Wijziging van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

30 september 2009

Nr. DB 2009/520M

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op artikel 26 van de Invorderingswet 1990;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 16, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wordt gewijzigd als volgt.

a. In onderdeel a wordt de zinsnede ‘onderdeel d, van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: onderdeel d, van de Wet werk en bijstand, verhoogd met € 43,18 onderscheidenlijk € 21,59.

b. In onderdeel b wordt de zinsnede ‘artikel 22, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Wet werk en bijstand’ vervangen door: artikel 22, onderdeel a, onderscheidenlijk onderdeel b, van de Wet werk en bijstand, verhoogd met € 21,59.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2009.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 30 september 2009

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

TOELICHTING

Ingevolge artikel 26 van de Invorderingswet 1990 kan kwijtschelding worden verleend aan de belastingschuldige die niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belastingaanslag te betalen. Hiervan kan sprake zijn als de belastingschuldige niet over betalingscapaciteit beschikt. De betalingscapaciteit wordt op grond van artikel 13 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 berekend door de gemiddeld per maand te verwachten kosten van bestaan van de belastingschuldige in mindering te brengen op zijn gemiddeld per maand te verwachten netto-besteedbaar inkomen. Artikel 16 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 geeft aan welke bedragen in aanmerking worden genomen als kosten van bestaan. Het tweede lid van artikel 16 doet dat specifiek voor de belastingschuldige die 65 jaar of ouder is en verwijst daarbij naar de normbedragen van artikel 22 van de Wet werk en bijstand.

Sinds 1 januari 2005 is de zogenaamde ‘tegemoetkoming AOW-gerechtigden’ van kracht welke is bedoeld om de koopkracht van ouderen op peil te houden. Deze tegemoetkoming maakt technisch gezien geen onderdeel uit van de AOW en wordt maandelijks uitbetaald aanvullend op de AOW-uitkering. Met ingang van 2009 is de tegemoetkoming fors verhoogd in verband met de wijzigingen in de fiscale aftrekbaarheid van buitengewone uitgaven in de sfeer van ziektekosten. In 2008 bedroeg de tegemoetkoming (per persoon) € 14,86 en in 2009 € 36,45. Door de verhoging van het bedrag van de tegemoetkoming is het afgelopen jaar de situatie ontstaan dat AOW-gerechtigden die eerder wel kwijtschelding kregen, als gevolg van de AOW-tegemoetkoming daarvoor niet langer in aanmerking komen. Immers, de tegemoetkoming wordt op grond van artikel 14 van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 wél tot het inkomen gerekend terwijl artikel 16 van deze regeling de kosten van bestaan koppelt aan de normbedragen van de Wet werk en bijstand, waar de tegemoetkoming geen deel van uitmaakt.

Ik acht dit effect van de verhoging van de AOW-tegemoetkoming onwenselijk en heb daarom de kwijtscheldingsbepalingen van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 zodanig gewijzigd dat de verhoging per 1 januari 2009 van het bedrag van de AOW-tegemoetkoming niet langer invloed heeft op de berekening van de betalingscapaciteit. Dit is technisch vormgegeven door in artikel 16, tweede lid, onderdelen a en b, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 de in aanmerking te nemen bedragen voor de kosten van bestaan te vermeerderen met het bedrag waarmee de AOW-tegemoetkoming per 1 januari 2009 is verhoogd; voor paren € 43,18 en voor overige situaties € 21,59.

Omdat de wijziging terugwerkende kracht heeft tot en met 1 januari 2009 kunnen belastingschuldigen van wie het kwijtscheldingsverzoek in 2009 eerder is afgewezen vanwege de AOW-tegemoetkoming, opnieuw een kwijtscheldingsverzoek indienen.

Uit de onderhavige wijziging vloeien geen informatieverplichtingen voor het bedrijfsleven voort.

De Staatssecretaris van Financiën,

J.C. de Jager.

Naar boven