ARTIKEL I
In artikel 3 van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart wordt ‘luchtvaartterreinen’ vervangen door: luchthavens.
ARTIKEL II
In de Mijnbouwregeling vervallen hoofdstuk 4, hoofdstuk 14, § 14.1 en de bijlagen 6 tot en met 10.
ARTIKEL III
De Regeling gebruik hoogtemeter wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 5, derde lid, onderdelen a en b, wordt ‘luchtvaartterrein’ vervangen door: luchthaven.
B
In de artikelen 6, eerste lid, en 8, eerste lid, wordt ‘het luchtvaartterrein’ vervangen door: de luchthaven.
ARTIKEL IV
De Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift boven artikel 1 komt te luiden:
Begripsbepalingen en wettelijke grondslag
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust op artikel 8a.1, vierde lid, van de Wet luchtvaart.
C
In de artikelen 1, onderdelen a en b, 7, eerste lid, 10, eerste lid, en 11, eerste lid, wordt ‘een luchtvaartterrein’ telkens
vervangen door: een luchthaven.
D
Artikel 3 komt te luiden:
Artikel 3
1. Op elke luchthaven in Nederland die voor burgerluchtvaart is opengesteld met een jaarlijkse verkeersomvang van tenminste
2 miljoen passagiersbewegingen of 50000 ton vracht kunnen de gebruikers met ingang van 1 januari 2001 zelfafhandelingsdiensten
verrichten.
2. In afwijking van het eerste lid kan de Minister voor de categorieën afhandelingsdiensten:
a. bagageafhandeling;
b. platformafhandeling;
c. brandstof- en olielevering, of
d. vracht- en postafhandeling, voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op de luchthaven en
het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten,
het aantal gebruikers dat zelfafhandelingsdiensten verricht beperken tot niet minder dan twee. De selectie van deze gebruikers
dient te geschieden op basis van relevante, objectieve, transparante en niet-discriminerende criteria.
E
Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘elk luchtvaartterrein in Nederland dat’ vervangen door: elke luchthaven in Nederland die.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. In afwijking van het eerste lid kan de Minister voor de categorieën afhandelingsdiensten:
a. bagageafhandeling;
b. platformafhandeling;
c. brandstof- en olielevering, of
d. vracht- en postafhandeling, voor wat betreft de fysieke afhandeling van vracht en post tussen gebouwen op de luchthaven en
het vliegtuig, zowel bij aankomst en vertrek als bij doorgaande vluchten,
het aantal verleners van grondafhandelingsdiensten beperken tot niet minder dan twee per genoemde categorie.
3. In het derde lid, wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: de luchthaven.
F
Artikel 6 komt te luiden:
Artikel 6
Indien op een luchthaven als bedoeld in artikel 5, eerste lid, de in dat artikel genoemde minima aan verkeersomvang voor vracht
worden bereikt zonder dat de in dat artikel genoemde minima voor het passagiersvervoer worden bereikt, is dat artikel niet
van toepassing voor grondafhandelingsdiensten die uitsluitend voor passagiers zijn bestemd.
G
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: de luchthaven.
2. In het tweede lid wordt ‘dat luchtvaartterrein’ vervangen door: die luchthaven.
H
Artikel 8, eerste lid, komt te luiden:
I
In de artikelen 9, 10, eerste lid, 11, eerste lid, 12, derde lid, 13, 14, 15, 16 en 17, tweede lid, wordt ‘het luchtvaartterrein’
telkens vervangen door: de luchthaven.
J
Artikel 11, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt ‘toepassing van de artikelen 2, 3, 4, of 5’ vervangen door: toepassing van de artikelen 3 of 5.
2. In de onderdelen a en b vervalt ‘artikel 4, tweede lid, of’.
3. In de onderdelen c en d vervalt ‘artikel 2, eerste lid, of’.
K
In artikel 12, eerste lid, en de aanhef van artikel 13, vervalt ‘4, tweede lid,’.
M
In artikel 20 vervalt het tweede lid, alsmede de aanduiding ‘1.’ voor het eerste lid.
