Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 19 oktober 2009, nr. WBV 2009/23, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000, het Vreemdelingenbesluit 2000 en het Voorschrift Vreemdelingen 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B1/1.5.1.4. Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

1.5.1.4 Voorwaarden voor au-pairbureaus

Om gebruik te kunnen maken van de verkorte mvv-procedure gelden voor au pair bureaus de volgende voorwaarden:

  • 1. Het au pair bureau moet deelnemen aan de proeftuin au pair;

  • 2. Het au-pair bureau moet staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel;

  • 3. Het au pair bureau moet de eerste fase van de proeftuin goed hebben doorlopen;

  • 4. In de eerste fase van de proeftuin mag op geen enkele wijze sprake zijn van misbruik van het Vreemdelingenrecht;

  • 5. Ingeval van twijfel aan de solvabiliteit van het au pair bureau dient desgevraagd te worden aangetoond dat de organisatie solvabel is. Dit moet in dat geval blijken uit het financieel jaarverslag met daarin jaarrekeningen en belastinggegevens van de organisatie;

  • 6. Het au pair bureau ziet er, naast het gastgezin, op toe dat de vreemdeling voor wie het verzoek om advies via de verkorte mvv-procedure wordt ingediend, voldoet aan de algemene voorwaarden voor verlening van een verblijfsvergunning (zie B1/4) en de specifieke voorwaarden voor een verblijfsvergunning in het kader van au pair (zie B7/2).

B

Paragraaf B1/1.5.2.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

1.5.2.1 Toelating

Indien aan de in B1/1.5.1 genoemde voorwaarden wordt voldaan, ontvangt het bedrijf/de instelling schriftelijk toestemming om voor de duur van een jaar gebruik te maken van de verkorte mvv- procedure. In afwijking hiervan geldt voor het au pair bureau dat deelneemt in de proeftuin dat schriftelijke toestemming wordt verleend om voor de duur van zes maanden gebruik te maken van de verkorte mvv-procedure.

Daartoe wordt een convenant gesloten. Het bedrijf/de instelling/ het au pair bureau wordt bij toelating tot de verkorte mvv-procedure expliciet gewezen op de geldende voorwaarden binnen de verkorte mvv-procedure. Indien niet aan de voorwaarden voor toelating tot de verkorte mvv-procedure wordt voldaan, volgt een gemotiveerde afwijzing van het verzoek.

C

Paragraaf B1/1.5.2.2 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

1.5.2.2 Geldigheidsduur

Het convenant bepaalt het tijdstip van inwerkingtreding en is voor een bedrijf/ instelling geldig voor de duur van één jaar. Jaarlijks wordt door de IND het functioneren van het bedrijf/de instelling binnen de verkorte mvv-procedure (en daarmee de wenselijkheid van handhaving) beoordeeld. Bij twijfel kan (opnieuw) een uittreksel van het handelsregister van de Kamer van Koophandel worden gevraagd. Na een positieve beoordeling wordt de toestemming deel te nemen aan de verkorte mvv-procedure stilzwijgend voortgezet. Bij de derde verlenging volgt schriftelijke toestemming voor onbepaalde tijd. Ook in dit convenant wordt uitdrukkelijk opgenomen dat het bij gebleken oneigenlijk of onzorgvuldig gebruik, of indien niet meer aan de voorwaarden voor deelname wordt voldaan, kan worden opgezegd.

Au pair bureau

In afwijking van het vorenstaande is voor een au pair bureau dat deelneemt in de proeftuin het convenant geldig gedurende zes maanden vanaf de datum waarop het convenant door beide partijen is ondertekend.

Iedere zes maanden wordt door de IND het functioneren van het au pair bureau binnen de verkorte mvv-procedure geëvalueerd en beoordeeld. Na een positieve beoordeling door de IND wordt de toestemming om deel te nemen aan de verkorte mvv-procedure opnieuw verleend door het opnieuw ondertekenen van een convenant. Ook dit convenant wordt afgesloten voor de duur van zes maanden vanaf de datum van inwerking treden. Er vindt geen verlenging plaats voor onbepaalde tijd.

