Aanwijzingsgesluit nevenzittingsplaatsen strafzaken gerechtshof Amsterdam

7 oktober 2009

De Raad voor de rechtspraak,

Gelezen het verzoek van 24 september 2009 van de president van het gerechtshof Amsterdam, gedaan namens het bestuur van het gerechtshof Amsterdam;

Gelet op artikel 7 van het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen;

Gehoord het College van procureurs-generaal;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Voor de behandeling van strafzaken worden ’s-Gravenhage en ’s-Hertogenbosch aangewezen als nevenzittingsplaatsen van het gerechtshof Amsterdam.

  • 2. De aanwijzing geschiedt voor de duur van drie jaren, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 3

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit nevenzittingsplaatsen strafzaken gerechtshof Amsterdam.

Dit besluit zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 7 oktober 2009

De voorzitter,

F.W.H. van den Emster.

TOELICHTING

Het Besluit nevenvestigings- en nevenzittingsplaatsen biedt de mogelijkheid om bij gebrek aan voldoende zittingscapaciteit of aan gespecialiseerde zittingscapaciteit in de hoofdplaats of een nevenzittingsplaats binnen het ressort een nevenzittingsplaats buiten het eigen ressort aan te wijzen voor de behandeling van een zaak of categorieën zaken met het oog op een snellere behandeling van die zaken. Het bestuur van een gerechtshof kan de Raad voor de rechtspraak het verzoek doen om een dergelijke aanwijzing te geven.

Bij de strafsector van het gerechtshof Amsterdam is de afgelopen jaren een grote werkvoorraad strafzaken ontstaan. In de jaren tot en met 2007 is er voor gekozen om voorrang te geven aan de afhandeling van de relatief lichte zaken. Het gevolg daarvan is dat de thans bestaande voorraad wordt gevormd door relatief veel zwaardere zaken en relatief weinig lichtere zaken. Het gerechtshof Amsterdam heeft (tijdelijk) onvoldoende capaciteit om de werkvoorraad op korte termijn weg te werken.

Het gerechtshof ’s-Gravenhage en het gerechtshof ’s-Hertogenbosch hebben voldoende capaciteit om naast de eigen zaken extra strafzaken te behandelen en hebben zich daartoe ook bereid verklaard.

Met het oog hierop heeft de president van het gerechtshof Amsterdam namens het bestuur van het gerechtshof Amsterdam de Raad voor de rechtspraak verzocht om ’s-Gravenhage en ’s-Hertogenbosch aan te wijzen als nevenzittingsplaatsen van het gerechtshof Amsterdam voor de behandeling van strafzaken. De Raad voor de rechtspraak voldoet met dit besluit aan dat verzoek. De doorlooptijden van strafzaken van het gerechtshof Amsterdam worden daarmee verkort.

Dit geeft het bestuur van het gerechtshof Amsterdam de mogelijkheid om in het bestuursreglement te bepalen dat strafzaken kunnen worden behandeld in ’s-Gravenhage of ’s-Hertogenbosch.

Het gerechtshof Amsterdam verricht grote inspanningen om de werkvoorraad strafzaken weg te werken. Na uitbreiding in 2009 wordt ook voor 2010 uitbreiding met een strafkamer gepland.

Naar boven