ARTIKEL V
De Regeling kabelvliegers en kleine ballons wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 2, onderdeel b en c, wordt ‘luchtvaartterreinen’ vervangen door: luchthavens.
B
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt ‘een gecontroleerd luchtvaartterrein’ vervangen door: een gecontroleerde luchthaven.
2. In het vierde lid wordt ‘burgerluchtvaartterreinen’ vervangen door ‘burgerluchthavens’ en ‘luchtvaartterreinverkeer’ door:
luchthavenverkeer.
ARTIKEL VI
De Regeling luchtvaartheffingen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. De zinsnede ‘functionaris van de exploitant van een luchtvaartterrein, aangewezen op grond van artikel 77a, derde lid, onderdeel
b, sub 1°, van de wet’ wordt vervangen door: functionaris van de exploitant van een luchthaven, aangewezen op grond van artikel
8a.39, derde lid, onderdeel b, van de wet.
2. De zinsnede ‘heffingen, als bedoeld in artikel 77, eerste lid, van de wet’ wordt vervangen door: heffingen als bedoeld in
titel 8A.3 van de wet.
3. In het onderdeel ‘wet’ wordt ‘Luchtvaartwet’ vervangen door: Wet luchtvaart.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust op de artikelen 8a.39, vijfde lid, 8a.41, en 8a.42, tweede lid, van de wet, en artikel 22 van het Besluit
burgerluchthavens.
C
In artikel 2 wordt de zinsnede ‘De functionaris van de exploitant van een luchtvaartterrein’ vervangen door: De functionaris.
D
In artikel 3 wordt ‘een luchtvaartterrein’ telkens vervangen door ‘een luchthaven’ en wordt ‘de functionaris van het desbetreffende
luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: de functionaris.
E
In artikel 6 wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door ‘de luchthaven’ en wordt de zinsnede ’de artikelen 77 tot
en met 77c van de wet’ vervangen door: de artikelen 8a.38 tot en met 8a.42 van de wet.
F
In artikel 7 wordt ‘een luchtvaartterrein’ vervangen door: een luchthaven.
G
Artikel 9 komt te luiden:
Artikel 9
1. De formules, bedoeld in artikel 22 van het Besluit burgerluchthavens, zijn:
a. voor burgerluchtvaartuigen met een startmassa van meer dan 390 kilogram doch niet meer dan 20 000 kilogram, met uitzondering
van burgervliegtuigen met luchtschroefaandrijving met een startgewicht van meer dan 390 kilogram doch niet meer dan 6000 kilogram:
0,20 + 0,04 * M;
b. voor burgerluchtvaartuigen met een startmassa van meer dan 20 000 kilogram, die blijkens een verklaring van het bevoegde gezag
van de Staat van registratie van het burgerluchtvaartuig ten minste voldoen aan de in bijlage 16, deel I, van het Verdrag
van Chicago (Trb. 1973, 109) vastgestelde geluidsnormen:
met dien verstande dat het aantal rekeneenheden ten minste op één wordt gesteld;
c. voor burgerluchtvaartuigen met een startmassa van meer dan 20 000 kilogram, andere dan die bedoeld in onderdeel b: k * M2/3,
met dien verstande dat het aantal rekeneenheden ten minste op één wordt gesteld.
In de formules stellen voor:
M: de maximaal toegelaten startmassa van het burgerluchtvaartuig uitgedrukt in gehele eenheden van 1000 kilogram, waarbij een
gedeelte van een eenheid geldt als een gehele eenheid;
n: de correctiefactor van geluidcertificatiemeetpunten en meetcondities met toepassing van de in het tweede lid opgenomen tabel;
Lr: de som van de geluidsniveaus op de geluidcertificatiemeetpunten;
k: de constante, aangegeven per vliegtuigtype en onderscheiden naar klassen van geschatte geluidsniveaus als opgenomen in een
overeenkomstig het derde lid vast te stellen tabel.
