te luiden:

  • a. de hierna genoemde organisatieonderdelen, die rechtstreeks ressorteren onder de secretaris generaal:

    • 1°. de directie Financieel-economische Zaken;

    • 2°. de directie Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden;

    • 3°. de directie Communicatie;

2. Onderdeel b komt te luiden:

  • b. de hierna genoemde organisatieonderdelen, die rechtstreeks ressorteren onder de plaatsvervangend secretaris-generaal:

    • 1°. de directie Bedrijfsvoering;

    • 2°. de Auditdienst;

    • 3°. de directie Bestuursondersteuning;

B

Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De plaatsvervangend secretaris-generaal geeft rechtstreeks leiding aan de functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De plaatsvervangend secretaris-generaal stelt de jaarplannen vast van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b. Gegeven het budget dat door de secretaris-generaal aan de plaatsvervangend secretaris-generaal ter beschikking is gesteld, kent de plaatsvervangend secretaris-generaal aan de functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b, het budget toe waarover zij mogen beschikken. De plaatsvervangend secretaris-generaal bewaakt de voortgang van de uitvoering van de jaarplannen van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b.

3. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. De plaatsvervangend secretaris-generaal is belast met de beleids- en bedrijfsvoering betreffende de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b, en hij is tevens verantwoordelijk voor een departementsbrede samenhangende bedrijfsvoering. Het werkterrein van de plaatsvervangend secretaris-generaal omvat in brede zin:

    • a. het organisatie- en personeelsbeleid;

    • b. de ondersteuning van de directies van het ministerie op het gebied van personeelsbeheer, salarisadministratie, documentaire informatievoorziening, financieel beheer, bekostiging en financiële administratie;

    • c. het huisvestings- en beveiligingsbeleid voor wat betreft de Haagse vestigingen van het ministerie, met inbegrip van crisisbeheersing en milieumanagement, en de regie op het huisvestings- en beveilingsbeleid voor het gehele ministerie;

    • d. het automatiserings- en informatiseringsbeleid;

    • e. overige facilitaire diensten, inclusief advisering op het gebied van inkoop en (Europese) aanbestedingen;

    • f. het behandelen van bezwaar- en beroepschriften en zaken van de Nationale ombudsman van (ex-)medewerkers van het ministerie inzake aangelegenheden verband houdend met de dienstbetrekking;

    • g. de inhoudelijke advisering en ondersteuning van de functionarissen, genoemd in artikel 3, eerste lid, en de inhoudelijke, logistieke, secretariële en protocollaire ondersteuning van de secretaris-generaal en de bewindspersonen;

    • h. de uitvoering van de taken van de Auditdienst.

4. Het vijfde lid komt te luiden:

  • 5. De plaatsvervangend secretaris-generaal is verantwoordelijk voor:

    • a. het bij schriftelijk besluit toedelen van taken aan de onder hem ressorterende organisatieonderdelen en aan de functionarissen die leiding geven aan de organisatieonderdelen;

    • b. de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de onder hem ressorterende organisatieonderdelen alsmede de hiervoor bedoelde werkgeversverplichtingen voor zover deze centraal georganiseerd zijn;

    • c. de personeelsaangelegenheden welke niet ingevolge artikel 4, vierde lid, aan de secretaris-generaal zijn voorbehouden, dan wel ingevolge artikel 8, tweede lid, van het Besluit taakuitoefening Inspectie Werk en Inkomen tot de bevoegdheden van de inspecteur-generaal behoren, dan wel ingevolge artikel 8, derde lid, tot de taken van een directeur-generaal of de inspecteur-generaal behoren;

    • d. het adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van zijn werkterrein als bedoeld in het vierde lid en het attenderen van de bewindspersonen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten ten aanzien van zijn werkterrein;

    • e. het rapporteren aan de secretaris-generaal over de uitvoering van de jaarplannen betreffende de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b;

    • f. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de functionarissen van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 2, onderdeel b;

    • g. het materieel beheer overeenkomstig de Regeling materieelbeheer rijksoverheid 2006 en de Regeling materieelbeheer museale voorwerpen.

C

Onder vernummering van artikel 12, zesde lid, tot artikel 12, zevende lid, wordt in artikel 12 een lid ingevoegd, luidende:

  • 6. Uit hoofde van zijn functie als algemeen directeur van de Arbeidsinspectie vervult de directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering de rol van verbindingsbureau detacheringsarbeid, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van Richtlijn 96/71/EG.

D

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004 en de Regeling taken en bevoegdheden bezwaar- en beroepszaken werktijdverkorting worden ingetrokken.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Na de inwerkingtreding van deze regeling berusten de volgende regelingen die genomen zijn krachtens artikel 22, eerste lid, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004 op artikel 23, eerste lid, van deze regeling:

    • a. het Mandaat projectdirectie Leren en Werken;

    • b. het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2007.

ARTIKEL II

Aan artikel 8 van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit directeur-generaal Uitvoering, Handhaving en Bedrijfsvoering 2009 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 6. De directie AI Arbeidsmarktfraude is verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken van het verbindingsbureau detacheringsarbeid, genoemd in artikel 4 van Richtlijn 96/71/EG.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2009.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 2 november 2009

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

namens deze:

de Secretaris-Generaal,

J.F. de Leeuw.

Naar boven