Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 augustus 2009, nr. MEVA/BO-2939356, ter uitvoering van artikel 107a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg inzake het bewijs van registratie als klinisch fysicus (Regeling aanwijzing bewijs van registratie als klinisch fysicus)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 107a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg;

Besluit:

Artikel 1

Als getuigschrift als bedoeld in artikel 107a van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg op basis waarvan de titel klinisch fysicus mag worden gevoerd, wordt aangewezen het bewijs van registratie als klinisch fysicus, afgegeven door de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica te Utrecht.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing bewijs van registratie als klinisch fysicus.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

TOELICHTING

In het Besluit opleidingseisen en deskundigheidsgebied klinisch fysicus worden krachtens artikel 34 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna te noemen Wet BIG) eisen gesteld met betrekking tot de opleiding tot klinisch fysicus en wordt het gebied van deskundigheid van de klinisch fysicus omschreven. Artikel 2 van dit besluit bepaalt dat het recht tot het voeren van de titel klinisch fysicus is voorbehouden aan degene aan wie een getuigschrift is uitgereikt waaruit blijkt dat betrokkene met goed gevolg het afsluitende examen heeft afgelegd van een opleiding tot klinisch fysicus.

Het beroep van klinisch fysicus was nog niet eerder wettelijk geregeld.

Artikel 107a van de Wet BIG voorziet in overgangsrecht ten aanzien van die beroepen die niet wettelijk geregeld waren vóór de datum van inwerkingtreding van artikel 34 van de Wet BIG. De overgangsmaatregel houdt in dat personen wier verworven vakbekwaamheid, gelet op het bezit van een door de minister aangewezen getuigschrift, geacht kan worden gelijkwaardig of nagenoeg gelijkwaardig te zijn aan de vakbekwaamheid welke uit het voltooid hebben van i.c. de opleiding tot klinisch fysicus kan worden afgeleid, gelijkgesteld worden met degenen die deze nieuw geregelde opleiding voltooid hebben en derhalve de (opleidings)titel van het nieuwe beroep mogen voeren.

De onderhavige regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan deze overgangsmaatregel. Zoals in de nota van toelichting bij bovenbedoeld besluit al aangegeven, is de opleiding tot klinisch fysicus tot nu toe privaatrechtelijk geregeld door de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF). Het door de NVKF uitgereikte bewijs van registratie als klinisch fysicus kan gelijkwaardig worden geacht aan het getuigschrift dat in het kader van bovenbedoeld besluit door de aangewezen opleidingsinstelling verstrekt gaat worden aan degenen die het afsluitende examen tot klinisch fysicus met goed gevolg hebben afgelegd. De door de NVKF gestelde opleidingseisen zijn namelijk overgenomen in de wettelijke regeling.

Wellicht ten overvloede zij opgemerkt dat de bezitters van het aangewezen bewijs van registratie de titel klinisch fysicus van rechtswege mogen voeren; zij behoeven de minister dus niet om afgifte van een verklaring van vakbekwaamheid te verzoeken.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink.

Naar boven