2. De correctiefactor n wordt vastgesteld met toepassing van de volgende tabel:
| A | B | C | D |
---|
4-motorige vliegtuigen | 1,05 | 0,85 | 1,0 | 0,85 |
---|
3-motorige vliegtuigen | 1,25 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
---|
2-motorige vliegtuigen | 1,50 | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
---|
Ingedeeld worden:
a. in kolom A: de luchtvaartuigen als aangegeven in hoofdstuk 2 van Bijlage 16, deel I, van het Verdrag van Chicago;
b. in kolom B: de luchtvaartuigen als aangegeven in hoofdstuk 3 van Bijlage 16, deel I, van het Verdrag van Chicago;
c. in kolom C: de ‘stage 2’-luchtvaartuigen als aangegeven in ‘Federal Aviation Regulations, part 36 (Noise Standards: Aircraft
Type and Airworthiness Certification)’, met inbegrip van amendment 36-12, in werking getreden op 1 augustus 1981;
d. in kolom D: de ‘stage 3’-luchtvaartuigen als aangegeven in ‘Federal Aviation Regulations, part 36’ bedoeld in onderdeel c.
3. De constante k, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt per geluidsklasse, als volgt vastgesteld:
Geluidsklasse | Geluidsniveau | k |
---|
I | L > Llim + 9dB | 0,95 |
II | Llim < L ≤ Llim + 9dB | 0,60 |
III | Llim – 9dB < L ≤ Llim | 0,40 |
IV | Llim – 18dB < L ≤ Llim – 9dB | 0,25 |
V | L ≤ Llim – 18dB | 0,15 |
In de tabel stelt voor:
L: de som van de geschatte geluidsniveaus op de geluidcertificatiemeetpunten;
Llim: de som van de maximale geluidsniveaus op de geluidcertificatiemeetpunten volgens de formule Llim = 29.88logM + 251.22.
In deze formule stelt voor:
ARTIKEL VII
De Regeling luchtvaartvertoningen wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, tweede lid, onderdeel g, 5, eerste lid, onderdeel b, 6, tweede lid, onderdeel f, 15, 17, 31, 37, 38, en
het opschrift van §6, wordt ‘luchtvaartterreininformatieverstrekker’ vervangen door: luchthaveninformatieverstrekker.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust op artikel 158, tweede lid, van de Regeling Toezicht Luchtvaart en artikel 8a.51, derde lid, van de Wet
luchtvaart.
C
In artikel 4 wordt de zinsnede ‘een luchtvaartterrein aangewezen krachtens artikel 18 van de Luchtvaartwet’ vervangen door:
een gecontroleerde luchthaven als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Regeling luchtverkeersdienstverlening.
D
In artikel 5, eerste lid, wordt de zinsnede ‘een luchtvaartterrein aangewezen krachtens artikel 18 van de Luchtvaartwet’ vervangen
door: een luchthaven zonder luchtverkeersleiding.
E
Artikel 6, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt de zinsnede ‘een terrein, niet zijnde luchtvaartterrein, waarvoor krachtens artikel 14, tweede lid, onderdeel
b, van de Luchtvaartwet ontheffing is verleend’ vervangen door: een terrein dat geschikt is om tijdelijk en uitzonderlijk
te worden gebruikt, waarvoor krachtens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart ontheffing is verleend.
2. In onderdeel b, onder 1°, wordt ‘luchtvaartterreinen’ vervangen door: luchthavens.
F
In artikel 12, onderdeel a, wordt ‘luchtvaartterreinen’ vervangen door: luchthavens.
ARTIKEL VIII
De Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:
A
In de artikelen 1, 1a, 5, tweede lid, 7, 7a, 7b, 7f, en 8 wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: de luchthaven.
B
In de artikelen 1, 1a, 7 en 23a, wordt ‘luchtvaartterreinverkeer’ telkens vervangen door: luchthavenverkeer.
C
In de artikelen 1, 5, eerste lid, 6, en het opschrift van artikel 6 wordt ‘een gecontroleerd luchtvaartterrein’ telkens vervangen
door: een gecontroleerde luchthaven.
D
In de artikelen 1, onderdeel aerodrome traffic zone, 7a, vijfde lid, de opschriften van de artikelen 7a en 7b, en Bijlage I wordt ‘luchtvaartterrein’ telkens vervangen door:
luchthaven.
