Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 en kennisgeving planMER bestemmingsplan Buitengebied

De bestemmingsplannen Buitengebied van de voormalige gemeenten Ootmarsum, Denekamp en Weerselo zijn zowel beleidsmatig als juridisch niet meer actueel. Door de samenvoeging van de gemeenten is het gewenst om een nieuw eenduidig beleidskader om te zetten in actuele regelgeving. De gemeente heeft daarom besloten tot het opstellen van een nieuw bestemmingsplan voor het buitengebied.

Ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010

Burgemeester en wethouders van Dinkelland maken bekend dat in overeenstemming met artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening met ingang van 16 oktober 2009 voor een ieder voor de periode van 6 weken het ontwerpbestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’ ter inzage ligt.

Het ontwerpbestemmingsplan met de hierbij behorende stukken kan tijdens de openingsuren in het gemeentehuis te Denekamp worden ingezien. Op verzoek wordt tegen kostprijs een afschrift daarvan verstrekt.

Ook is het ontwerp te raadplegen via www.dinkelland.nl, onder Bestuur, Beleid en Organisatie (klikken op Beleidsnota’s → ter inzage).

Het (ontwerp)bestemmingsplan Buitengebied 2010 biedt een actuele regeling voor het Buitengebied van de gemeente Dinkelland met uitzondering van een aantal afzonderlijk bestemde percelen (zoals recreatieterreinen en de zone rond de A1)

Kennisgeving PlanMER Bestemmingsplan Buitengebied

Voor het opstellen van dit bestemmingsplan is het noodzakelijk een milieueffectrapportage voor plannen (planMER.) uit te voeren. Op grond van artikel 7.2 a van de Wet milieubeheer en het Besluit tot wijziging van het Besluit milieueffectrapportage 1994 moet ten behoeve van de besluitvorming over het bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’ een planMER worden opgesteld. Dit omdat het bestemmingsplan een kader schept voor een aantal m.e.r.-plichtige activiteiten (uitbreidings- en nieuwvestigingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij, functiewijzigingen in het landelijk gebied). Bovendien zijn activiteiten voorzien in of in de nabijheid van Natura2000-gebieden en kunnen significante effecten niet op voorhand worden uitgesloten. Het opstellen van de planMER dient ertoe om het milieu een volwaardige plaats te geven bij de plan- en besluitvormingsprocedure door de gemeente Dinkelland over het bestemmingsplan Buitengebied 2010.

De planMER-procedure is gestart met de raadpleging van de betrokken bestuurlijke instanties over de reikwijdte en het detailniveau van de op te stellen planMER (juli 2008).

De gemeente Dinkelland heeft inmiddels een planMER op laten stellen. In deze planMER zijn verschillende alternatieven betrokken en het effect dat deze alternatieven hebben op het milieu in het gebied. Het voorkeursalternatief heeft de basis gevormd voor het ontwerp-bestemmingsplan ‘Buitengebied 2010’. De planMER ligt gelijktijdig met het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied 2010 ter inzage.

Inloopdagen

Tijdens de terinzage legging worden er inloopdagen gehouden waarop u het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied 2010 en de planMER kunt inzien. Tijdens deze inloopdagen zijn medewerkers van de gemeente aanwezig om de plannen toe te lichten en eventuele vragen te beantwoorden. In de tabel hieronder ziet u wanneer, waar en hoe laat de inloopdagen worden gehouden.

Locatie	datum	Tijd
Rouwers Ootmarsum	26 oktober 2009	13:00 tot en met 21:00
Ensink Weerselo	27 oktober 2009	13:00 tot en met 21:00
Gemeentehuis Denekamp	29 oktober 2009	13:00 tot en met 21:00

Zienswijzen

Gedurende de hiervoor genoemde termijn (M.i.v. 16 oktober tot en met 26 november) kan een ieder mondeling dan wel schriftelijk zienswijzen kenbaar maken tegen het ontwerpbestemmingsplan of de planMER. Uw schriftelijke zienswijze kun u indienen bij de gemeenteraad van Dinkelland.

Voor het geven van een toelichting of het indienen van een mondelinge zienswijze kunt u een afspraak maken met mevrouw Bonenkamp of mevrouw Kluin van de afdeling Ontwikkeling, tel. 0541-854100.

Wij verzoeken u om tijdig een afspraak te maken, bij voorkeur 14 dagen voor het einde van de tervisielegging om termijnoverschrijding te voorkomen.

Indieners van zienswijzen worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze nader toe te lichten ten overstaan van een hoorcommissie, bestaande uit leden van de gemeenteraad. Indien u van deze gelegenheid gebruik wilt maken dient u dit bij uw schriftelijke of mondelinge zienswijze aan te geven.