D

Paragraaf B1/1.5.2.3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

1.5.2.3 Beëindiging

In het convenant wordt uitdrukkelijk vermeld dat het convenant kan worden opgezegd indien niet (langer) wordt voldaan aan de voorwaarden of als sprake is van oneigenlijk of onzorgvuldig gebruik. Tevens wordt vermeld op welke wijze en op welke termijn kan worden opgezegd.

Indien feiten of omstandigheden wijzen op oneigenlijk of onzorgvuldig gebruik wordt door de IND een nader onderzoek ingesteld dat kan leiden tot opzegging van het convenant en daarmee beëindiging van het gebruik door het bedrijf/de instelling/ het au pair bureau van de verkorte mvv-procedure. Indien zulks het geval is, ontvangt het bedrijf/de instelling/ het au pair bureau een gemotiveerde beslissing dat niet langer van de verkorte mvv- procedure gebruik kan worden gemaakt.

De geldigheidsduur van het convenant van een au pair bureau hangt samen met de looptijd van de proeftuin au pair. Het convenant vervalt in ieder geval bij de beëindiging van de proeftuin. Het convenant komt eveneens te vervallen bij de inwerkingtreding van de Wet modern migratiebeleid, ongeacht de nog resterende duur van de geldigheid op dat moment.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 19 oktober 2009

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

TOELICHTING

Algemeen

Vooruitlopend op de invoering van Modern Migratiebeleid is in 2008 door de IND een Proeftuin ‘Au Pair’ ingericht om ervaring op te doen met de au pair bureaus en de onder Modern Migratiebeleid voorziene toekomstige rol als erkende referent.

De Proeftuin ‘Au Pair’ is opgedeeld in drie fasen. In de eerste fase wordt kennisgemaakt met de au pair branche en wordt het dienstverleningsniveau van de huidige au pair procedure verhoogd. Op basis van de in de eerste fase behaalde resultaten op het gebied van samenwerking, wordt in de tweede fase de au pair procedure vereenvoudigd. Tevens kunnen convenanten worden gesloten met au pair bureaus en wordt de samenwerkingsrelatie met hen geconsolideerd. Tenslotte wordt in de derde fase de au pair regeling verankerd in het Modern migratiebeleid. Momenteel bevindt de proeftuin zich in de overgang van de eerste naar de tweede fase.

In hoofdstuk B1/1.5 van de Vreemdelingencirculaire 2000 is voorzien in de mogelijkheid om bedrijven, onderwijsinstellingen en culturele uitwisselingsorganisaties toegang te geven tot een verkorte mvv-procedure. Daartoe wordt een convenant afgesloten.

Onderhavige wijziging maakt het mogelijk dat ook au pair bureaus, die deelnemen aan de Proeftuin Au Pair, onder bepaalde voorwaarden een convenant met de IND kunnen afsluiten teneinde toelating te verkrijgen tot de verkorte mvv-procedure.

Met het convenant wordt beoogd om in samenwerking met de aan de proeftuin deelnemende au pair bureaus vooruitlopend op de inwerkingtreding en implementatie van de Wet Modern Migratiebeleid ervaring op te doen met de aankomende referentsystematiek. Daar staat tegenover dat de referent een aantal verplichtingen zal worden opgelegd. Middels het convenant wordt deels vooruitgelopen op de verplichtingen die in de toekomst op de au pair bureaus zullen komen te rusten.

Artikelsgewijs

A

In paragraaf 1.5 van hoofdstuk B1 van de Vreemdelingencirculaire 2000 is bepaald onder welke voorwaarden bedrijven, onderwijsinstellingen en culturele uitwisselingsorganisaties toegelaten kunnen worden tot de verkorte mvv-procedure en kunnen worden aangemerkt als convenanthouder. Met onderhavige wijziging in dit hoofdstuk zijn de voorwaarden opgenomen waaraan het au pair bureau moet voldoen teneinde toegelaten te worden tot de verkorte mvv-procedure.

B

Indien aan een aantal voorwaarden wordt voldaan, krijgt het au pair bureau toestemming om voor de duur van zes maanden in plaats van één jaar gebruik te maken van de verkorte mvv- procedure.

C en D

In deze paragrafen zijn voor het au pair bureau afwijkende regels opgenomen met betrekking tot de geldigheidsduur en beëindiging van het met de IND afgesloten convenant.

De Staatssecretaris van Justitie,

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser.

Naar boven