E
In de artikelen 5, tweede lid, 16, eerste lid, 20, 21a, tweede lid, en de opschriften van de artikelen 5 en 7 en van Bijlage
G wordt ‘luchtvaartterreinen’ telkens vervangen door: luchthavens.
F
In artikel 6 wordt ‘niet-luchtvaartterreinverkeer’ vervangen door: niet-luchthavenverkeer.
G
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘een gecontroleerd militair luchtvaartterrein’ vervangen door: een gecontroleerde militaire luchthaven.
2. Het vijfde lid, onderdeel a komt te luiden:
H
In de artikelen 7a, eerste lid, en 7b, eerste lid, wordt ‘dat luchtvaartterrein’ vervangen door: die luchthaven.
I
In artikel 7b, derde lid, onderdeel c, wordt ‘de luchtvaartterreininformatieverstrekker’ vervangen door: luchthaveninformatieverstrekker.
J
Artikel 7f wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt ‘militair luchtvaartterrein’ vervangen door: militaire luchthaven.
2. In het eerste lid wordt ’het militair luchtvaartterrein’ vervangen door: de militaire luchthaven.
K
In artikel 21 wordt ‘een militair luchtvaartterrein’ vervangen door: een militaire luchthaven.
ARTIKEL IX
Artikel 2 van de Regeling modelvliegen wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel l, onder 1° komt te luiden:
1° voor vluchten binnen een afstand van 3 km van een ongecontroleerde luchthaven of een terrein dat geschikt is om tijdelijk
en uitzonderlijk te worden gebruikt, waarvoor krachtens artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart ontheffing is verleend, geen bezwaar
bestaat bij de exploitant van de luchthaven respectievelijk de houder van de ontheffing;.
2. In onderdeel m wordt ‘een militair luchtvaartterrein’ vervangen door: een militaire luchthaven.
ARTIKEL X
In artikel 9, onderdelen d en f, van de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties wordt ‘het dichtstbijzijnde geschikte
luchtvaartterrein’ vervangen door: de dichtstbijzijnde geschikte luchthaven.
ARTIKEL XI
De Regeling omgevingslawaai luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
- actieplan:
actieplan dat is vastgesteld op basis van artikel 8a.48, eerste lid, van de wet;
- geluidbelasting Lden:
geluidbelasting Lden als bedoeld in artikel 8a.45, derde lid, van de wet;
- geluidbelasting Lnight:
geluidbelasting Lnight als bedoeld in artikel 8a.45, derde lid, van de wet;
- geluidbelastingkaart:
geluidbelastingkaart die is vastgesteld op basis van artikel 8a.45, eerste en tweede lid, van de wet, en
- wet:
Wet luchtvaart.
B
Na artikel 1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1a
Deze regeling berust op de artikelen 8a.45, vijfde lid, 8a.46, tweede lid, en 8a.48, vierde lid van de Wet luchtvaart.
C
In artikel 6 wordt de zinsnede ‘als bedoeld in artikel 8.30b, eerste lid, van de wet’ vervangen door: als bedoeld in artikel
8a.46, eerste lid, van de wet.
ARTIKEL XII
De Regeling seinen luchtvaart wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van Hoofdstuk 4 komt te luiden:
HOOFDSTUK 4. SEINEN VOOR HET LUCHTHAVENVERKEER
B
In artikel 9 en Bijlage 3, behorende bij artikel 9, wordt ‘een luchtvaartterrein’ vervangen door: een luchthaven.
C
In Bijlage 3, onderdeel j, wordt ‘het luchtvaartterrein’ vervangen door: de luchthaven.
ARTIKEL XIII
De Regeling standaardluchtverkeerscircuits wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt ‘luchtvaartterreinverkeer’ vervangen door ‘luchthavenverkeer’ en wordt ‘burgerluchtvaartterreinen’ vervangen
door: burgerluchthavens.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt ‘een luchtvaartterrein’ vervangen door: een luchthaven.
2. In het derde lid wordt ‘het luchtvaartterreinniveau’ vervangen door: het luchthavenniveau.
ARTIKEL XIV
De Regeling tarieven luchtvaart 2008 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1a komt te luiden:
Artikel 1a
Deze regeling berust op de artikelen 6.55, zesde lid, 6.58, zesde lid, 8.12, vijfde lid, 8a.4, derde lid, 10.11, eerste lid,
onderdeel b, en 11.2a, derde lid, van de Wet luchtvaart, de artikelen 8, derde lid, 13, tweede lid, 20, derde lid, en 30,
derde lid, van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart, artikel 22, tweede en derde lid, van het Besluit luchtvaartuigen
2008 en artikel 5 van het Besluit vluchtuitvoering.
B
In het opschrift van § 2.1.3. wordt ‘luchtvaartterreininformatieverstrekkers’ vervangen door: luchthaveninformatieverstrekkers.
C
Het opschrift van afdeling 2.5 komt te luiden:
AFDELING 2.5. LUCHTHAVENS
D
De artikelen 21 met de daarbij behorende Tabel 1, en 23 met de daarbij behorende Tabel 1, vervallen.
E
In artikel 22, eerste lid Tabel 1, en tweede lid, Tabel 1, wordt ‘luchtvaartterreinen’ telkens vervangen door: luchthavens.
F
In artikel 24, eerste lid, vervallen de onderdelen c, e en f, onder verlettering van de onderdelen d, g en h, tot de onderdelen
c, d en e.
ARTIKEL XV
De Regeling vliegplannen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het onderdeel Amsterdam Flight Service Centre, wordt ‘alle burgerluchtvaartterreinen’ vervangen door: alle burgerluchthavens.
2. In het onderdeel vliegcoördinator, wordt ‘een militair luchtvaartterrein’ vervangen door: een militaire luchthaven.
B
In de artikelen 1, 4, 6, 8, 9, 10 en 13, wordt ‘het luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: de luchthaven.
C
In de artikelen 1, 8, vierde lid, en 9, vierde lid, wordt ‘een luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: een luchthaven.
D
In artikel 3, tweede lid, en Bijlage B wordt ‘luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: luchthaven.
E
In artikel 6, vijfde lid, wordt ‘een ander luchtvaartterrein’ vervangen door: een andere luchthaven.
F
In de artikelen 6, zesde lid, en 7, wordt ‘een gecontroleerd luchtvaartterrein’ telkens vervangen door: een gecontroleerde
luchthaven.
G
In de artikelen 8, derde lid, en 9, eerste lid, wordt ‘een gecontroleerd militair luchtvaartterrein’ telkens vervangen door:
een gecontroleerde militaire luchthaven.
H
In artikel 9, eerste en vierde lid, wordt ‘een ongecontroleerd luchtvaartterrein’ vervangen door: een ongecontroleerde luchthaven.
ARTIKEL XVI
In artikel 5, tweede lid, onderdeel c, van de Vrijstellingsregeling LVR wordt ‘een luchtvaartterreinen’ vervangen door: een
luchthaven.
Artikel XVII
Ingetrokken worden:
a. de Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 maart 1994, nr. RLD/LI94.1208, tot aanwijzing van de ambtenaren
van de Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten als ambtenaren bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de
Luchtvaartwet (Stcrt. 58);
b. de Nachtvliegregeling Maastricht Airport 1990.
ARTIKEL XVIII
De regelingen, genoemd in de artikelen I tot en met III en VII tot en met XVI zoals zij luidden vóór inwerkingtreding van
die artikelen, blijven van toepassing op een luchtvaartterrein, aangewezen op grond van artikel 18 van de Luchtvaartwet, zolang
op dat luchtvaartterrein het bepaalde bij of krachtens de Luchtvaartwet van toepassing blijft krachtens artikel IX, tweede
lid, of artikel XVIII, derde lid, van de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing
van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens
naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 561).
ARTIKEL XIX
Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
TOELICHTING
De onderhavige regeling bevat juridisch-technische aanpassingen van een aantal ministeriële regelingen aan de wijzigingswet
van 18 december 20081, waarbij onder meer de regeling voor het aanwijzen van luchthavens in de Luchtvaartwet is vervangen door een regeling in
de Wet luchtvaart. Het gaat met name om terminologische aanpassingen en om het vervangen van verwijzingen naar de Luchtvaartwet
door verwijzingen naar de Wet luchtvaart. Zo wordt het begrip ‘luchtvaartterrein’ vervangen door ‘luchthaven’. Daarnaast bevat
deze regeling enkele wetstechnische correcties.
Met deze regeling zijn geen administratieve lasten en bedrijfseffecten gemoeid.
Artikel II (wijziging Mijnbouwregeling)
De veiligheidsregels voor een helikopterdek op een mijnbouwinstallatie in de Noordzee en de Waddenzee stonden tot nu toe in
hoofdstuk 4 van de Mijnbouwregeling, gebaseerd op artikel 51 van het Mijnbouwbesluit. Aangezien die regels grotendeels gelijk
zijn aan de regels voor andere helihavens, is het praktischer om de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 8a.1, eerste
lid, van de Wet luchtvaart (de Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen), ook te laten gelden voor het helikopterdek
op een mijnbouwinstallatie in zee.
Artikel IV (wijziging Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen)
Onderdeel B (nieuw artikel 1a)
In de wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens
(Stb. 2008/561) is een nieuwe wettelijke grondslag vastgesteld voor de Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen, aangezien de oude
grondslag vervalt bij de intrekking van de Luchtvaartwet. Deze nieuwe grondslag wordt opgenomen in de Regeling grondafhandeling
luchtvaartterreinen.
Onderdelen D en E (wijziging van de artikelen 3 en 5)
Per abuis is in artikel 3 vergeten het tweede lid aan te duiden. Daarnaast is het onduidelijk in de artikelen 3 en 5, tweede
lid, waar de opsomming ophoudt en de hoofdzin verder gaat. Deze onvolkomenheden worden hersteld.
Onderdelen F, J, K en M (wijziging van de artikelen 6, 11, 12, 13 en 20)
Op grond van artikel 20, tweede lid, van de Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen zijn artikel 2 en 4 in 2001 vervallen.
Er bevonden zich echter nog verwijzingen naar deze artikelen in de artikelen 6, 11, 12 en 13 van de Regeling. Deze artikelen
worden hierbij aangepast en artikel 20, tweede lid, vervalt.
Artikel VI (wijziging Regeling luchtvaartheffingen)
Onderdelen A en B (wijziging van artikel 1 en nieuw artikel 1a)
Met de invoering van de Wet luchtvaart verdwijnt de Luchtvaartwet. In artikel 1 worden de verwijzingen naar de oude Luchtvaartwet
vervangen door verwijzingen naar de nieuwe artikelen in de Wet luchtvaart. Met ‘de wet’ wordt voortaan de Wet luchtvaart bedoeld.
Daarnaast vermeldt het nieuwe artikel 1a de nieuwe wettelijke grondslag.
Onderdeel G (wijziging artikel 9)
Er wordt een geluidsheffing burgerluchtvaart geheven naar de geluidsproductie van het burgerluchtvaartuig, uitgedrukt in een
aantal rekeneenheden. De formules om die geluidsproductie te berekenen, werden tot nu toe deels beschreven in artikel 77 van
de Luchtvaartwet en deels in artikel 9 van de Regeling luchtvaartheffingen. Artikel 22 van het Besluit burgerluchthavens bevat
de grondslag om de formules integraal vast te leggen in de Regeling luchtvaartheffingen. Met deze bepaling worden alle benodigde
formules om de geluidsproductie te berekenen vanuit de Luchtvaartwet bij elkaar geplaatst in artikel 9 van de Regeling luchtvaartheffingen.
Artikel VII (wijziging Regeling luchtvaartvertoningen)
Onderdeel B (nieuw artikel 1a)
Artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart bevat mede een grondslag voor het stellen van voorwaarden in de Regeling luchtvaartvertoningen
waaraan een vertoningterrein moet voldoen. De bestaande grondslag voor de Regeling luchtvaartvertoningen in de Regeling Toezicht
Luchtvaart wordt derhalve aangevuld met dit artikel uit de Wet luchtvaart.
Onderdeel C en D (wijziging artikel 4 en 5)
Artikel 4 en 5 verwezen naar op grond van artikel 18 van de Luchtvaartwet aangewezen luchtvaartterreinen. Aangezien artikel
18 vervallen is, wordt de formulering aangepast, zonder het toepassingsbereik te veranderen. In de huidige regelgeving komt
dit voor artikel 4 overeen met een verwijzing naar de lijst van gecontroleerde luchthavens in artikel 5 Regeling luchtverkeersdienstverlening.
Artikel 5 van de Regeling luchtvaartvertoningen ziet op luchthavens waar geen luchtverkeersleiding is.
Onderdeel E (wijziging artikel 6)
Aangezien artikel 14 van de Luchtvaartwet vervalt, wordt deze categorie terreinen, niet zijnde luchtvaartterreinen vervangen
door de terreinen voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik, waarvoor krachtens het nieuwe artikel 8a.51 Wet luchtvaart ontheffing
is verleend.
Artikel XI (wijziging Regeling omgevingslawaai luchtvaart)
Door de veranderde structuur en opbouw van de Wet luchtvaart, zijn de artikelen 8.30a tot en met 8.30d vervangen door de artikelen
8a.45 tot en met 8a.48. Deze bepalingen vervangen de oude verwijzingen door de nieuwe en er wordt een nieuwe wettelijke grondslag
vermeldt in artikel 1a.
Artikel XIV (wijziging Regeling tarieven luchtvaart 2008)
Onderdeel A (wijziging artikel 1a)
Aan de reeds genoemde grondslagen worden de nieuwe artikelen 8a.4 en 10.11 van de Wet luchtvaart toegevoegd als grondslagen
voor de certificering van exploitanten van civiele en militaire luchthavens.
Onderdelen D en F
De handelingen genoemd in de artikelen 21, 23 en 24, eerste lid, onder c, e en f, berusten op reeds vervallen artikelen. Hiervoor
kunnen derhalve geen tarieven in rekening worden gebracht. De artikelen worden daarom ingetrokken.
Artikel XVII (intrekken diverse regelingen)
De Beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat van 18 maart 1994, nr. RLD/LI94.1208, tot aanwijzing van de ambtenaren
van de Luchtvaartpolitie van het Korps Landelijke Politiediensten als ambtenaren bedoeld in artikel 73, eerste lid, van de
Luchtvaartwet (Stcrt. 58) is een doublure van artikel 1, onder c, van het Besluit aanwijzing toezichthouders luchtvaart en
kan derhalve ingetrokken worden.
De Nachtvliegregeling Maastricht Airport 1990 en de Subsidieregeling geluidsisolatie of vervangende nieuwbouw specifieke panden
hebben hun geldigheid verloren en worden voor de duidelijkheid ingetrokken.
Artikel XVIII (overgangsrecht)
Deze bepaling stemt de wijzigingen in deze regeling af met het overgangsrecht bij de wijzigingswet van 18 december 2008. Zolang
krachtens dat overgangsrecht de aanwijzing van het luchtvaartterrein als bedoeld in artikel 18 Luchtvaartwet nog geldt, evenals
het (overigens) bij of krachtens de Luchtvaartwet bepaalde, moeten ook van toepassing blijven de oude bepalingen van de ministeriële
regelingen die in deze regeling worden aangepast en die (mede) zijn gebaseerd op een ándere wet dan de Luchtvaartwet. Op die
regelingen hebben de artikelen IX, tweede lid, en artikel XVIII, derde lid, van de Wet van 18 december 2008 strikt genomen
namelijk geen betrekking. Dat artikel IX, tweede lid, heeft wél betrekking op de Regeling grondafhandeling luchtvaartterreinen,
de Regeling luchtvaartheffingen en de Regeling luchtvaartvertoningen, vandaar dat artikel XIII niet hoeft te gelden voor de
wijziging van die regelingen.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
C.M.P.S. Eurlings.